albums van de week  Beeld RV
albums van de weekBeeld RV

Dans, verzuip en word nerveus met de albums van de week

Terwijl de Britten van Working Men’s Club steeds rijker gaan klinken, lijkt de zevende plaat van Interpol verdacht veel op hun eerste. Verder in de platenoogst van deze week: kitsch, bitterheid en gekke drummers. Smakelijk!

Frederick VandrommeDavy CoolenPeter VanwijnsbergheJasper Van LoySid Meuris en Mark Coenen

Working Men’s Club - Fear Fear ★★★★☆

De ongetitelde eerste van Working Men’s Club was één van de meer opgemerkte (en niet vaak genoeg opgemerkte) proefstukken van 2020. Grafzwart, maar onweerstaanbaar op de elastieken benen inwerkend. Kaalgeslagen synthsongs van een indrukwekkende cru.

Syd Minsky-Sargeant is de spil van de groep. Amper 16 toen hij met enkele studiogenoten van BIMM, een muziekschool in het centrum van Manchester, de theorie in de praktijk wilde omzetten. Working Men’s Club is genoemd naar één van de cafés waar ze elke donder-, vrij- en zaterdag binnen wilden maar niet binnen mochten. De song ‘Bad Blood’ (Devo meets Duran Duran) trok toen de aandacht, ook van een flinke klad platenlabels.

Het gerenommeerde Heavenly Recordings (huis van vertrouwen van onder meer King Gizzard & the Lizard Wizard) won. Meteen daarna hadden de bandleden mot (pubers!) en bleef alleen Minsky-Sargeant over. Die met de grootste klep, maar gelukkig ook het grootste talent: dat hebben we nog gehoord. Hij vond nieuwe vrienden – Rob Graham (ex-Drenge), Mairead O’Connor (van The Moonlandingz) en Liam Ogburn – maar schrijft nog altijd 80 procent van de songs.

Syd is nóg maar 20, maar wordt snel oud: ‘Fear Fear’ klinkt rijper en rijker dan hun/zijn debuut. En minder minimalistisch. Ook dankzij Ross Orton, opnieuw producer, maar ook mentor en allround toffe peer – zijn adelbrieven verzamelde hij tijdens de opnames van ‘AM’ van Arctic Monkeys en M.I.A.’s ‘Arular’.

Single ‘Widow’ springt fluks en zeer newwaverig uit de startblokken. ‘Look into my eyes / Hollow dead inside / Misery is bliss to me / I love you now you’re dead, you see’: als Tom Smith van Editors het zingt, geloof je het niet. ‘Cut’ is een popsong naar ons koude hart. ‘Rapture’ is een parlando met een strak metrum, de titeltrack is creatief met misthoorn, ‘Circumference’ hier van het allerbeste. ‘Heart Attack’ is oude wijn van Kraftwerk, Scritti Politti en The Fall in een frisse nieuwe zak.

Minsky-Sargeant (goede naam voor een dominatrice) werd ongeveer dertig jaar te laat geboren voor het gros van zijn invloeden. Want hoe klinkt Working Men’s Club? Ziehier het organigram.

– Oude geestgenoten: The Human League, New Order en vooral Cabaret Voltaire.

– Hedendaagse referenties: Boy Harsher, Nation of Language, de titeltrack van ‘Stranger Things’.

De antieke oren van Minsky-Sargeant staan een spannend nieuw geluid niet in de weg. Working Men’s Club is er voor zwartzakken zónder miserabel rotkarakter. Voor recalcitrante ravers en youngsters, niet alleen voor zeuren die al dertig jaar zeggen dat het vroeger beter was.

Beginselverklaring uit de perstekst: ‘‘Fear Fear’ is een plaat om op te dansen en om nerveus door te worden. Voor hart en ziel, voor hier, nu en morgen.’ Dansen en nerveus worden zijn mijn twee voornaamste hobby’s, en Working Men’s Club mijn nieuwe favoriete band.

Interpol - The Other Side of Make-Believe ★★☆☆☆

Als wij de wet van de afnemende meeropbrengsten moeten uitleggen, aan u bijvoorbeeld, dan verwijzen wij graag naar ‘Scenes from the Class Struggle in Springfield’, een aflevering van ‘The Simpsons’. Daarin naait Marge Simpson van één Chanel-mantelpakje telkens weer een andere classy outfit, tot de stof finaal in haar handen uiteenvalt. Een muzikale exponent van die wet is de carrière van Interpol.

Ook ‘The Other Side of Make-Believe’, de zevende plaat van de New Yorkers, is grotendeels de herhaling van een reprise van een doublure van ‘Turn on the Bright Lights’, het lichtende debuut dat nu al twintig jaar als een steen om hun hals hangt. Met de hulp van producers Flood en Alan Moulder (jajaja, we weten het: bekend van Depeche Mode! En van Nine Inch Nails!) klinkt af en toe een geluid dat nog niet rotvertrouwd is, maar die twee hadden natuurlijk gewoon de gitaar van Daniel Kessler uit het raam moeten gooien. Het duurt nooit lang of dat priegelende ding dringt zich – ‘PLING! PLING! PLING! PLING!’ – alweer naar voren zoals Donald Trump op die NAVO-top in Brussel.

En waarom vergeet Kessler in ‘Mr. Credit’ dat hij eigenlijk ‘Rest My Chemistry’ uit 2007 staat te spelen? In ‘Toni’ en ‘Something Changed’ vat hij post achter de piano en hoor je hoe de groep haar eigen schaduw wél langer dan enkele maten verlaat: een ster voor elk van beide singles.

Het is, beste Interpol, zoals de lay-outer zei tegen de recensent toen de kolom niet netjes vol bleek te lopen: ‘Plus est en vous.’

Black Midi - Hellfire ★★★★☆

Drums waar je PTSS aan overhoudt, gitaren die aan mixed martial arts doen en een frontman die zigzagt tussen croonen en krijsen: aan de formule van Black Midi is weinig gewijzigd. ‘Hellfire’ is duidelijk het kind van virulent debuut ‘Schlagenheim’ en opvolger ‘Cavalcade’, waarop Geordie Greep en co. plots ook melodieën in zich hadden.

In opener ‘Hellfire’ bespeelt Greep acht instrumenten en een zweep, in ‘Sugar/Tzu’ en ‘Welcome to Hell’ gaat Morgan Simpson haast wilder tekeer dan Brian Chippendale, de vellenmepper van Lightning Bolt. Betreden op eigen risico!

Superorganism - World Wide Pop ★★★☆☆

‘Everybody wants to be famous’, zong Superorganism vijf jaar geleden, en met dat hipsterhitje werden ze het plots zélf. Hun muziek heeft nog altijd de charme van slaapkamerpop met een Casio-toetsenbord op het nachtkastje en monsters onder het bed, alleen is Superorganism nu naar de master bedroom verhuisd. Vreemder, voller en harder, met dank aan sterproducer Stuart Price. Nog meer goed volk in het grote bed: CHAI en Stephen Malkmus, die hier dichter bij de goedbedoelde kitsch van The Avalanches aanleunt dan bij zijn eigen Pavement. De sound van Superorganism borrelt als een bruisbal in een bad vol weltschmerz.

Laura Veirs - Found Light ★★★1/2☆

Dé klassieke echtscheidingsplaat blijft natuurlijk ‘Rumours’ van Fleetwood Mac, maar met ‘My Echo’ bereikte Laura Veirs in 2020 de top drie: gebroken songs van een vrouw die 19 jaar huwelijk zag verdampen. Deze zomer tourt ze in het gezelschap van haar kroost en een kindermeisje om haar nieuwe plaat te promoten. In single ‘Winter Windows’ komt ze stevig uit de hoek, de rest van ‘Found Light’ is vintage Veirs: mix Phoebe Bridgers met Elliott Smith en de gezusters McGarrigle en drink meteen op. ‘My bitter cold heart can’t help but sing’, zingt ze. Ik weet niet of dat waar is, maar ze doet het wel bijzonder goed.

Anteloper - Pink Dolphins ★★★1/2☆

Wilt u bij het hallucineren eens iets anders zien dan roze olifanten, dan bevelen wij u ‘Pink Dolphins’ van harte aan, de tweede plaat van het jazzduo Anteloper. Trompettiste Jaimie Branch speelde live met de indiebands TV on the Radio en Spoon. Voor haar op Don Cherry en Miles Davis geënte getoeter creëert Jason Nazary een nerveus klankpalet met percussie en synths. Ze worden dit keer bijgestaan door Jeff Parker van postrock-giganten Tortoise. ‘Pink Dolphins’ is een psychedelische trip die langzaam beklemmender wordt. De plaat ontwaakt langzaam door de lange tracks. Echt groovy wordt het in het triphoppy ‘Earthlings’, waarin Branch onderkoeld vrij associeert over existentiële dilemma’s. Tegen het einde van de epische afsluiter ‘One Living Genius’ wordt duidelijk hoe het moet voelen om te verzuipen in een vat lsd.

Schrijf je in voor de festivalnieuwsbrief en mis geen enkele wedstrijd:

Reageren op een artikel, uw mening ventileren of een verhelderend inzicht delen met de wereld

Ga naar Open Venster

Op alle artikelen, foto's en video's op humo.be rust auteursrecht. Deeplinken kan, maar dan zonder dat onze content in een nieuw frame op uw website verschijnt. Graag enkel de titel van onze website en de titel van het artikel vermelden in de link. Indien u teksten, foto's of video's op een andere manier wenst over te nemen, mail dan naar redactie@humo.be.
DPG Media nv – Mediaplein 1, 2018 Antwerpen – RPR Antwerpen nr. 0432.306.234