null Beeld Redferns
Beeld Redferns

Nieuwe plaat '72 seasons'

De wonderjaren van Metallica: ‘Ze noemden ons niet voor niks Alcoholica: ik maakte elke show een fles Jägermeister soldaat’

‘Full speed or nothing!’ brulde James Hetfield in ‘Lux Æterna’, de eind 2022 geloste eerste single van de nieuwe Metallica. Het lijkt wel een intentieverklaring van jonge beeldenstormers, en dat was het veertig jaar geleden ook: de kreet weerklonk al in ‘Motorbreath’ op debuutplaat ‘Kill ’Em All’. Ook de titel van de nieuwe plaat, die volgende week verschijnt, doet vermoeden dat terugblikken niet verboden is: ‘72 Seasons’ verwijst naar de 18 levensjaren (72 gedeeld door 4, jawel) waarin een mens gevormd wordt. Humo paste dat concept toe op de wonderjaren van Metallica. Het resultaat: de 7 Hoofdwonden – voor de groep dan wel de luisteraar.

Jurgen Beckers

1. ‘ONE’

Ik heb Metallica niet leren kennen door een plaat, maar via compilatiecassettes die een vriend voor me maakte. Het waren prachtige hebbedingetjes (ik heb ze nog allemaal) in een miniatuurhoesje waar werk in gestoken was, samengesteld met het oor van de kenner. Op één van die Maxell UR 90’s stond een 45 minuten durende samenvatting van het mij onbekende groepje Metallica (op de B-kant stond Slayer): ‘Hit the Lights’, ‘Jump in the Fire’, ‘Whiplash’, ‘Seek & Destroy’, ‘Fight Fire with Fire’, ‘For Whom the Bell Tolls’, ‘Creeping Death’, ‘Battery’, ‘Master of Puppets’, ‘Welcome Home (Sanitarium)’, ‘…And Justice for All’, ‘Harvester of Sorrow’… Allemaal spek naar mijn tienerbek, die nog maar net Hüsker Dü had verteerd.

Eén song maakte meer indruk dan de rest: ‘One’. Een bijna 8 minuten durend epos waarin van zacht naar hard werd gegaan, van gitaararpeggio’s naar staccatoriffs die deden duizelen, en waarin moeiteloos werd overgeschakeld van een 4/4-ritme naar 3/4 en 2/4. Ook van de tekst, over een soldaat die verlamd uit de Eerste Wereldoorlog is gekomen, kreeg ik kippenvel. Vanaf zijn ziekenhuisbed kan hij, in morse, maar één boodschap overbrengen: ‘Kill me’.

Niet veel later, het moet 1989 zijn geweest, zag ik de clip op MTV. Ik programmeerde de videorecorder en bekeek ’m maandenlang vijf keer per dag. De groep die in zwart-wit in een loods staat te spelen, verweven met beelden van een kermende soldaat achter een masker dat ook de ogen bedekt, met tussendoor fragmenten van de antioorlogsfilm ‘Johnny Got His Gun’ uit 1971. ‘What is democracy?’ vraagt een jongetje aan zijn vader. ‘It’s got something to do with young men killing each other.’

‘One’ was de eerste Metallica-song waarvoor een clip werd gemaakt. Omdat de groep geen zin had om bij eventueel succes royalty’s voor ‘Johnny Got His Gun’ te blijven betalen, besloten ze om meteen de rechten op de volledige film te kopen. Geen domme zet: de clip heeft al 282 miljoen views op YouTube.

2. DAVE MUSTAINE

Wat Pete Best was voor The Beatles, was Dave Mustaine voor Metallica. Al heeft hij – met Megadeth – ook zonder Hetfield en co. niet slecht geboerd.

Mustaine werd uit Metallica geknikkerd net op het moment dat de groep haar eerste plaat ging opnemen. En daarmee bedoelen we ook echt: net. De leadgitarist was al van Los Angeles naar de studio in New York meegereisd toen James Hetfield en Lars Ulrich hun buik vol hadden van zijn alcohol- en drugsmisbruik en hem zijn C4 gaven. Nog diezelfde middag werd hij vervangen door Kirk Hammett van Exodus. De jongens waren wel nog zo vriendelijk om hun ex-bandmaat en zijn materiaal naar de bushalte te brengen en hem op een Greyhound-bus terug naar L.A. te zetten. De legende wil dat Mustaine tijdens de rit naar huis de lyrics schreef van de latere Megadeth-song ‘Set the World Afire’.

Wie denkt dat het succes van Megadeth, waarmee Mustaine zich zou aansluiten bij de Big Four van de thrashmetal (waartoe ook Metallica, Anthrax en Slayer behoren), de pijn van de scheiding verzachtte, heeft het mis. ‘Geen waarschuwing, geen tweede kans,’ aldus Mustaine, die het natrappen nog altijd niet kan laten. Toen ik hem in 2008 voor een concert in Hof ter Lo interviewde en grapte dat hij blijkbaar weer Metallica-songs speelde – Megadeth had net tijdens de soundcheck ‘Mechanix’ erdoor gejaagd: een song die in ’82 op de Metallica-demo ‘No Life ’Til Leather’ stond, die in 1983 door Hetfield en Ulrich tot ‘The Four Horsemen’ werd herwerkt en die in ’85 op het debuut van Megadeth verscheen – beet hij me toe: ‘I wrote that fucking song!’

Hij had gelijk: Metallica gaf Mustaine ook credits voor ‘The Four Horsemen’ en nog drie andere songs op het debuut ‘Kill ’Em All’ plus twee op de opvolger ‘Ride the Lightning’ uit 1984.

Dat Mustaine geen waarschuwing of tweede kans had gekregen, klopt niet. Hij was al eens ontslagen nadat hij zijn hond naar een repetitie had meegebracht. Geen hoofdzonde an sich, maar de viervoeter nam die gelegenheid te baat om op de auto van toenmalig bassist Ron McGovney te kruipen en een paar stevige krassen in het lakwerk achter te laten. Waarop Hetfield het beest een trap gaf, Mustaine met Hetfield op de vuist ging en Mustaine werd ontslagen. Een dag later werd hij op eigen verzoek weer aangenomen. Good times!

null Beeld Getty Images
Beeld Getty Images

3. CLIFF BURTON

Ron McGovney werd net als Dave Mustaine nog voor de opnames van ‘Kill ’Em All’ bedankt voor bewezen diensten. Hetfield en Ulrich waren al langer ontevreden over hem (‘Hij voegde niks toe, volgde alleen maar’) toen ze eind 1982 in de Whisky a Go Go in L.A. naar Trauma gingen kijken en danig onder de indruk raakten van het wahwahspel van bassist Cliff Burton. Ze vroegen hem ter plekke om uit Trauma te stappen. Hoewel hij dat voorstel vriendelijk afwimpelde, had hij een paar weken later zijn Metallica-lidkaart op zak. Om Burton te plezieren verhuisde de groep zelfs van L.A. naar El Cerrito bij San Francisco.

Het belang van Cliff Burton voor de vroege Metallica-sound kan niet worden overschat. Met ‘(Anesthesia) Pulling Teeth’ verscheen zelfs een bassolo van meer dan 4 minuten als volwaardige track op ‘Kill ’Em All’. Ook de titel van het Metallica-debuut kwam van Burton, zij het onbedoeld. De groep wilde eerst voor ‘Metal Up Your Ass’ gaan, en toen de heren van de platenfirma daar hun onvrede over uitspraken, zei hij: ‘We should just kill ’em all, man.’

In 1986, vlak na de mijlpaal ‘Master of Puppets’, sloeg het noodlot toe. Tijdens het Europese luik van de Damage, Inc. Tour (genoemd naar de afsluiter van de plaat) heerste er ontevredenheid over de slaapplaatsen in de tourbus, en na een concert in Zweden werd beslist om strootje te trekken. Burton won en koos de bunk van Hammett. Tegen zonsopgang, nabij Dörarp, verloor de chauffeur de controle over de bus, die herhaaldelijk over de kop ging. Burton werd door de voorruit gekatapulteerd en kwam onder het gevaarte terecht. Hij was op slag dood.

Uit de veertig kandidaat-opvolgers die auditie deden – onder wie Les Claypool van Primus en Troy Gregory van Prong – werd Jason Newsted van Flotsam and Jetsam gekozen. Hij werd meteen voor de leeuwen gegooid tijdens het vervolg van de Damage, Inc. Tour. Zijn intrede in de studio was minder glorieus: om onduidelijke redenen is de bas op ‘…And Justice for All’ uit 1988 nauwelijks te horen. De plaat werd afgesloten met ‘To Live Is to Die’: een eerbetoon aan Burton, net zoals de anderhalf uur durende documentaire ‘Cliff ’Em All’, die in 1987 op videocassette verscheen (en nu integraal op YouTube te bekijken is).

Burtons vader Ray was erbij toen Metallica in 2009 werd opgenomen in de Rock & Roll Hall of Fame.

4. ALCOHOLICA

Dave Mustaine mocht dan wel vanwege zijn drankmisbruik uit de groep zijn gezet, ook de anderen zopen dat het een lieve lust was. Vooral James Hetfield stond er jarenlang om bekend. Toen ik hem in 2003 naar aanleiding van het Metallica-concert op Rock Werchter interviewde, wilde hij – intussen clean – daarover het volgende kwijt: ‘Drinken is een belangrijk onderdeel geweest van onze eerste twee decennia. Ze noemden ons niet voor niks Alcoholica. Er was een tijd dat ik elke show een fles Jägermeister soldaat maakte. Ik maakte mezelf wijs dat er in elke familie werd gedronken, dat het iets romantisch had en zelfs – geloof het of niet – dat het goed was voor mijn hart.’

‘Metallica was een gevaarlijke groep voor iemand met mijn persoonlijkheid. Een beenharde, onvermurwbare, gevoelloze groep. Voortdurend moest ik vechten: om mijn ideeën erdoor te krijgen, voor eten, voor een handdoek na het douchen… En samen vochten we tegen de wereld: we overleefden door andere groepen met de grond gelijk te maken. In zo’n omgeving vergeet je makkelijk hoe het in de echte wereld toegaat. Ik wist niet dat ik kon thuiskomen en een normaal gezinsleven kon hebben. Ik was niet James Hetfield maar ‘James Hetfield van Metallica’, fulltime. Ik wist niet dat ik me anders mócht gedragen dan op mijn 18de. Mijn hele leven ben ik een macho geweest. Nu pas besef ik dat niets mannelijker is dan je zwakheden erkennen.’

Pas in 2001, de band zat net in de studio om ‘St. Anger’ op te nemen, ging Hetfield in rehab. Toen de opnames een jaar later hervatten, mocht hij alleen werken van 12 tot 16 uur: de rest van de tijd moest hij met zijn gezin doorbrengen. Dat het, zacht uitgedrukt, even duurde alvorens ‘de nieuwe Hetfield’ en ‘de oude Ulrich’ weer op dezelfde golflengte zaten, valt met open mond te bekijken in ‘Some Kind of Monster’ uit 2004, de meer dan twee uur durende documentaire die Joe Berlinger en Bruce Sinofsky maakten over de totstandkoming van ‘St. Anger’ en – bonusje – de audities voor de opvolging van Jason Newsted, die begin 2001 eindelijk genoeg had van het haantjesgedrag van de beide bandleiders. Robert Trujillo nam de bas over.

Wat Pete Best was voor The Beatles, was Dave Mustaine voor Metallica. Hij kreeg zijn C4 toen James Hetfield en Lars Ulrich hun buik vol hadden van zijn alcohol- en drugsmisbruik. Ondanks het succes van Megadeth, de band die hij na zijn ontslag oprichtte, kan hij het natrappen nog altijd niet laten.  Beeld Redferns
Wat Pete Best was voor The Beatles, was Dave Mustaine voor Metallica. Hij kreeg zijn C4 toen James Hetfield en Lars Ulrich hun buik vol hadden van zijn alcohol- en drugsmisbruik. Ondanks het succes van Megadeth, de band die hij na zijn ontslag oprichtte, kan hij het natrappen nog altijd niet laten.Beeld Redferns

5. LARS ULRICH

Ook niet-kenners is wellicht al ter ore gekomen: Lars Ulrich staat onder muzikanten niet meteen bekend als, welja, de allerbeste drummer. Het internet staat vol met Lars Ulrich-fails, sarcastische analyses van zijn drumspel, zelfs compilaties met de gezichtsuitdrukkingen van James Hetfield wanneer hij er weer eens naast mept. Onder de recentste hits: een filmpje waarin u hem de intro van ‘Lux Æterna’ kunt zien mismeesteren tijdens het livedebuut van die song. En toen ik in 2010 met Triggerfinger in de Sound City Studios in L.A. was, haalden de technici graag herinneringen op aan die keer dat ze een liveplaat van Metallica moesten oppoetsen: ‘Vaak wisten we niet of we zijn drumfills naar de volgende of de vorige beat moesten corrigeren.’

Maar er is een maar. Er zijn er zelfs twee. Wat mij bij herbeluistering van ‘One’ opnieuw opviel, was dat de song zonder het almaar vooruithollende en ondanks zijn technische beperkingen dominante drumspel van Lars nooit dezelfde kille, huiveringwekkende gejaagdheid zou hebben gehad. De echte metronoom is Hetfield, de gladiator die de teugels in handen houdt. Ulrich is de man die het paard doet schuimbekken. Zonder hem zou Metallica totaal anders geklonken hebben (als we er al van hadden gehoord) en alleen binnen Metallica heeft Ulrich zijn plaats. Toen de groep in 2011 voor het veelbesproken ‘Lulu’ in de studio zat met Lou Reed, zou die hem hebben uitgedaagd tot een straatgevecht. Hoe dat is verlopen, daar hebben we het raden naar. Waarover het ging, daar bestaat weinig twijfel over.

De tweede maar: Lars Ulrich is het zakelijke brein van Metallica. Op zijn 16de verhuisde hij van Denemarken naar Amerika om de voetsporen van zijn vader Torben en grootvader Einer te drukken en professioneel tennisser te worden. Al snel bleek dat de top te hoog gegrepen was en Lars richtte zijn pijlen op zijn tweede passie: heavy metal. Een jaar later drumde hij in een groep die haar tweede concert al in het voorprogramma van Saxon speelde. Zonder Ulrich wellicht geen snake pit, geen foto’s van Anton Corbijn, geen concerten en platen met symfonische orkesten op het moment dat de carrière van Metallica een duwtje in de rug nodig had.

Het was ook Ulrich die de handschoen opnam tegen Napster, toen in 2000 bleek dat de enorm populaire gratis service waarop je muziekbestanden kon delen (en die zelfs eigen T-shirts had) Metallica en vele andere artiesten een hoop inkomsten door de neus boorde. Niet dat Ulrich krap bij kas zat: in 2002 deed hij een schilderij van Jean-Michel Basquiat van de hand voor 15 miljoen dollar. Aan de rechtbank stonden fans met dollarbiljetten te zwaaien terwijl ze hem toeriepen: ‘Hey Lars, zing eens een liedje!’ Hoe dan ook: hij en Metallica wonnen de strijd, Napster ging bankroet.

Hetfield hield zich afzijdig tijdens het proces, maar hij dacht er net zo over als zijn bandmaat. ‘Napster heeft van ons gestolen,’ zei hij. ‘En wie Metallica een beetje kent, weet dat we niet met ons laten fucken. Dat de fans het ons kwalijk namen, heeft ons geraakt, ja. Maar hey: het leven gaat door.’

Lars Ulrich staat onder muzikanten niet meteen bekend als de allerbeste drummer, maar zonder hem zou Metallica totaal anders hebben geklonken - als we er al van hadden gehoord. Beeld Getty Images for P+ and MTV
Lars Ulrich staat onder muzikanten niet meteen bekend als de allerbeste drummer, maar zonder hem zou Metallica totaal anders hebben geklonken - als we er al van hadden gehoord.Beeld Getty Images for P+ and MTV

6. ‘THE BLACK ALBUM’

Toen bekend raakte dat Metallica zijn vijfde plaat zou opnemen met Bob Rock – bekend van zijn productiewerk voor Aerosmith, Bon Jovi en Mötley Crüe – wisten we dat het einde nabij was van de groep zoals we die tot dan hadden gekend. De opnames van wat bekend werd als ‘The Black Album’ – de plaat had eigenlijk geen titel – duurden acht maanden en liepen allesbehalve van een leien dakje. Het kwam geregeld tot confrontaties met Rock, die de groep niettemin overtuigde om de voet van het gaspedaal te halen, om cello’s en zelfs een orkest in de songs te integreren, en die Hetfield aanmaande om betere teksten te schrijven en de clichés van het genre achterwege te laten. Het resulteerde onder meer in ‘Nothing Else Matters’, waarin Hetfield zingt over hoe hij op tournee zijn meisje mist. Net als ‘Enter Sandman’, ‘The Unforgiven’, ‘Wherever I May Roam’ en ‘Sad But True’ werd het een regelrechte hit die een gewiekstere, hondscommerciële groep liet horen. Ineens luisterde ook mijn toenmalige vriendin, die tot dan toe alleen de ‘Knuffelrock’-verzamelaars had gekocht, naar Metallica. Als ‘Kill ’Em All’ de geboorte van thrashmetal was, was ‘The Black Album’ het einde ervan. Toch voor Metallica. En toch voor een tijdje.

‘The Black Album’ werd één van de best verkopende platen aller tijden, met 31 miljoen verkochte fysieke exemplaren wereldwijd. In Amerika hebben alleen ‘The Dark Side of the Moon’ van Pink Floyd en ‘Tapestry’ van Carole King langer in de hitlijsten gestaan.

Waar geld is, moet Lars Ulrich gedacht hebben, is nog meer geld. Hoewel de opnames van ‘The Black Album’ zijn huwelijk op de klippen hadden doen lopen (net als dat van Kirk Hammett en Jason Newsted) en Bob Rock had gezworen nooit meer met de groep te zullen werken, werd de producer overtuigd om nog tot en met ‘St. Anger’ achter de knoppen plaats te nemen. Na die vierde samenwerking ondertekenden 1.500 fans een onlinepetitie waarin Metallica werd gevraagd om de samenwerking met de producer stop te zetten, omdat hij te veel invloed zou hebben op hun sound. Met resultaat: het met Rick Rubin opgenomen ‘Death Magnetic’ uit 2008 zou grotendeels een terugkeer zijn naar de thrashsound van de beginjaren.

Toen ik Lars Ulrich in 1998 voor Humo interviewde, zei hij over ‘The Black Album’: ‘Het was de moeilijkste plaat die we ooit hebben gemaakt, en tegelijk beseften we dat we met iets speciaals bezig waren. Die acht maanden in de studio waren acht maanden in de fucking hel. Maar uiteindelijk loont de hel.’

7. ‘LOAD’, ‘RELOAD’ EN ‘S&M’

De tour die de groep na ‘The Black Album’ aanvatte, zou drie jaar duren en creatief zijn tol eisen. Toen Hetfield en co. in 1995 weer de studio in doken, leek alles nog op wieltjes te lopen: in geen tijd hadden ze genoeg materiaal voor een dubbelaar. Om commerciële redenen werd besloten de songs in twee ladingen uit te brengen: ‘Load’ in 1996, ‘ReLoad’ in ’97. Beide platen schoten moeiteloos naar de top van de hitlijsten, ‘Load’ is zelfs de favoriete Metallica-plaat van mijn favoriete eindredacteur, maar het merendeel der critici lustte er opvallend minder pap van. Hetfield zou later toegeven: ‘Op ‘Load’ en ‘ReLoad’ hebben we bewezen dat we eender wat kunnen oppoetsen tot het ‘releasewaardig’ is.’

Met de hoezen, allebei van kunstenaar Andres Serrano, ging Metallica voor het schokeffect: ‘Load’ zat gehuld in ‘Semen and Blood III’, waarvoor de artiest zijn eigen bloed en sperma tussen plexiglas perste; ‘ReLoad’ deed het met ‘Piss and Blood XXVI’, waarvoor hij runderbloed met zijn eigen urine mixte.

Als een succesvolle groep waarvan elke scheet als zoete broodjes verkoopt echt ten einde raad is, zijn er doorgaans twee mogelijkheden: een coverplaat opnemen of aan de slag gaan met een symfonisch orkest. Metallica deed het allebei. ‘Garage Inc.’ uit 1998 (met covers van onder meer Black Sabbath, Misfits, Nick Cave and The Bad Seeds, Diamond Head en Killing Joke) was voor de fans een leuk hebbedingetje, vooral omdat ‘The $5.98 E.P.: Garage Days Re-Revisited’ mee in het pakket zat, een vroege coverplaat van de groep die een collector’s item was geworden. En of je de leer van Sacher-Masoch werkelijk toegedaan moest zijn om te kunnen genieten van ‘S&M’ uit 1999 (twee shows met het San Francisco Symphony onder leiding van Michael Kamen, uitgebracht als plaat en film), daarover lopen de meningen sterk uiteen.

Over het concert van Metallica met het Berliner Philharmoniker dat ik in november ’99 bijwoonde, kan ik wel duidelijk zijn. De vooruitgeschoven singles doen veel goeds vermoeden voor ‘72 Seasons’, maar in Berlijn sloot de groep die in 1983 iedereen wakker had geschud haar wonderjaren af met de slaapverwekkendste vertoning waarvoor ik ooit in een vliegtuig ben gestapt. Metal up your ass? My ass.

Metallica speelt op 27 en 29 april in Johan Cruijff ArenA in Amsterdam.
‘72 Seasons’ verschijnt op 14 april bij Blackened.

Luister ook naar onze playlist:

Schrijf je in op onze wekelijkse muzieknieuwsbrief:

Reageren op een artikel, uw mening ventileren of een verhelderend inzicht delen met de wereld

Ga naar Open Venster

Op alle artikelen, foto's en video's op humo.be rust auteursrecht. Deeplinken kan, maar dan zonder dat onze content in een nieuw frame op uw website verschijnt. Graag enkel de titel van onze website en de titel van het artikel vermelden in de link. Indien u teksten, foto's of video's op een andere manier wenst over te nemen, mail dan naar redactie@humo.be.
DPG Media nv – Mediaplein 1, 2018 Antwerpen – RPR Antwerpen nr. 0432.306.234