Humo's Rock Rally
De Antwerpse preselectie van Humo’s Rock Rally: ‘Een gezamenlijk zwaaimoment’
Eén etappe voor de finish van de Voorronde van Vlaanderen streek Humo’s Rock Rally neer in een ouderwets zaaltje in de beste betekenis van het woord. Geen betonnen doos, de Kavka Zappa ten westen van Antwerpen, maar een ruim bemeten jeugdhuis met een hoogsteigen geluid – beetje groezelig, meer dan gezellig. Dat het eerste glockenspiel van editie 2022 uit een keyboard werd getoverd mocht de pret niet drukken: het verslag van preselectie nummer negen!
Brechtje
Brechtje was zwanger en mocht daarom als eerste aantreden, in een opstelling die in de Kavka populair zou blijken: frontvrouw met drummer in de rug, geflankeerd door twee keyboardspelers die de vingers over meerdere verdiepingen toetsen lieten hink-stap-springen. Haar bolle buik stond in contrast met de bevreemdende teksten over uitgaan, relatieproblemen en jong zijn. Het begon interessant omdat Brechtje iets nieuws probeerde – donkere, broeierige elektronica met vocalen in het Nederlands – maar drie songs later was duidelijk dat hier geen nieuw genre boven het doopvont werd gehouden. En dat een vroedvrouw voor de halve finale een overbodige luxe zou zijn.
BRORLAB
Eén derde van BRORLAB hadden we een week eerder in Turnhout aan het werk gezien als zanger-gitarist-gezagvoerder van Tuff Guac. In BRORLAB probeerde Rafael Valles Hilario humor en punk aan elkaar te koppelen, wat resulteerde in een hogesnelheidssetje dat in minder dan drieënhalve minuut voorbij was. Het plaatje klopte: twee heren (gitarist Valles Hilario en een bassist zonder naam) in bloot bovenlijf en met voetbalkapsels uit de jaren 80 die zich overgaven aan songs met titels als ‘Football Is for Soccers’ en ‘Pee Is the Solution’, met hoge stem gekrijst door een blonde dame die in het jurylokaal de bijnaam Punky Spice meekreeg. Muzikaal haalde de vorm het van de inhoud en had het iets meer mogen zijn. Verveeld hadden we ons niet, maar elke minuut die BRORLAB langer had gespeeld, zou wellicht meer van hetzelfde zijn geweest.
Ivori Moss
Weer die opstelling bij Ivori Moss: frontvrouw, drummer, twee keyboards. In tegenstelling tot Brechtje deden ze geen poging om nieuwe wateren te verkennen, bleken de platgetreden electropaden met hier en daar een akoestisch excuuselement het hoogst haalbare, en waren de songs van dien aard dat je je van Ivori Moss een minuut of tien later nog maar bitter weinig voor de geest kon halen. ‘What If’ had geen slecht refrein maar bevatte een handvol passages te veel, gehuld in een arrangement dat veel beter had gekund. ‘I’m too old, I’m too pale’, zong frontvrouw Aline Goffin in ‘Bloomer’, maar het was vooral haar schelle stem die er tegen het einde van het setje te veel aan was.
Meltheads
Dat het bij Meltheads op de eerste echt goeie song wachten was tot de afsluiter, werd goedgemaakt door de energie en verbetenheid die ze van meet af aan tentoonspreidden. Anderhalve minuut en een klets punkrock in opener ‘Sweet Monica’, psychedelica in garagerockversnelling in ‘Gear’ – goeie klank, op samenspel niets aan te merken, maar van een melodie die naam waardig geen spoor. Afsluiter ‘Naïef’, gezongen in het Nederlands, maakte zo goed als alles goed. Een lome Stooges-riff uit de oude doos en galm tot in de nok bleken de ideale backdrop voor zanger Sietse Willems – een kruising tussen Mick Jagger, Axl Rose en Macaulay Culkin – om zijn jonge duivels uit te drijven. De summiere tekst en monotone opbouw deden aan De Brassers denken, maar de bravoure en geloofwaardigheid waarmee hij het bracht – hij moedigde zichzelf aan middels een paar welgemikte oorvegen – zorgden ervoor dat teenage angst het haalde van desolate kilte. Dat heet: een halvefinalist.
Anneleen Debaveye
Anneleen Debaveye stond in 2018 in de halve finale van Humo’s Rock Rally en had sindsdien 50.000 volgers verzameld op Instagram en 115.000 op TikTok, één van de hoofdrollen gespeeld in ‘Vloglab’ op VTM Kids (doet ze nog steeds), en de oversteek gemaakt van 14 naar 18 jaar oud. Debaveye toonde zich nog steeds behept met een zeer flexibele en melodieuze stem, maar het frêle meisje met de eigenaardige doch hoogsteigen songs achter de piano had plaatsgemaakt voor een popdiva met een jonge maar goed gedrilde groep in de rug. Alternative noemt ze het zelf, maar wat ze in Antwerpen liet horen stond met beide voeten pal in de mainstream. Geformatteerde, niet storende pop die perfect zou passen op een dorpsfeest, bij voorkeur in de vroege namiddag. Maar niet in een halve finale. Of alleszins niet die van 2022.
Carthage
Zangeres Sophie Herbots (28) en zanger-gitarist Thijs De Smedt (25) stonden als Carthage pas voor het eerst op het podium, en dat viel eraan te zien. In het eerste nummer probeerden ze de zenuwen weg te lachen, in het tweede lachten ze omdat ze het eerste overleefd hadden, en in het derde omdat het publiek zo sympathiek was de smartphones in de lucht te steken voor een gezamenlijk zwaaimoment. Klaus gunt iedereen zijn plezier en somberheid is er al genoeg in deze wereld, maar bij een tweede keer mag het toch wat meer zijn dan het lamme, bij momenten weliswaar niet slecht gezongen softpopgekabbel dat Carthage in Antwerpen bracht.
Ide Snake
Wat gitarist Mike Bloomfield op Monterey Pop deed voor de term ‘groovy’ deed de twintigjarige Cis Vermandel in Antwerpen voor het stopwoordje ‘man’: het recordaantal vermeldingen in een kwartier aanscherpen. Wie nu denkt dat Klaus de draak gaat steken met Cis heeft het goed mis, want wat hij als Ide Snake bracht, behoorde tot het beste wat we dit jaar in Humo’s Rock Rally aan hiphop te horen kregen. Hij klonk als een ruwere versie van Tourist LeMC: goeie frasering, goeie flow en tempo, staccato met toch genoeg swing. ‘Normaal als je lacht’, zijn tweede, was wellicht de eerste hiphopsong van deze editie die er echt stond, en wat hij in afsluiter ‘Tout seul’ aan freestyle deed, dat moet je, welja, maar doen. Halve finale!
Walmok
Walmok is naar eigen zeggen de vleesgeworden identiteitscrisis van de 23-jarige Wannes De Vogelaere uit Antwerpen. Samen met groepsleden Adam Vandenhautte en Robin Lantsoght (bas en gitaar) een paar weken geleden in Nazareth ondersteunend aan zet bij Jarvin (met De Vogelaere op toetsen), en vier jaar geleden met Walmok nog halvefinalist. Walmok en De Vogelaere waren veranderd: toen nog een piepjonge krullenbol die electrodisco bracht, nu als besnorde twintiger met een petje handelend in een mix van rap en pop met grote refreinen. Wat dat laatste betreft, bleef vooral opener ‘De leven’ overeind, de rest was van alles net dat tikje te weinig. Te weinig beklijvende teksten, te weinig echte songs, te weinig wat bleef hangen. Goed gespeeld, en vindingrijk in de bindteksten: hun tweede nummer, ‘Vandaag’, werd aangekondigd als ‘een song over wat zich afspeelt tussen gisteren en morgen’. Over twee jaar helemaal klaar?
BLUAI
BLUAI huisvestte niet één maar twee winnaars van StuBru’s Nieuwe Lichting 2022: BLUAI zelf én ILA, in BLUAI gitaarspelend onder haar echte naam, Ilayda Cicek. ILA zagen we in 2018 en 2020 ook al in de preselecties passeren. Hoge verwachtingen kortom voor deze all female band van de 20-jarige Catherine Smet uit Beveren. Ze openden met het Nieuwe Lichting-winnende ‘Dime Store’, een uitstekende folkpopsong die zich met beide zwemvliezen in het vaarwater van Phoebe Bridgers bevond, maar door een weerbarstige gitaarkabel uit koers werd gebracht. Gitariste Cicek bleef er anderhalve song lang mee worstelen, maar de twee andere nummers, ‘Hate You’ en ‘Blue Moon’, getuigden volgens de jury eveneens van genoeg talent om BLUAI naar de halve finale door te verwijzen.
Alison Jutta
Alison Jutta gaan we in die halve finale niet terugzien. Zingen kon ze, de 26-jarige Jutta Daems uit Antwerpen – BLUAI-zangeres Catherine Smet kwam er met open mond voor terug uit de backstage gespurt – maar haar liedjes waren in een vergelijkbaar bedje ziek als die van Anneleen Debaveye eerder op de avond: meer atmosfeer dan pure pop, geschreven volgens een formule die niet de magie had opgeleverd die op de verpakking werd beloofd. Ze stond goed op het podium, en op haar drummer en toetsenman-bassist viel niets aan te merken, maar als dit je beste songs zijn, is er nog werk aan de winkel, zei iemand achteraf. Woorden waar Klaus zich wel in kon vinden.