ColumnJomme Rocks
‘De bourgeoisie snuift zich kapot? Wel bekome het haar’
Elke week fileert (mc) op inzichtelijke wijze de popgeschiedenis en de tijdgeest, zoals die beleefd werd in de kolommen van uw lijfblad. Deze week keert hij terug naar februari 1993
Het was een slechte maand om in uw lijfblad te staan, want een meerderheid van de geïnterviewden van toen heeft al lang het tijdelijke met het eeuwige gewisseld. Niet noodzakelijk in volgorde van belang of belangrijkheid: Nand Buyl, Kris De Bruyne, dokter Le Compte, Erik en Geert De Vlaeminck, Hugo Claus en Harry Mulisch lieten hun licht, dat dra gedoofd zou worden, op de actualiteit schijnen. In de aanloop naar het WK veldrijden interviewde Martin Heylen drie De Vlaemincks, die geen bloed maar modder door hun aderen hadden stromen. Het interview leest als een hoofdstuk uit ‘Freud voor beginners’. Als haat liefde is, dan zagen die elkaar wel heel graag, want de heren zaten na vijf minuten al op hun paard en kwamen er tijdens het interview niet meer af. Geert, zoon van Erik, was een week eerder Belgisch kampioen veldrijden geworden en zette de familietraditie met verve verder: grote bek met veel talent. Totaal onverwacht overleed de grote belofte later dat jaar tijdens een cyclocross in Heist-op-den-Berg. Amper 26. Het was de tijd van de epo: dodelijke jaren voor sportieve jongens met ambitie en een goeie dealer. In enkele jaren tijd stierven jonge renners aan hartklachten, maar bij de dood van Geert verklaarde de dokter, een beetje cynisch maar enigszins terecht: ‘Het enige wat we nu over De Vlaeminck met zekerheid kunnen zeggen, is dat hij dood is.’
Gelukkig zijn er ook nog enkele in leven die toen al van jetje gaven: Louis Tobback, bijvoorbeeld, en enige lui uit de popmuziek, van wie men weet dat ze de geneugtes van het leven met enthousiasme beoefenen, zelfs al zijn ze illegaal. Louis verklaarde gevat zoals altijd aan Onze Man: ‘Eigenlijk zou ik als socialist geen punt moeten maken van cocaïnegebruik. Als de bourgeoisie zichzelf kapot wil snuiven: wel bekome het haar.’
Mick Jagger maakte zijn beste soloplaat (‘Wandering Spirit’) en verklaarde in een exclusief interview aan Onze Man: ‘Elke dag trek ik een halfuur uit om onnozel te doen.’ Waarop (ss), ad rem als hij is, riposteerde: ‘Maar dat doe ik al veel langer, en veel heeft het mij nog niet opgebracht!’ Waarna Serge zijn chauffeur belde om te klagen dat de Bentley niet grondig genoeg gestofzuigd was. Mensen maakten platen en werden vervolgens koudweg gefileerd of keihard bewierookt door (mxp) en co. Over ‘Beautiful Mess’ van Thelonious Monster zei de nu gevierde auteur van seksistische seksboeken met een kwinkslag: ‘Uitstekende plaat. Zoals de Amerikaanse generaal op bezoek bij het Belgische leger rond lunchtijd gevat opmerkte: ‘Beautiful mess.’’ ‘Insanity’ van het Belgische Derek and the Dirt vond hij dan weer zo slecht dat hij aanraadde ze in twee keer te beluisteren, ‘om te vermijden dat je halfweg het zevende nummer de dokter moet bellen’. Een keutel van een plaat: dat was de krachtig geformuleerde conclusie.
De om in een doosje te doene Lynn Wesenbeek werd door onze politieke redactie op de rooster gelegd en net niet geflambeerd. 1993 was de tijd waarin Vlaanderen alleen naar VTM keek: alleen ‘De droomfabriek’ kon zich met moeite in de top 10 wurmen, die verder gedomineerd werd door de Medialaan. Op de vraag wanneer ze naar de VRT zou verkassen, zei zij naar wie een heel dorp vernoemd is, koket: ‘Daar is voorlopig geen sprake van.’ Voorlopig eindigde pas op 27 januari 2020, toen Wesenbeek op vraag van Open VLD lid werd van de raad van bestuur van diezelfde VRT.