Concert★★★☆☆
De dames van Wet Leg speelden op Les Nuits Botanique met zo’n aangedikte achteloosheid dat het hen onweerstaanbaar cool maakte
De jaren 90 hebben gebeld: ze willen Wet Leg graag terug. Toch geven we die meisjes niet graag af, zeker niet na hun aanstekelijke performance in de Botanique.
Van bij de eerste noten deed het zaakje in Brussel niet zozeer “boem!”, dan wel “knars”, “schuur”, “piep” en “kraak”. ‘Being In Love’, uit Wet Legs puike titelloze plaat, sukkelde Le Grand Salon van de Botanique binnen met het dronken flair van onze favoriete ninetiesbands. Het olijke duo Rihan Teasdale en Hester Chambers liet zich bijstaan door een bassist, een drummer en een multi-instrumentalist die zo leken ontsnapt uit Stillwater, de fictieve band in Cameron Crowes rock-‘n-rollfilm Almost Famous.
Teasdale en Chambers interageerden prachtig met elkaar in Brussel. Twee schijnbaar naïeve plattelandsgrietjes uit The Isle Of Wight – in The Guardian noemden ze zichzelf gekscherend “country bumpkins” – die zichtbaar zelf niet kunnen geloven dat hun uit de hand gelopen grap rockfans uit heel Europa beroert. Tegelijkertijd koketteren de dames op haast sardonische wijze met een aangedikte achteloosheid die hen een onweerstaanbaar cool verleent. Ze genieten vooralsnog van hun status als indie darlings maar keren die ijzige coolness bij momenten met een vette grijns binnenstebuiten. Yep, Wet Leg hangt met veel plezier de ironie uit de jaren 90 aan, zoals die in dat decennium door de doortrapsten der slackers werd gebezigd.
Lees ook
Humo sprak met Wet Leg: ‘Onze naam is eigenlijk het enige dat ik zelf echt goed vind’
Wie die nineties van dichtbij heeft meegemaakt, smulde van Wet Legs set. ‘Supermarket en ‘Oh No’ rammelden met een vigueur waar Belly en The Breeders ooit een patent op hadden. Gitaarriffs schuurden onbeholpen langs elkaar, zo doorzopen als het lekkerste van The Lemonheads, terwijl de dames koddig pirouettes draaiden. En hey, die potige stop-startdynamiek die de nekspieren van de headbangende fanatici op de eerste rijen op de proef stelde, kwam zo uit het Grote Handboek Der Pixies.
De blonde Chambers ramde haar akkoorden de zaal in met de ijskoude lijzigheid van een Kim Gordon. Wat verderop dachten we écht dat zij en Teasdale zich elk moment aan ‘Bright Yellow Gun’ van Throwing Muses zouden wagen. ’t Is een voorzetje, dames. Eens proberen?
Hufters
Wet Leg mag dan het indiesnoepje van het moment zijn met duizelingwekkend veel Spotifystreams, een prefabgroepje is het allerminst. Teasdale en Chambers schrijven wel degelijk fantastische songs. ’t Is meteen het geheim achter de formule van de band: Wet Leg is een popgroep die catchy meezingers als punk en grunge vermomt. ‘Angelica’, ‘Too Late Now’ en ‘Wet Dream’ ploegden in Brussel dan wel hortend door de groove met gruis tussen de gitaarsnaren, hun radioversies zijn sprankelend geproduceerd en zetten de tintelfrisse refreintjes dik aan, met alle airplay vandien.
Terloops tacklen de dames op schalkse wijze de patsers, gluiperds, hufters en andere eikels uit hun verleden en hun omgeving. “You’re like a piece of shit, you either sink or float”, klonk het in het ijle ‘Piece of Shit’. “So you take her for a ride on your daddy’s boat / And you are not in love, but it’s close enough / You say you think about me when you’re fucking her”. Teasdale en Chambers zongen het met een weeë glimlach, om dan meedogenloos het nekschot toe te dienen: “Yeah, technically, I know that I agreed / But it was unenthusiastically”.
Gegil
In het nieuwtje ‘Primo Skin’ nam Chambers de wankelende leadvocal voor haar rekening en gaf ze aan dat Wet Leg ook simpelweg broos en melancholisch uit de hoek kan komen. ‘I Wanna Be Abducted (By A UFO)’ bleek het allereerste liedje dat de dames ooit samen schreven, “tijdens een ritje in een reuzenrad met de nachtelijke hemel als achtergrond, hopend dat we door een vliegende schotel zouden worden ontvoerd”. Black Francis van The Pixies is ongetwijfeld tuk op dat soort onzin.
Pas in de eindsprint gaf Wet Leg het concert een schop onder de kont, met ‘Ur Mom’. Heerlijk nummer, waarin het hysterische gegil uit de originele versie door de groepsleden werd overgenomen, op hilarische wijze – u had de gespeelde paniek in de ogen van de krijsende drummer moeten zien. We’ll have what he’s having.
‘Chaise Longue’, een noveltysong die is uitgegroeid tot een halve cultklassieker, spatte in de Botanique op extra punky wijze uit elkaar, tot jolijt van de fans. Potig geserveerd, met een geoliede dynamiek die we misschien graag wat vaker hadden gehoord in dit charmant krakkemikkige concert.
Prima show dus, zij het wat onevenwichtig. Wet Leg is vooralsnog een hype waard. Benieuwd wat ervan overblijft als iedereen weer nuchter is.
Gezien op 15 mei in de Botanique, Brussel
Schrijf u in op de festivalnieuwsbrief en mis geen enkele wedstrijd!