null Beeld rv
Beeld rv

Jack White

‘De Trump-jaren waren niet goed voor mensen die provocerende muziek maken. Vooral niet als hun naam Jack White was’

Benieuwd welke Jack White zaterdag het podium van Vorst Nationaal zal beklimmen. De Jack White van ‘Fear of the Dawn’, zijn drie maanden oude rockplaat? Of de Jack White van ‘Entering Heaven Alive’, zijn richting folk verende nieuwe worp? Eén ding is zeker: zonder de pandemie zou geen van beide Jacks opgedaagd zijn. ‘De lockdown voelde alsof iemand mijn been brak en zei: ‘En nu blijf je maar zes weken in bed liggen’,’ vertelt hij ons wanneer we hem begroeten. ‘Waarop ik blij riep: ‘Wow! Dank u!’’

Redactie

In zijn homestudio in Nashville belandt ons gesprek al snel bij hoe White, wiens beide benen trouwens in prima staat zijn, écht de pandemie doorgebracht heeft. Hongerig, zo zal blijken. Maar lucide als nooit tevoren. Het sleutelmoment: oktober 2020, toen hij de vraag kreeg om in de satirische tv-show ‘Saturday Night Live’ op te treden, die plots zonder muzikale gast was komen te vallen en op zoek was naar iemand die weg kon met een gitaar: Eddie Van Halen was net gestorven en behoefde een eerbetoon.

JACK WHITE«Ik kreeg op een woensdag telefoon op mijn vaste lijn hier in Nashville. Ze zouden vrijdag een privéjet sturen: ‘Zou je zaterdag kunnen spelen?’ Ik was gecharmeerd door de omstandigheden. Het voelde als variété: ‘Hé, de kerel die moest spelen is zonet ziek gevallen. Doe jij maar iets! Snel!’ Ik hou wel van een beetje dwang bij creativiteit.

»Die uitnodiging kwam op exact het juiste moment. De eerste zes maanden van de pandemie had ik geen noot gespeeld.»

– Had je een writer’s block?

WHITE «Nee, want ik was nog elke dag creatief bezig. Ik richtte mijn creativiteit gewoon op andere zaken. Op meubels stofferen, bijvoorbeeld, de job die ik deed tot The White Stripes al mijn aandacht begon op te eisen. En op de inrichting van de nieuwe winkel van mijn platenlabel Third Man Records aan Carnaby Street in Londen.»

– Hoe heb je je voorbereid op die eerste muzikale uitstap sinds lang, één die bovendien live uitgezonden zou worden in heel Amerika?

WHITE «Door niets meer te eten, om te beginnen.»

– Van de zenuwen?

WHITE «Niet per se, ik wilde gewoon iets uitproberen. Van het moment dat ik het telefoontje kreeg tot de seconde dat ik het podium opstapte, heb ik niets meer gegeten. Amper twee dagen hebben om te repeteren was me nog niet moeilijk genoeg (lacht).

»Ik at al even geen suiker meer, maar tijdens de pandemie ben ik beginnen te experimenteren met vasten. Eerst een dag, daarna 36 uur, twee dagen… Ik teer op extreme omstandigheden. Dan gebeurt er iets in mijn hoofd, en raak ik ervan overtuigd dat ik er alleen maar sterker, groter en béter uit zal komen. Ik word dus voortdurend herboren, kun je wel zeggen.»

– Welke bijwerkingen vallen je dan op?

WHITE «Opmerkelijk genoeg voelde ik de drang om zoveel mogelijk te bewegen. Dan zat ik om vijf uur ’s ochtends op de fiets. Je lichaam probeert je natuurlijk zover te krijgen dat je eten gaat zoeken. Interessant effect, vond ik.

»Ik ben altijd op zoek naar nieuwe manieren om energie op te doen. Tegenwoordig is het eerste wat ik doe als ik opsta: naar de zon staren.»

– Waarom?!

WHITE «Je bent meteen klaarwakker. Het is een bizar evolutionair trucje.»

– Wat was de langste periode dat je geen hap gegeten hebt?

WHITE «Vijf dagen. Plots stroomden de songs eruit. Het was bijna een religieuze ervaring. Toen ik begon te schrijven, kwam er geen einde aan.»

PLOERTERIGE PRINCE

– Vandaar plots twéé platen, dit jaar: in april verscheen ‘Fear of the Dawn’, volgende week volgt ‘Entering Heaven Alive’. En zoals je zei: ook op andere vlakken heb je niet stilgezeten. De meeste inkt vloeide over je plannen om met je Third Man Records ‘Camille’ uit te brengen, de geschrapte plaat die Prince in 1986 onder dat pseudoniem opnam en waarop hij zijn stem voor het eerst een vrouwelijk tintje gaf door ze in de studio de hoogte in te jagen.

WHITE «Prince wilde de plaat ook zo uitbrengen, zonder vermelding van zijn eigen naam. Op het allerlaatste moment zag hij ervan af, maar een paar exemplaren – 25, zo wordt geschat – zijn destijds toch in omloop geraakt. Ik heb er zelf eentje: gekocht voor net geen 50.000 dollar. In 2017 hadden we er al eens bijna één van te pakken gehad, maar toen bracht Questlove van The Roots op het laatste moment een hoger bod uit.»

– Eerder kregen jullie ook al de zegen van Prince’ nabestaanden voor een speciale heruitgave van ‘Sign O’ the Times’, de klassieker uit 1987 waarop hij enkele nummers van ‘Camille’ recupereerde.

WHITE «Ik hou van het idee dat we iets overdragen aan de volgende generatie. Ik zie ‘Camille’ namelijk ook als een symbool, een waarschuwing zelfs, voor al te verregaande idolatrie die wereldberoemde muzikanten vaak te beurt valt. Dertien jaar Third Man runnen heeft me doen inzien dat artiesten veel meer te danken hebben aan de mensen van hun platenlabel dan ze denken. En toen kon ik niet anders dan denken aan Prince. Hoeveel platen heeft hij niet geschrapt toen ze eigenlijk al klaar waren om te worden geperst? Hoeveel mensen achter de schermen hebben hun werk daardoor niet tenietgedaan zien worden?

»Ik moest ook denken aan een andere beruchte anekdote over Prince, over die keer dat hij een geluidstechnicus op staande voet ontsloeg omdat een knop die hij lukraak indrukte op het mengpaneel niets leek te doen. Er zijn ongetwijfeld veel mensen die dat gedrag cool vinden, misschien omdat het erg rock-’n-roll lijkt. Maar als je eerlijk bent is het gewoon ploerterig. Het is een pure egokwestie: ‘Kijk eens wat voor een bad ass ik ben.’»

– Prince is maar één voorbeeld, natuurlijk. Wat te denken van Keith Moons gewoonte om hotelkamers tot gruis te slaan, en vooral: van de arme hotelbedienden die nadien het puin mochten ruimen?

WHITE «The Rolling Stones konden er naar verluidt ook wat van.»

– Daarvan kun jij persoonlijk getuigen, schijnt het.

WHITE «Niet dat ze bij mij de boel kort en klein geslagen hebben, maar er was inderdaad een tijd dat de Stones af en toe over de vloer kwamen om mijn studio te gebruiken. Ze wilden me testen, denk ik. Ze wilden zien of ik het in me had om een Stones-plaat te producen. Onze samenwerking verliep niet altijd even hartelijk (lacht). Zes jaar lang zijn ze hier soms komen opnemen, maar het is nooit echt gelukt om me een houding tegenover hen aan te meten.

»(Wijst) Kijk, daar aan het mengpaneel hangt nog een foto die ik toen gemaakt heb van Keith Richards

– Zit er ook een verhaal achter de foto van Michael Jackson ernaast?

WHITE «Die is geschoten voor een interview. In 1995, denk ik. Hij ziet er nogal… alien-achtig uit, niet? Hij hangt daar omdat ik vaak terugdenk aan zijn visie op songschrijven. Hij vond: als je een nummer wilt schrijven, moet je eerst God in de kamer binnenlaten. Je dénkt alleen maar dat jij het bent die aan het schrijven is. In werkelijkheid ben je een antenne die een signaal hoopt op te vangen van elders. En dat verwijst dan weer naar waar we het net over hadden: je moet je eigen ego smoren om iets degelijks te kunnen maken.»

null Beeld Photo News
Beeld Photo News

– Misschien toepasselijk wat dat betreft: in ‘Morning, Noon and Night’ op ‘Fear of the Dawn’ zit de eerste gitaarsolo op een Jack White-plaat die je níét zelf hebt ingespeeld. Die eer gaat naar Duane Denison, bekend van The Jesus Lizard en Tomahawk. Hoe heb je hem leren kennen?

WHITE «Scarlett, mijn dochter, was bevriend met zijn dochter Francesca. Op een middag ging ik haar ophalen, en pas toen besefte ik dat het díé Duane Denison was. We raakten aan de praat over dingen als het vaderschap, onze achtergrond en honkbal. Toen ik Duane later opbelde om te vragen of hij misschien iets wilde inspelen op een demo, twijfelde hij niet. Hij nam meteen een dag vrij bij de bibliotheek in Nashville waar hij werkt.»

– Je noemde het ‘een demo’, maar dat was het niet: de opname van die dag heeft gewoon de plaat gehaald.

WHITE «De bedoeling was om iedereen hier te krijgen zonder een duidelijk idee van wat hen te wachten stond. Als je op voorhand alles al tot in de puntjes voorbereid hebt, verlies je de magie die met improviseren gepaard gaat. Ik wilde de muziek pas laten horen aan de gastmuzikanten toen ze al in de studio zaten. Vroeg iemand op voorhand om een demo-opname – ‘Ter voorbereiding, Jack’ – dan hield ik de boot af. Ik wil geen dirigent zijn van een stel huurlingen die elk hun partij komen inspelen. Ik wil dat er een gróép in de studio staat.»

JACK BIJ KAARSLICHT

– Is je oog voor de schaduwzijde van ego en rocksterrengedrag niet mee ingegeven door het feit dat jij ook notoir moeilijk zou zijn om mee samen te werken? Je afkeer van mobiele telefoons is bekend, maar toen je in 2012 besloot om voor je tour twéé begeleidingsbands mee te nemen, een vrouwelijke en een mannelijke, om af te wisselen, kreeg je ook de reputatie erg hard te zijn voor je groepsleden. Vaak vernamen de muzikanten pas de dag zelf of ze die avond op het podium zouden staan.

WHITE «Ik heb zonder twijfel een extreme kant. Toen ik jong was, heb ik zelfs even getwijfeld om naar het seminarie te gaan. Maar priester worden ging me eigenlijk nog niet ver genoeg. Als ik niet gevraagd werd om een gelofte van stilzwijgen af te leggen en in een klooster te gaan wonen, als een monnik, vond ik er niets aan. Zo is het met wel meer dingen: als ik iets niet tot het uiterste kan drijven, begin ik er niet aan. Maar dan worden, zoals je zegt, algauw indianenverhalen over je verzonnen: ‘Jack White wil alléén muziek opnemen bij kaarslicht!’ Dat verhaal heb ik trouwens zelf opgevangen.

»Nu ja, ze doen maar. Geen bezwaar tegen mensen die denken dat ik een freak ben in de studio. I don’t give a fuck. Maar als ze rondbazuinen: ‘Hij behandelt zijn bandleden als vuil’, stoort me dat wel degelijk. Als iemand iets slechts over me zegt, wil ik tenminste dat het wáár is.»

– Een beetje controverse is nooit ver weg als het over jou gaat. Je begindagen in Detroit waren al doorspekt met publiekelijke vetes met andere bands. Je ging ooit op de vuist met Jason Stollsteimer van The Von Bondies. Nog bekender is je jarenlange bittere rivaliteit met The Black Keys. Een tijdlang hield New York Magazine zelfs een lijst bij van al je vetes.

WHITE «Ellebogenwerk ben ik heel lang als een deel van de job blijven zien. De laatste therapeut die ik had, meer dan tien jaar geleden, waarschuwde me daarvoor: ‘Als je durft uit te komen voor je eigen mening, betekent dat helaas ook dat je in bepaalde kringen misprijzen zult oogsten. Dan gaan mensen je bijvoorbeeld pretentieus vinden.’ (Steekt handen in de lucht) Hey, ik zal ze niet tegenspreken. Maar ik ben ook van mening dat we allemáál pretentieus zijn.

»Neem nu de Ramones: de beste, authentiekste punkband volgens sommigen, terwijl anderen vinden dat ze gewoon een uniform droegen. En hun namen waren ook al niet echt.»

– En hoe luidt jouw oordeel?

WHITE «Ik hou zielsveel van de Ramones, maar laten we niet doen alsof ze niet ook een rolletje speelden. Als mensen je bespotten omdat ze je pretentieus vinden, wil dat volgens mij eerder zeggen dat ze aanstoot nemen aan wát je pretendeert te zijn.»

– Wees eens eerlijk: hoeveel van je extreme kantje is bedoeld om mensen op stang te jagen? Ik denk dan aan je voorstel van tien jaar geleden om een plaat van Insane Clown Posse te producen: één van de meest gerespecteerde muzikanten ter wereld die één van de vaakst bespotte rapgroepen onder zijn vleugels zou nemen. Schuilt er een trol in Jack White?

WHITE «Die keer wel, misschien (lacht). Ik moet toegeven dat ik in het verleden soms werd gemotiveerd door het idee hoe fijn het zou zijn om mensen op stang te jagen. Het onvermijdelijke nadeel: na een tijd gaat iedereen denken dat je hen voortdurend in de maling neemt. Toen ik tijdens mijn concerten aan het publiek vroeg om telefoons achterwege te laten, zodat we gewoon allemaal van het optreden konden genieten, dachten veel mensen dat ik het gewoon voor de grap deed.

»Hetzelfde voor mijn obsessie met vinyl en oude opnameapparatuur: dat is heus geen manier om moeilijk te doen. Voor mij is het een kans om iets dat op sterven na dood was toch in leven te houden.»

100 WERKNEMERS

– Toen je in 2018 ‘Boarding House Reach’ uitbracht, zelfs voor een excentrieke artiest een eerder experimentele plaat, waren er ongetwijfeld ook mensen die dachten dat dáár een grap mee gemoeid was.

WHITE «Dat de reacties gemengd waren, verraste me niet echt. De nummers lagen behoorlijk ver van mijn comfortzone. Telkens als ik die plaat hoor, raak ik er nog door geïnspireerd. Maar ik zal niet snel nóg een ‘Boarding House Reach’ maken. Dan bedoel ik: muziek die ik achteraf voortdurend moet verdedigen en uitleggen.

»Ik denk dat de tijdgeest ook meespeelde. De Trump-jaren waren voor niets goed, en al helemaal niet voor mensen die provocerende muziek wilden maken. Voorál niet als hun naam Jack White was.»

– Geef je vandaag minder of net méér om wat mensen van je muziek vinden dan vroeger?

WHITE «Meer, denk ik. Een bedrijfje runnen heeft me doen inzien dat je soms niet anders kunt dan rekening houden met anderen. Ik zou niets liever doen dan arrogant zijn en beweren: ‘Alles kan me aan mijn reet roesten!’ Maar zo werkt het niet meer. Bij Third Man betaal ik het loon van honderd mensen, ik móét dus bezig zijn met de impact van mijn beslissingen. Het label zou gewoonweg niet bestaan als het alleen om mijn ego zou draaien.

»Om je een idee te geven: ik denk er zelfs ernstig over na om toch maar gewoon een smartphone te kopen.»

– Een aardverschuiving, gezien je jarenlange afkeer van al wat modern is.

WHITE «Het is gewoon vervelend om voortdurend aan vrienden te moeten vragen om dit of dat voor me te regelen. Probeer maar eens een afspraak voor een coronatest te maken zonder telefoon.

»Ik voel almaar meer bewondering voor mijn moeder, die op haar 91ste thuis rondloopt met de zondagsmis in haar bluetooth-hoofdtelefoon. Mijn ouderwetse manier van leven heeft me lang geïnspireerd, maar zodra je er alleen nog nadelen van ondervindt, moet je je misschien eens afvragen of je principes nog wel gezond zijn.»

– Weinigen weten hoe betrokken je bent bij de dagelijkse werking van Third Man Records: het is verre van een hol prestigeproject.

WHITE (knikt) «Third Man is het schoolvoorbeeld van een onafhankelijk label. We nemen de muziek zelf op, persen de platen, regelen alle promotie, en doen de verkoop. Als beroemde muzikant een label oprichten om je ego te stutten is inderdaad makkelijk. Daarna ook elke dag aan je bureau gaan zitten om het aan te sturen, zoals ik probeer te doen, is een ander paar mouwen.»

– Jack White in een kantoorjob: zet dat geen rem op de creativiteit?

WHITE «Nee, het is gewoon een andere manier om creatief bezig te zijn. Ik vind het bovendien net prettig om het evenwicht te zoeken tussen het stabiele leven achter een bureau en het turbulente leven van een muzikant. Een artiest in een rumoerige omgeving, wie kijkt daar nog van op? Een artiest die er nog altijd in slaagt om iets te creëren, zelfs al heeft hij zijn leven netjes op orde: dát is pas zeldzaam.»

© Mojo

‘Entering Heaven Alive’ verschijnt op 22 juli bij Third Man Records.
Jack White speelt op zaterdag 16 juli in Vorst Nationaal.

null Beeld rv
Beeld rv

Schrijf je in op onze wekelijkse muzieknieuwsbrief:

Reageren op een artikel, uw mening ventileren of een verhelderend inzicht delen met de wereld

Ga naar Open Venster

Op alle artikelen, foto's en video's op humo.be rust auteursrecht. Deeplinken kan, maar dan zonder dat onze content in een nieuw frame op uw website verschijnt. Graag enkel de titel van onze website en de titel van het artikel vermelden in de link. Indien u teksten, foto's of video's op een andere manier wenst over te nemen, mail dan naar redactie@humo.be.
DPG Media nv – Mediaplein 1, 2018 Antwerpen – RPR Antwerpen nr. 0432.306.234