null Beeld

De woeste jaren van Lange Polle, weldra ex-bassist van Triggerfinger: 'Het aantal villa's met zwembad die ik in drank of drugs heb omgezet?'

Einde van een tijdperk. Straks verlaat bassist Paul Van Bruystegem Triggerfinger om zich op zijn eigen projecten te richten. Humo zocht ‘Lange Polle’ een aantal jaar geleden op om het onder meer te hebben over het wilde leven en hoe het te leiden.

Wilfried Hendrickx

Dit artikel verscheen voor het eerst op 12 september 2016.

Ik ken Lange Polle, né Paul Van Bruystegem, van in zijn en mijn Leuvense tijd, zeg maar: late jaren 70, vroege jaren 80. Hij speelde gitaar als een jonge god en dronk in zijn eentje de toog leeg.

Ik ken Lange Polle, né Paul Van Bruystegem, van in zijn en mijn Leuvense tijd, zeg maar: late jaren 70, vroege jaren 80. Hij speelde gitaar als een jonge god en dronk in zijn eentje de toog leeg.

'Tegen jonge lezers zou ik willen zeggen: doe niet wat ik heb gedaan. Don't try this at home'

‘Ik durf het aantal villa’s met zwembad niet te tellen die ik in drank of drugs heb omgezet,’ zal Monsieur Paul straks verzuchten. Want onze held durfde ook bijna dagelijks ‘een flinke lijn te leggen’ en was op de koop toe dol op de heerlijkste vuiligheid die God ooit heeft geschapen: het wonderlijke alprazolam, commerciële naam Xanax, komende uit de chemische werkplaatsen van het niet genoeg te prijzen Upjohn, later terecht opgekocht door farmareus Pfizer!

Die vloeibare en scheikundige uitspattingen liggen vandaag gelukkig vér achter de gevierde bassist: in 2007, na een helse rehab in de psychiatrische kliniek Sint-Jozef in Kortenberg, kwam Paul eindelijk droog te staan. Definitief: hij was bang geworden om de Triggerfinger-trein, die duidelijk aan het vertrekken was, alsnog te moeten missen. Vandaag, negen jaar later, drinkt Van Bruystegem alleen nog koffie: sloten pure cafeïne waarin je je lepeltje rechtop kunt zetten. Demon Alcohol voorgoed bedwongen. Prinses Xanax, dat bedwelmend mooie topmodel, voor altijd in de vergeetput gestopt. Hail! Hail! Rock ’n’ Roll!

De vreselijke Kortenbergse afkick wierp snel vruchten af: de Lange ontpopte zich tot misschien wel de luidste, de meest dragende, meest intense, meest melodieuze bassist van België & omstreken (understatement, Polle). Samen met Triggerfinger klom hij naar de Elysische hoogten van de rock, oogstte in 2012 een megahit met ‘I Follow Rivers’, maakte beestige tournees door Europa en Canada en scheidde samen met z’n kompanen Ruben Block en Mario Goossens plaat na plaat af, stuk voor stuk gedrenkt in die unieke Triggerfinger-saus: ‘Wij gaan voor de 100 procent, après nous le déluge, minder is niet genoeg.’ En nu ligt daar voor mij in dof glanzend zwart, met hier en daar een witte toets: de vinylhoes van zijn o zo mooie soloplaat ‘LowRider’. Met ernaast zijn rechttoe rechtaan autobiografie, ‘Monsieur Paul: On Tour’, waarbij die van Keith Richards tot Libelle-literatuur wordt herleid. Een bio die schrééuwt om levenslessen. Fasten seatbelts voor een rit naar de hel. En terug naar, wat dacht u, de hemel.

HUMO Waar kom je vandaan?

Paul Van Bruystegem «Uit Heverlee, in die jaren nog een katholiek bastion waar de kerk triomfeerde en de CVP de lakens uitdeelde. Op de koop toe waren mijn beide ouders leraar. Zo werd ik ook opgevoed: stréng. Mijn vader stond in de toenmalige SPAS, de Leuvense beroepsschool, bekend om zijn ijzeren tucht. Als hij z’n klas kwam binnengewandeld, werd er niet geademd.

»Mijn ouders hadden minstens universiteit voor mij in gedachten: apotheker of ingenieur, of misschien wel dokter… Maar dat was buiten de rock-’n-roll gerekend (grijnst). De eerste plaat die ik ooit kocht, was ‘Band of Gypsys’ van Jimi Hendrix. Man, ik leek wel betoverd. Meteen wist ik: dit is waar ik naartoe wil. Maar mijn vader dacht er anders over: mijn platen werden afgepakt en weggestopt of stukgemaakt, mijn gitaar werd kapotgeslagen. Ik was nog geen 14, maar al een kop groter dan mijn vader (Lange Polle meet 1 meter 99, red.) toen ik voor hem ging staan: ‘Pa, ik wil muzikant worden.’ Hij keek naar mij op en zei: ‘Maak eerst verdomme je studie af. Dan kun je later naar het Lemmensinstituut.’ Dodelijk, natuurlijk: het heeft tot op z’n sterfbed geduurd vooraleer ik het met hem heb kunnen goedmaken.»

HUMO Als ik het juist heb, ben je toen, een kind nog, van huis weggelopen?

Van Bruystegem «Klopt. Ik dook onder in het welig tierende Leuvense caféleven. Weet je: als je wat gitaar kunt spelen, zul je in Leuven nooit verhongeren en altijd wel een bed vinden. Guy Hayen van het legendarische café Den Delper was de eerste die zei: ‘Kom op, Lange, ik geef je een sandwich americain en een plaats om te maffen.’ De Leuvense cafébazen en barmannen waren toen een soort straathoekwerkers, mecenassen, maatschappelijk werkers. Een beetje muzikant kon maandenlang op de poef drinken – en als de baas je goedgezind was, werd die poef soms vergeten (lacht). Ik denk nu aan de Risse van De Weerelt, aan de baas van Het Atelier, aan Dikke Flor. Altijd weer kreeg ik een croque-monsieur of een punt pizza toegestopt, en a place to hide.»

null Beeld

'Op mijn 14de dook ik onder in het Leuvense caféleven. Als je wat gitaar kunt spelen, zul je er altijd wel eten en een bed vinden'


Ontgroend en weer af

HUMO In die jaren maakten gitaristen als Armand ‘Big Bill’ Hombroeckx en Steve Turcksin in Leuven het mooie weer.

Van Bruystegem «Man, ik keek naar Armand en Steve op als waren het goden, als waren zij Jimi Hendrix zélf. Toen Big Bill mij op een mooie dag vroeg ‘om eens samen te repeteren’, leek het of de hemel over mij neerdaalde.»

HUMO Ondertussen waren je drinkgewoonten wereldberoemd geworden in Leuven. Je stond met gekruiste armen naast de toog van Den Allee, met een halve meter bier voor je. ‘Geef Lange Polle zes pinten van mij,’ klonk het vaak. Er ging een dreigende rust van je uit.

Van Bruystegem «Niets om trots op te zijn (lacht beschaamd). Ik begon te drinken om mij een houding te geven: ik was de jongste en wilde er per se bij horen. Veel vrienden van toen zijn vroegtijdig gestorven: de Kozze, Gerrit Struyf, Makke ‘Deux-Chevaux’, de Joost, Jokke Kerkhofs... Ach, zovelen hebben het niet overleefd. Onze roadie, Gigi, ik weet niet of die nog leeft: als wij met Big Bill ergens gingen spelen, zorgde Gigi voor een leuk tussendoortje: op een dienblad liet hij vijf drieëndertigers Stella aanrukken. Dan speelde Armand op zijn gitaar (neuriet): do, re, mi, fa, sol, la, si, do – en gaf Jokke Kerkhofs een lap op zijn cimbaal. In die tijdspanne, zo’n zeven seconden, dronk Gigi zijn eerste pint: hij slikte niet, hij góót het bier naar binnen, zoals je benzine in een auto giet. En dat vijf maal na elkaar. Vijf pinten in 35 seconden: als jij dat probeert, val je dood neer. Maar Gigi veegde z’n mond droog, oogstte het applaus, en stapte waardig weer van het podium. Dat geeft je enig idee van wat de Leuvense caféscene toen betekende.»

HUMO Heb je misschien nog een Jupiler voor mij? Maar ga verder. Over je eerste serieuze groep, The Boxcars, bijvoorbeeld. Jullie zongen toen, zeer verdienstelijk overigens, J. Geils Band-getinte nummers, en dingen als ‘High Life’, ‘Don’t Fight it’, ‘Fire Down Below’, ‘Dust my Broom’ en ‘Shoorah, Shoorah’.

Van Bruystegem «The Boxcars, dat waren de Sante (Peter Vansantvoet, red.), Lukke De Graaff, Jokke Kerkhofs en ikzelf. We speelden rhythm-and-blues. Sante had een fantastische stem, ik werd almaar beter op sologitaar: de weg naar de roem lag eindelijk open. Dachten wij.»

HUMO En toen kwam dat vermaledijde idee bij jullie op: als wij het echt menen met onze muziek, moeten wij naar Amerika. Uw dienaar mocht jullie, op de vooravond van jullie vertrek, voor Humo interviewen: ‘The Boxcars: even voorstellen? Te laat!’

Van Bruystegem «Dat interview heeft ons tot in Amerika achtervolgd (lacht). Drie van The Boxcars zijn toen zonder retourticket naar New Orleans vertrokken. Onze bruggen in Leuven waren verbrand: wij hadden alles verkocht wat we bezaten en kwamen met moeite aan 100.000 frank (2.500 euro, red.). Alleen al de tickets halveerden dat budget. Ons plan was: wij duiken in New Orleans onder – naar het schijnt kon je er makkelijk in de illegaliteit leven. We zoeken er een job in de horeca, desnoods als bordenwasser, kopen met dat geld instrumenten, richten een nieuwe groep op en spelen er alles aan flarden. Dáchten wij tenminste (glimlacht).»

HUMO Ik herinner mij jullie uitverkoop nog goed: in mijn bibliotheek liggen nog altijd ‘The Godfather’ van Mario Puzo en een gestencild songboek van Bob Dylan te pronken, gekocht voor 20 frank. Met jouw handtekening erin. Waarvoor dank.

Van Bruystegem (glimlacht) «Een koopje. En ’t was voor de goede zaak.»

HUMO Dit geëerde blad waarschuwde toen: ‘Kom niet klagen als je over drie weken, berooid en in je ondergoed, weer in Zaventem landt, beste.’

Van Bruystegem «Wij hebben het íéts langer uitgehouden. Het was een onvergetelijke tocht, waarin we alle drie ontgroend werden. De eerste nacht in New Orleans werden wij al afgezopen door een stel madammen van wie wij pas achteraf beseften dat het hoeren waren. Na enkele dagen was ons geld zo goed als op. Van ‘klein beginnen in cafés’ bleek totaal geen sprake: de eerste de beste straatmuzikant speelde er tien keer beter dan ieder van ons. Dus reisden wij door naar Austin, Texas om het daar te proberen – vanzelfsprekend per autostop.

»Na er twee weken te hebben rondgedoold, begonnen wij echt honger en vooral dorst te lijden. Overdag was het 50 graden heet, de koortsblaren stonden op onze lippen. ’s Nachts braken we in om een kraantje met water te vinden. De eerste die er genoeg van kreeg, was de Sante: hij eiste de helft van het overgebleven geld op en trok weer naar huis. Het strafste van al: de hele tijd liep ik op krukken. Even voor onze afreis was ik met mijn zatte botten van de trappen van het justitiepaleis gedonderd en had ik een gecompliceerde beenbreuk opgelopen. Mijn been stak vol ijzer, dat er na enige tijd weer uit moest. Maar dat kon ons niet tegenhouden! Wij hadden geen geld voor een taxi, dus sleepte ik mij voort tot ik erbij neerviel.

»Uiteindelijk belandden we in een godvergeten pand in Austin, waar Big Bill en de Tasse (legendarisch in Leuven, red.) ons opvingen. Maar die hadden zélf nauwelijks geld: ‘Sorry, mannen, ’t is hier ieder voor zich. Ge moogt hier slapen, maar voor uw eten moet ge zelf zorgen.’ Toen onze toestand almaar hopelozer werd, zijn wij berooid bij de Belgische ambassadeur gaan aankloppen. Die was al op onze komst voorbereid: ‘Ja, mannen, de Humo wordt hier ook gelezen, hè.’ Een week later stonden wij weer op Zaventem.»

null Beeld

HUMO Uitgeput, failliet, maar zoveel lessen rijker?

Van Bruystegem (knikt) «Het was vooral een les in nederigheid: wij waren niet die ‘grote muzikanten in de aloude bluestraditie’, wij waren simpelweg een stel losers dat nog alles te leren had. Vanaf toen ben ik de muziek écht ernstig gaan nemen. Ik ben serieus beginnen te oefenen, ik ben bij The Wolf Banes binnengestapt, kreeg meer en meer ervaring, ook in de studio, en werd een veelgevraagd sessiemuzikant.»

null Beeld

HUMO En toen, in 1998, na vele muzikale omzwervingen, kwam Triggerfinger. Opmerkelijk: je werd gevraagd als bassist, niet als de uitstekende leadgitarist die je altijd al was geweest.

Van Bruystegem «Ruben Block zong en speelde lead. En hij wilde een trio. Dus heb ik mij in enkele dagen omgeschoold.»

HUMO Je hóórt gewoon in je baslijnen dat je vroeger lead speelde. En dat bedoel ik als een compliment: je speelt melodieuzer en gevarieerder dan de doorsneebassist.

Van Bruystegem «En dat doe ik met drie vingers. ’t Is iets wat ik nog aan niemand heb verteld. (Heft zijn linkerhand op, waarvan duim en pink hulpeloos naar beneden hangen) Er zit in mijn nek een zenuw geklemd, en die verlamt een deel van mijn linkerhand. Maar ik heb mij aangepast: een muzikant kan veel compenseren. Denk aan Django Reinhardt: die speelde fantastisch gitaar met een misvormde en verlamde pink en ringvinger. Muzikaliteit zit niet in je handen, ze zit híér (tikt op machtig voorhoofd).»

★★★

‘25 april 2007. Hier zit ik dan. In de groezelige, stinkende rokersruimte van de psychiatrische kliniek Sint-Jozef, Kortenberg. Op de achtergrond gepraat, gehuil, geroep. Finally I fucked it up. And I fucked it up badly. Paul de Onverwoestbare. Monsieur Paul. Dé Lange Polle… De man die sneller drinkt dan zijn schaduw. De man die half Colombia in zijn neus gepompt heeft. Altijd sneller, altijd slimmer. Mr. Smart-ass. Mr. Man. Veel schiet er niet meer van over.’

★★★

HUMO Na twaalf jaar met Triggerfinger stortte je in. Hoe was het zover kunnen komen?

Van Bruystegem «Twee decennia lang verslaafd zijn aan alcohol, coke, Xanax, you name it: dat houdt geen mens vol. Lange tijd dacht ik dat ik het onder controle had. Maar ik begon almaar sneller af te glijden, tot ik herleid was tot een bevend, hoestend en rochelend hoopje miserie. Jarenlang had ik aan zelfmedicatie gedaan: de booze en de drugs hielpen mij om overeind te blijven en mijn paniekaanvallen te controleren. Er waren momenten dat de angst mij overviel, een gevoel dat hier begon (wijst op z’n borst) en naar hier (wijst op hoofd) opsteeg. Als ik dan niet snel een lijn kon zetten, was het alsof ik ging stikken. Bevend greep ik naar om het even wat toevallig op de toog stond en dronk ik snel drie, vier glazen na elkaar leeg. Tot de aanval onderdrukt was. (Denkt na) Veel had te maken met het verleden: zo jong van huis weg, zo lang stuurloos en zonder remmen geleefd. Koste wat het kost wilde ik mijn imago trouw blijven: niks of niemand kon mij wat maken. Wie een te grote mond tegen mij opzette, liep tegen mijn vuist. Ik was dé Lange Polle, snap je.»

HUMO Waren er geen vrienden die je waarschuwden dat je je gezondheid aan het verwoesten was?

Van Bruystegem «Ach, het was bij mij allemaal schone schijn. En wie mij wilde helpen, vond ik bemoeiziek of een softie. Maar hoe groter mijn bakkes, hoe kleiner mijn hartje. Mijn hele verschijning camoufleerde toen één langgerekte schreeuw om hulp en aandacht.»

HUMO Wie heeft je gered?

Van Bruystegem «Hoe onwaarschijnlijk ook: de Sante, die mij in Austin in de steek had gelaten, en zijn vrouw. Op een feestje zagen zij hoe erg ik eraan toe was. De Sante had zelf al enkele afkicksessies achter de rug. En zijn vrouw, een verpleegster, zag meteen dat het dringend was: zij heeft mij bijna manu militari naar Kortenberg gestuurd.»

HUMO Bij Triggerfinger werd je onmiddellijk vervangen door basspeler Renaud Majeur, ‘een motherfucking goeie muzikant’, zoals je zelf schrijft.

Van Bruystegem «Ja, en dat is ten slotte the turning point gebleken. Ik begreep dat ik alles aan het verliezen was, mijn trots, mijn werk, mijn kunst, mijn inkomen, mijn plaats in de groep. Het is uiteindelijk Ruben geweest die heeft beslist: ‘Paul, als je helemaal clean bent, nemen wij je terug. Jij bent een maat. En een maat laat je niet in de steek.’ Let wel: mijn vervanger deed zijn job uitstekend, hij was minstens een even goede bassist als ik. Maar de twee anderen wilden mij nog één kans geven. De allerlaatste. En die heb ik gegrepen: ik ben nu helemaal sober, ik raak geen druppel meer aan.»

HUMO Beschrijf eens je vriend en leider Ruben Block? Aan de totale overgave waarmee hij zingt, meen ik te mogen afleiden dat hij een werkelijk goed mens is.

Van Bruystegem «Dat is hij, ten voeten uit: een fantastische gast en een groot muzikant. Ook privé houdt hij de zaak klaar en onbespoten: de vrouwen zwermen als vliegen rondom hem, hij heeft ze maar voor het uitkiezen. Maar hij blijft simpelweg in zijn rol van trouwe echtgenoot en liefhebbende vader. Als ik vroeger zo had geleefd als Ruben, zou mij veel narigheid bespaard zijn gebleven.»

HUMO Hoe verliep de rehab in Kortenberg?

Van Bruystegem «Verschrikkelijk. Kijk, stoppen met drinken, tot daar aan toe. Maar kappen met Xanax, dat was de hel. Weet je: ten langen leste slikte ik er tien per dag. Zonder begon ik te shaken. Xanax is de grootste vuiligheid die er bestaat. Je leeft op een wolk, en ondertussen ga je langzaam dood. Toen ik al twee maanden van de drank af was, bleef de Xanax zich roeren. Ik begon er warempel terug van te drinken! Tot mijn vrouw zei: ‘Paul, neem jezelf eindelijk ’ns au sérieux en stop ermee. Of ik verlaat je.’ In een flits zag ik dat ik alles dreigde kwijt te spelen: mijn vrouw, mijn muziek, mijn leven. En ik wilde niet doodgaan. Daarvoor hield ik te veel van het leven.»

★★★

‘Ontzettend veel gespeeld en hard gewerkt. Te hard eigenlijk. Maar vooral ook gefeest, geluld, geld verbrast, gelogen en bedrogen, gezwansd en gezeverd, honderden malen de wereld verbeterd aan de toog van één of ander café. Gescholden en gevochten, gerookt, gesnoven en geslikt, schulden gemaakt, geleend en verkwist. Vrouwen versierd en gedumpt. Geliefden en vrienden, gek van bezorgdheid en verdriet. Mensen die me uiteindelijk móésten laten vallen, omdat ze er anders zelf onderdoor zouden gaan.’

★★★

HUMO Op 12 januari 2012 gebeurt er iets merkwaardigs met Triggerfinger. Ik laat het je liever zelf vertellen.

Van Bruystegem «Wij reden die dag voor de zoveelste keer naar Hilversum om er deel te nemen aan ‘Giel’, de ochtendshow van Giel Beelen op 3FM. Onze opdracht was: twee eigen songs spelen en als toegift een cover uit de top 50 brengen. Toevallig hoorden we op de ochtendradio voor het eerst ‘I Follow Rivers’, gezongen door Lykke Li. ‘Als wij dat nu eens als toegift brachten, mannen?’ Ruben begon het nummer te fluiten en ik zei meteen: ‘Dat fluiten is dé perfecte intro. Houden!’ In de studio bij Giel deden we dan ons ding, live on air: Ruben floot z’n intro, ik begon te bassen, en Mario gebruikte een stel koffiekopjes en een iPhone-drummachine voor de percussie.

»Toen we terug naar huis reden, begonnen onze telefoons te rinkelen. Het management, fans, vrienden, familie: ‘Mannen, als dit geen hit wordt, eet ik mijn schoenen op.’ Een week of twee later stond ‘I Follow Rivers’ overal op nummer één. Platendeals, tv-shows, de rode loper, privévliegtuigen: plotseling waren wij the hottest thing on earth.»

null Beeld


'I Follow Rivers' was een vergiftigd geschenk: Triggerfinger dreigde te gaan zweven door het buitenmaatse succes.

HUMO Je schrijft: ‘De vrachtwagen met succes was eindelijk, éíndelijk aangekomen. Op mijn 53ste!’

Van Bruystegem «Eigenlijk was ‘I Follow Rivers’ een beetje een vergiftigd geschenk: een tijdlang heeft het op de groep gewogen. We dreigden door het buitenmaatse succes te gaan zweven. Eerlijk: ik was diegene die het meest bezorgd was dat het ons naar het hoofd zou stijgen, en die daar ook geregeld over begon… Maar Ruben en Mario bleken oud en wijs genoeg.»

HUMO De rest is geschiedenis: Triggerfinger groeide uit tot een Europese topgroep, met een gewéldige livereputatie. Hoe voelt dat, na al die jaren van ploeteren aan de zijlijn?

Van Bruystegem (glunderend) «Feels soooo good, man. Dit is wat ik altijd heb gewild. En eerlijk: het geld is bijzaak. Dankzij ‘I Follow Rivers’ heb ik een mooi bedrag kunnen sparen, maar ik weet niet wat ermee aangevangen. Mijn boekhouder zegt: ‘Paul, zou jij niet beter een huis kopen? Al was het maar voor de zekerheid?’ Maar ik hóéf geen eigen huis, ik ben zeer tevreden met het hokje dat ik hier huur. Eigenlijk heb ik nauwelijks behoeften: alles wat ik verdien, investeer ik in materiaal, in gitaren, in mijn eigen studio.»

HUMO Het is ooit anders geweest?

Van Bruystegem «Op ’t laatst was de deurwaarder mijn beste vriend. Ik schreeuwde hem toe: ‘Alles kunt ge opschrijven, alles kunt ge mij afpakken, maar van mijn gitaren blijft ge af, of ik sta niet in voor de gevolgen.’ Die gitaren zou hij overigens nooit hebben gevonden: ze zaten veilig weggeborgen bij mensen die mij liefhebben. Kijk, ik heb geluk gehad: wat zou ik zonder Triggerfinger zijn geworden? Een alcoholisch wrak? Een dakloze? Een clochard? En tegelijk: ik geloof niet in geluk. Je oogst wat je zaait. Ik heb het nooit opgegeven, nooit mijn muzikale ziel verloochend.»

★★★

‘Ik heb al gespeeld met 40 graden koorts, volgepropt met codeïne, Dispril en aspirine, met een appendix die op springen stond en dat ook deed op de operatietafel, en na vijf dagen niet geslapen te hebben wegens, euh, partying. Ook na het overlijden van mijn grootouders en enkele goede vrienden stond ik – half wenend – op het podium. Concerten met het vliegend schijt, een keelontsteking, zelfs gebroken ledematen…’

★★★

HUMO In ‘Monsieur Paul’ beschrijf je onder andere op hilarische en smeuïge wijze het leven on the road met Triggerfinger.

Van Bruystegem «Ik kan je verzekeren: wie onvoorbereid vijf dagen met Triggerfinger optrekt, vliegt op de derde dag huilend om zijn moeder terug naar huis. Om te beginnen zijn er de optredens: wij gaan echt tot op het bot, bij ieder optreden, ook als er maar 150 man in de zaal is. We willen het publiek meezuigen als een tornado en laten het pas los als iedereen voor de bijl is gegaan en de laatste noot van het concert weerklinkt. Een Triggerfinger-concert, dat is: oorlog, in commandostijl. We willen dat je meegaat in onze trip.

»Na afloop van zo’n intens optreden stroomt de adrenaline in ongekende mate. Eigenlijk zou je fatsoenlijk moeten afkicken, maar nee, je moet soms onmiddellijk die bus op, naar het optreden van de volgende dag. In Canada lagen de optredens soms 800 kilometer van elkaar verwijderd. Dan kruipt iedereen snel in zijn kooi. Voor mij, met mijn 126 kilo en mijn 2 meter lengte, een 50-plusser bovendien, is dat niet zo vanzelfsprekend. Op onze laatste grote tournee reisden we samen met de muzikanten van Big Sugar. Stel je voor: zestien slapende, uit hun bek stinkende, ongecontroleerd winden latende mannen. Altijd maar onderweg, veertig dagen aan één stuk. Dat kruipt in je neus én in je kleren, hè. En ik ben van nature al zo gevoelig voor geuren (hilariteit).»

HUMO Toch zien jullie er op het podium altijd piekfijn uit, altijd netjes in het pak.

Van Bruystegem «Dat is het handelsmerk van Triggerfinger: voor een grote tournee hebben we elk een stuk of vier kostuums mee. Ongelofelijk hoe zo’n pak kan stinken na een concert. Je kunt jasje en broek gewoon uitwringen. Ik heb een goede truc bedacht om ze snel weer neutraal te laten ruiken: ik doe wat wodka in een verstuiver en spuit die leeg over mijn kostuum. Daarna hang ik het op: na enkele uren is ieder spoor van transpiratie verdwenen. Ik heb ook een strijkplank mee. Soms staan we met z’n drieën onze pantalon te strijken: lachen!»

HUMO En ik die dacht dat je daarvoor een sexy kleedster mee had?

Van Bruystegem «Are you kidding me? Ik zal even voor je opsommen wat ik zoal meeneem: Febreze tegen de stank, zwarte zalf, aluinsteen en gatzalf. Die zalf is tegen de zadelpijn, want ook mijn trouwe koersfiets neem ik altijd mee. En verder: laptops, iPhones en een miniopnamestudio. Tijdens die lange ritten slaap ik niet altijd: ik probeer de tijd nuttig te besteden. Ik ben bijna altijd in de weer met Pro Tools, ik schrijf aan mijn autobiografie, componeer nummers voor mijn solo-elpee...»

HUMO Op zo’n tourbus heerst verder totale bandeloosheid?

Van Bruystegem «Dat dacht je maar. In Canada hadden we een beer van een chauffeur, die we Grizzly noemden. Wel, Grizzly stelde vanaf dag één zijn wetten: ‘No smoking, no drugs, no shitting in the toilet, no noise. Be on time, one minute late and you travel by train or plane. Clean up your mess. And even if you’re Mick Jagger: I’m the boss on my bus.’ En die man méénde dat. Wij durfden onderweg echt niet op het toilet achteraan in de bus te kakken. En als je vroeg om eens te stoppen, keek Grizzly je meewarig aan. Uiteindelijk vonden we een oplossing: we legden een stuk plastic in het toilet, deden onze grote boodschap, plooiden dat stuk plastic weer dicht, legden er een knoop in en keilden het door het raam. Rock-’n-roll!»

★★★

‘Misschien moeten we rock-’n-roll weer onderbrengen waar het echt thuishoort: underground. Gedaan met het gezeik over ‘te luid, te lelijk, te snel, te veel sigarettenrook, te warm’. Leve de rokerige, donkere krochten, geen PA’s maar zanginstallaties, spelen voor de fun, pintjes en madammen. Let’s go underground.’

★★★

HUMO Dat brengt ons bij je niet genoeg te prijzen eerste soloplaat: ‘LowRider’. Klopt het dat je die prachtplaat bijna geheel zélf hebt ingespeeld?

Van Bruystegem «Op plaat doe ik (haalt even diep adem en leest af van de sleeve notes) ‘vocals, drums, bass, baritone guitars, acoustic guitars, slide guitars, banjo, bass banjo, omnichords, keyboards, all percussion, harmonica & pollophone’. De basis ontstond op de bus. De afwerking gebeurde hier boven, in mijn kamertje, of in mijn studio. Het is echt knip-en-plakwerk, huisvlijt, pure ambacht. Pas achteraf heb ik wat hulp gekregen van goede vrienden: Mario Goossens, Toon Deswert, Luuk Cox, Jasper Hautekiet, Roland, Sam Vloemans, Steven Debruyn, Big Dave, Dett Peyskens, Beverly Jo Scott, noem maar op. Zij hebben hun partijen ingespeeld of ingezongen op een basis die zo goed als klaar was.»

HUMO Je invloeden zijn duidelijk; ik hoor achtereenvolgens: Ennio Morricone, Brian Eno, de David Bowie van ‘Low’ en van ‘Absolute Beginners’, Pink Floyd, Sonny Boy Williamson, Booker T. Jones, Mike Oldfield van ‘Tubular Bells’…

Van Bruystegem «Stuk voor stuk in de roos. Het is mijn muzikale background, het resultaat van 45 jaar liefde voor muziek. Mijn nummers zijn geen hitparadedeuntjes of meezingers maar soundscapes: ze roepen een atmosfeer op, een gevoel, a way of life. Er wordt ook nauwelijks in gezongen.»

HUMO ’Panama Soul Shake’ springt er, naar mijn smaak toch, duidelijk uit: Carlos Santana meets de oude gitaarheld Duane Eddy. Aanstekelijk dansbaar. Dat wordt straks stukgedraaid in de clubs, wed ik. Of neem het sfeerrijke ‘Temptation’, met flarden Toots Thielemans erin. Of het in Xanax gedrenkte ‘Insomnia blues’. Of het lekker pompende ‘Back Door Man’: wat een bassen!

Van Bruystegem (glundert) «We hebben ons best gedaan. Het is mijn levenswerk. En compleet verschillend van wat ik bij Triggerfinger doe. Of toch weer niet: ik geef me bij alle twee met hart en ziel.»

null Beeld

'Op zijn sterfbed heeft mijn vader me toegefluisterd: 'Uiteindelijk ben je toch nog iemand geworden op wie ik trots mag zijn''

HUMO Tijd voor de finale: wat heeft jouw rauwe, onstuimige, in drugs en drank gedrenkte leven je geleerd?

Van Bruystegem (glimlacht) «Dat ik, ondanks alles, op het einde van de rit toch nog goed terecht ben gekomen. Door simpelweg aan mijn eerste ideaal vast te houden: gitaar spelen tot ik erbij neerval. Eindelijk kan ik zeggen: ik ben gelukkig – iets wat ik vroeger nooit ben geweest, maar tegenwoordig begint het er enigszins op te lijken. Alleen: ik had er een veel te lange omweg voor nodig. Ik zou tot de jonge lezers willen zeggen: doe niet wat ik heb gedaan, don’t try this at home. Drank en drugs laten je niet beter spelen of inventiever creëren. Het is een wonder dat ik nog leef. En om die reden ben ik blij als een kind.

»(Denkt even na) Weet je wat zeer belangrijk is geweest in het hervinden van mijn balans? Dat ik het op het einde van mijn vaders leven heb kunnen goedmaken met hem. Het was hevig, er rolden tranen, er werden harde woorden gezegd. We hebben elkaar vastgepakt en door elkaar geschud. Op zijn sterfbed heeft hij mij toegefluisterd: ‘Uiteindelijk ben je toch nog iemand geworden op wie ik trots mag zijn.’»

HUMO De keerzijde van de medaille: in dat woeste leven van je heb je ongetwijfeld ook slachtoffers gemaakt?

Van Bruystegem «Ja. Kon niet anders. En daar schaam ik mij diep om. Wat ik sommige vrouwen en goede vrienden heb aangedaan… Wat kan ik meer zeggen dan: vergeef het mij, ik wist niet wat ik deed.»

HUMO Ga in vrede, mijn zoon.

Reageren op een artikel, uw mening ventileren of een verhelderend inzicht delen met de wereld

Ga naar Open Venster

Op alle artikelen, foto's en video's op humo.be rust auteursrecht. Deeplinken kan, maar dan zonder dat onze content in een nieuw frame op uw website verschijnt. Graag enkel de titel van onze website en de titel van het artikel vermelden in de link. Indien u teksten, foto's of video's op een andere manier wenst over te nemen, mail dan naar redactie@humo.be.
DPG Media nv – Mediaplein 1, 2018 Antwerpen – RPR Antwerpen nr. 0432.306.234