‘Big Tear’
De wonder-boven-wonderjaren van Pitou: ‘Ik vond pop maar niets. Ik was een snobje’
Pitou Nicolaes (29) is een klassiek geschoolde popzangeres, een nauwgezette arrangeur met gehoorverlies, een Amsterdamse in Antwerpen, een debutante met decennia ervaring. Die tegenstellingen komen moeiteloos samen op ‘Big Tear’, haar debuut als Pitou. Haar luisterliedjes heeft ze al gezongen in het voorprogramma van Eefje de Visser, Tamino en Emilíana Torrini, én op Rock Werchter en Pukkelpop.
HUMO Mag ik je muziek als sprookjesachtig omschrijven?
PITOU NICOLAES «Ja, zolang je de sprookjes van de gebroeders Grimm bedoelt en niet die van Disney. Ik zing over donkere thema’s, maar met humor. In de titelsong stel ik me voor hoe het verdriet van de héle wereld over ons heen spoelt. We happen naar adem in een oceaan van tranen, maar kunnen ook leren zwemmen.»
HUMO Ik vond een filmpje van je eerste grote optreden op YouTube: in 2003 zong je ‘De pest aan pesten’ tijdens de finale van het Kinderen voor Kinderen Songfestival, waar je tweede werd.
PITOU «O nee, je hebt dat gevonden! (lacht) Best ironisch dat ik net dat nummer had gekozen: ‘De pest aan pesten’ is een lied vanuit het perspectief van een pestkop, terwijl ik net een slachtoffer was.»
HUMO Dat vind ik spijtig om te horen.
PITOU «Ach, ik was een raar kind. In dat YouTube-filmpje zie je me een groene ketting dragen: daar zat een foto van mijn overleden ratje in. Ik stond op de speelplaats ook vaak tegen een boom te praten. Ik had waarschijnlijk liever met mijn klasgenoten gebabbeld, hoor, maar bij hen vond ik moeilijk aansluiting.»
HUMO Je zong jarenlang in het Nederlands Nationaal Kinderkoor, onder meer op het doopsel van prinses Amalia. Niet pop maar klassiek was je eerste liefde.
PITOU «Ik zocht als kind altijd naar de radiozender met klassieke muziek. Ik werd daar rustig van. Mijn ouders luisterden anders vooral naar woestijnblues. In een gênant interview naar aanleiding van het Kinderen voor Kinderen Songfestival zei ik dat ik pop maar niets vond: ‘Jennifer Lopez, daarmee kun je toch niet nadenken!’ Ja, ik was een kleine snob (lacht).»
HUMO Welke artiest wist je uiteindelijk tot de popmuziek te bekeren?
PITOU «De Britse folkzangeres Laura Marling. Ik zag haar eens een Amsterdamse winkel binnenkomen voor een intiem concert, met een gitaarkoffer in de ene hand en een sigaret in de andere: zo cool! Die mate van onafhankelijkheid en individualiteit zag ik mezelf niet bereiken in de klassieke muziek, al zeker niet als onderdeel van een koor.»
HUMO Je bent vier jaar geleden van Amsterdam naar Antwerpen verhuisd. Voel je je al een beetje Vlaming?
PITOU «Soms. Al herinneren jullie me er op tijd en stond aan dat ik een Nederlander ben (lacht). Ik hou van de Vlaamse muziekscene: in Nederland loopt het vol getalenteerde mensen, maar hier krijgt alternatieve muziek meer aandacht.»
HUMO Je hebt gehoorverlies aan je rechteroor vanwege een ontsteking in je kindertijd en links tinnitus door een geluidstrauma. Dat moet wegen op een muzikant.
PITOU «Natuurlijk. Als ik te veel stilsta bij wat ik heb kwijtgespeeld, verstijf ik. Ik ben vooral bang om nog meer van mijn gehoor te verliezen.»
HUMO In ‘Melody’ zing je: ‘No use in writing down words / They are just words / But you were real / And you were next to me’.
PITOU «Ik put inspiratie uit mijn leven, maar met enige dichterlijke vrijheid. Dat heeft al tot verwarring geleid. Ik wil me met ‘Melody’ aan al mijn naasten excuseren, en hun adviseren mijn teksten niet persoonlijk te nemen.»
HUMO Ik geef het door!
‘Big Tear’ verschijnt op 24 maart bij V2 Records. Pitou speelt op 23/3 in het voorprogramma van Emilíana Torrini & The Colorist Orchestra in De Roma, Antwerpen, en op 28/4 solo in Botanique, Brussel.