Arno Beeld Humo
ArnoBeeld Humo

uit het archief van Herman Selleslags

De zomer van 1976: ‘Recht naar doel’

Mark Schaevers

Is hij het echt? Kan dát Arno zijn? Van die simpele kick moet deze foto het hebben: dat vergeten of nooit gekende voorstadia van wie ons nu omringt in de donkere kamer bewaard zijn. Fotografie is een spiegel met een geheugen: dáárom bulkt het in onze huiskamers van de fotoalbums. ‘Arno met streepjeshemd en bril, type Amerikaanse student, dat is leuk!’ zegt Herman Selleslags. ‘De fotograaf heeft er geen grote verdienste aan, maar het mag ook een keer makkelijk zijn.’ Dat het in de zomer van 1976 was, en hier bijgevolg een 27 jaar jonge maar toch al lichtjes gekromde Arno staat, is een gok. Ik vond de foto in het archiefmapje ‘Tjens Couter’, en meer valt er niet te achterhalen. Arno Hintjens en Paul Decoutere begonnen met die groep in 1972, de eerste optredens waren er in 1973, de eerste platen nog enkele jaren later. Tjens Couter verscheen voor het eerst op de Humo-radar in 1976, met enige regels over hun plaat ‘Who Cares’: laat ik daarom maar op dat jaar gokken. In dezelfde map als de foto vond ik ook een stencil uit het jaar 1976 waarin platenmaatschappij EMI de groep probeert te slijten: ‘Tjens Couter, een verhaal van drank en dope.’ Er is sprake van ‘beeldrijke verhalen die je het geil tussen de billen laten stromen.’ Andere troeven van Arno waren volgens EMI zijn podiumprésence en zijn unieke stem. Over die stem werd in die jaren trouwens ook veel geklaagd, Arno zelf at prei om ze te verbeteren. Selleslags is de laatste om zich van het optreden in kwestie nog wat te herinneren: hij heeft te veel podia gezien om ze nog uit elkaar te houden. ‘Ik kan je van deze foto níks vertellen. Ja, je merkt dat ik in de coulissen stond, wat toen nog mocht, en dat ik een telelens gebruikte: zo kon ik het publiek dichterbij halen. En Arno zal ongetwijfeld wantrouwig geweest zijn, want dat was hij altijd als ik hem fotografeerde. Ik ken geen artiest die meer bekommerd is om zijn imago dan hij.’ Voor Arno was er in de seventies een nog grotere bekommernis: of hij überhaupt wel beroemd zou worden. Zijn eerste Humo-interview, in mei 1977, was vooral een klaagzang: ‘Sorry dat ik zaag, hè maat, maar de waarheid mag gezegd worden: hier moet je alles alleen doen. Ik heb spijt dat ik een Belg ben. En ik vrees soms ook dat we het nooit zullen maken.’ De maat tegen wie hij zaagde, was Marc Didden, de schranderste der rockjournalisten. Die noteerde ook: ‘Ik zing voor gasten met lang haar, kort haar, geen haar. Iedereen mag komen luisteren. Wij spelen orthodoxe rock. Zonder zever, recht naar doel.’ Didden vond in die jaren dat Tjens Couter juist omwegen maakte, hij had zijn vragen bij de kolder die om de groep hing, bij de teksten, bij de ego’s van de protagonisten, bij de stem van Arno. Een belofte die het niet gemaakt had, vond hij Tjens Couter toen hij in 1980 een overzichtsplaat besprak, en hij zat juist met zijn uitsmijter: ‘De toekomst heet T.C. Matic’, want met die groep zou Arno het in de vroege jaren 80 wél maken. Tiens, nu ik Didden toch aan het herlezen ben: in een interview uit 1993 levert hij een trefzeker elflettergrepig portret van Arno dat ook al bij de foto van twee decennia eerder past (bekijk de kalme aandacht van het publiek): we hebben het hier over ‘de rusteloze die toch rust kan geven’.

Reageren op een artikel, uw mening ventileren of een verhelderend inzicht delen met de wereld

Ga naar Open Venster

Op alle artikelen, foto's en video's op humo.be rust auteursrecht. Deeplinken kan, maar dan zonder dat onze content in een nieuw frame op uw website verschijnt. Graag enkel de titel van onze website en de titel van het artikel vermelden in de link. Indien u teksten, foto's of video's op een andere manier wenst over te nemen, mail dan naar redactie@humo.be.
DPG Media nv – Mediaplein 1, 2018 Antwerpen – RPR Antwerpen nr. 0432.306.234