40 jaar'October' van U2
Dit vond Marc Mijlemans van ‘October’ in 1981: ‘De toekomst heet tot nader order U2’
Rock’n’roll is jong, enthousiast, passioneel, rebels, hard en teder, populair, simplistisch en wild. Elvis Presley, Eddie Cochran en Little Richard waren rock’n’roll in de jaren vijftig, de Stones, de Who en, in mindere mate, de Beatles in de jaren zestig en de Sex Pistols, de Clash en Elvis Costello in de jaren zeventig.
De Stones bijvoorbeeld maken nog wel uitmuntende rockmuziek in de jaren tachtig maar met rock’n’roll hebben ze verder niks meer te maken. Dit prille decennium heeft namelijk totdusver nog geen rock’n’roll gekend, ondanks de verwoede maar doorzichtig valse pogingen van revivalgroepen als de Stray Cats.
Rock’n’roll kan nooit revival zijn om de eenvoudige reden dat het altijd zijn vinger op de pols der tijd moet hebben en dat bereik je uiteraard niet met nostalgie ; herbronning kan wel een middel zijn maar nooit een doel op zich.
Via talloze experimenten -wordt evenwel de weg naar de nieuwe uitbarsting van rock’n’roll voorbereid en ‘October’ van U2 is zowat de eerste stap die zonder complexen in het midden van die weg wordt gezet. U2 worden wellicht de eerste echte rock’n’roll van dit decennium. Niet dat ‘October’ een schok van een plaat is, één van die onmiskenbare klassiekers zoals er sinds Costello’s ‘This year’s model’ geen meer gemaakt zijn, daar is U2 nog niet aan toe. Deze ‘October’ heeft niks te maken met de herfst maar alles met de lente en de belofte van een hete zomer.
Zanger Bono en gitarist The Edge zijn serieuze kandidaten om over tien jaar bijgezet te worden in het museum voor markante rockfiguren, misschien wel naast Mick Jagger en Keith Richards. Bono slaat en streelt met zijn brede, nazinderende stem en The Edge haalt vrijwel constant’ nijdig uit op gitaar, heroïsche, dramatische lijnen die door bassist Adam Clayton en drummer Larry aangevuld worden- tot een van leven lillende tijdsschets.
De positieve agressiviteit van U2 is eerlijk en doorvoeld, hun eigen stijl herkenbaar en toegankelijk en als groep zouden ze wel eens, maar dat zal de tijd moeten uitmaken, representatief kunnen zijn voor de nieuwe generatie die op komen staat.
U2 zingen over liefde, angst, dood, woede, geloof, met op de achtergrond steeds het sleutel-woord ‘Fire’, tevens de titel van de beste song op deze plaat. Het jonge vuur-dat ook op volle kracht brandt ineen song als ‘Rejoice’, een ode aan de levensdrang met een belangrijke zin als ‘I can change the world in me when I rejoice’. Een op onzekerheid en verwarring gebaseerd vertrouwen, niet in een nieuwe wereld, maar in het Leven, zoals dat ook in de singel ‘Gloria”’ wordt uitgezongen. Maar ook angst, zoals in het magistrale ‘I Fall Down’, en machteloze woede in het muzikaal iets minder sterke ‘I Threw a Brick’. Vaag religieus in het mooie, op Ierse folk gebaseerde ‘Tomorrow’ en romantisch verslagen in de korte ontroerende pianoballad ‘October’. De toekomst heet tot nader order U2.
(Verschenen in Humo in Oktober 1981)