cd30 jaar
Dit vond (mxp) 30 jaar geleden van ‘Are you gonna go my way’ van Lenny Kravitz: ‘De plaat is fantastisch!’
Vandaag precies 30 jaar geleden, op 9 maart 1993, verscheen ‘Are you gonna go my way’, het derde album van Lenny Kravitz en dé plaat die hem wereldberoemd maakte. We doken in ons archief en vonden onderstaande recensie.
Verschenen in Humo op 2 maart 1993
Met een naam als Leonard Kravitz ben je haast gedoemd op je achtentwintigste in een grijze stofjas op een Oekraïnse visveiling rond te sloffen, met een zelfgedraaide peuk in de mondhoek, een miezerig liefdesleven (een vis is maar een vis), een oude Lada en een appartement met uitzicht op een autokerkhof. Gelukkig had Kravitz een bijdehante vader die tijdig het land uitvluchtte, zijn geluk op de Bahama’s beproefde, om uiteindelijk in ‘s werelds meest vooraanstaande smeltkroes, New York, neer te strijken.
Als vandaag Leonard Kravitz als bijna-top of the bil’ op T/W aantreedt, is er niemand die daar van opkijkt ‘Are you gonna go my way’ was voor Kravitz ongetwijfeld een verschrikkelijk moeilijke elpee. ‘Mama Said’ was een hits only-plaat, een zo goed als onmogelijk te evenaren meesterwerk, een elpee waarvan zelfs Kravitzhaters moeten toegeven dat er tenminste twee goeie songs op staan (‘More than anything in this world’ en ‘What the... are we saying?’).
Het zal diezelfde Kravitz-haters ongetwijfeld tot hun ergernis ter ore zijn gekomen dat (a) onze held tot over zijn oren verliefd is op een jonge, slanke Parisienne en (b) na lang zoeken twee muzikanten heeft gevonden die er uitzien alsof ze uit de jaren ‘60 zijn overgevlogen: zowel Tony Breit als Craig Ross zijn zo’n types die als je hen voor laat gaan op de tram, een welgemeend ‘Peace, brother’ uitstoten. Dat betekent (we zitten nog steeds in de huid van de Kravitzhater) (het begint wel te kriebelen) dat Krav (a) in een goeie bui verkeert en méér dan ooit thema’s als Liefde, Respect en Begrip zal willen aansnijden, en dat hij (b) gesterkt door het goedkeurende geknor van zijn nieuwe kameraden, zijn muziek méér dan ooit de Kaduke Marshall-Sound zal willen meegeven. Kravitz was al behoorlijk geobsedeerd door Analoge Waarden (als ze hem zijn gang lieten gaan, verving hij zijn microfoon door een yoghurt-potje met een nylondraad), en dit zou wel eens de druppel kunnen zijn die de emmer van de beluisterbaarheid doet overlopen.
Bij twee nummers op ‘Are you... begin je inderdaad verwoed aan de knoppen van je versterker te prutsen: tijdens de intro van ‘Sister’ zit er een hardnekkige ruis in de rechterspeaker, en ‘Come on and love me’ klinkt ronduit overgemoduleerd. ‘Hoeft dit zonodig?’ vraag je je af, verleent dit een meerwaarde of is dit louter gimmickary? Maar na drie keer luisteren heb je je bezwaren allang weer opgeborgen: als blijkt dat Kravitz elf songs heeft geschreven die moeiteloos aan vroegere parels kunnen tippen, die misschien wat méér tijd en moeite vergen maar zich te langen leste toch op een open plek in je achterhoofd nestelen.
Ze zijn er meer dan welkom: het softsoulige ‘Heaven help’, dat beelden van kamerbreed glimlachende, in glitterschoenen en dure pakken gewurmde en netjes in de maat wiebelende zwarte medemensen oproept (zie ook: TopPop, jaren ’70); ‘Sugar’, een ongelofelijk sexy, Motowneske song die wordt ingezet met de strijkers uit Barry Whites ‘Love Theme’, en die gaandeweg wegsmelt als een klontje boter; ‘Just Be A Woman’, dat klinkt alsof het in bed is opgenomen in plaats van in een studio, en waarin Kravitz, de tong van lintjes, zijn geliefde enige hartverwarmende woorden toewispelt; het senensueel uit de boxen klauterende ‘Black Girl’, waarin wederom duchtig aan ritssluitingen wordt gefriemeld en, vurige lippen worden gestreeld.
Het is niet al begeerte wat de klok slaat: te gepasten tijde wordt de Wereld onder de loep gelegd, in één flukse beweging verbeterd. ‘Eleutheria’, dat reggaegewijs door de mi-daghitte sjokt, gaat over het Land Van Kravitz’ Dromen, waar the birds in the sky vrolijk kwetteren en de mensen welgemutst liedjes lopen te zingen. Evenmin geloofwaardig, maar ontegensprekelijk de mooiste song op ‘Are you...’ is ‘Believe’: geloof in jezelf én in God, zingt Kravitz. Onze korte reis op onze great big star zal er een stuk aangenamer door worden, én met wat geluk krijg je het eeuwige leven toe. Tijdens de minutenlange gitaar-outtro van Craig Ross hoor je violen spelen, klokken luiden, hoop groeien.
Are you gonna go my way? Ik vrees van niet. Maar de plaat is fantastisch.