Muziekrechten
Dylan, Springsteen, Stevie Nicks... Steeds meer muzieklegendes verkopen hun auteursrechten: ‘Beter nu cashen’
Steeds meer muzieklegendes verkopen de auteursrechten van hun oeuvre, en dat kan lucratief uitpakken. ‘Het is beter om nu te cashen dan te wachten tot je relevantie is verdwenen.’
Na de muziekrechten van onder meer Bruce Springsteen, Bob Dylan en Stevie Nicks, zijn nu ook die van David Bowie verkocht. De nabestaanden van Bowie sloten een deal met Warner Chappell Music, volgens entertainmentblad Variety voor een slordige 220 miljoen euro. Warner heeft nu de rechten in handen van alle 26 studioalbums van de Britse rocklegende.
Met zo’n verkoop blijft de muziek van de artiesten in leven, al levert ze dat geen extra cent op. Volgens Universal zijn de songs van Bob Dylan bijvoorbeeld al meer dan zesduizend keer opnieuw opgenomen, terwijl Dylan daar niks voor krijgt. Het lijkt een bizarre en zelfs weinig lucratieve constructie voor artiesten die er een heel leven over deden om beroemd, rijk en relevant te worden.
Maar door muziekrechten te verkopen, verruilen rechtenhouders in één keer alle toekomstige royalty’s uit verkoop, streams of synchronisatiedeals meteen voor cash. Dat is eigenlijk niet meer dan een snugger en slinks pensioenplan. ‘Zo’n Bob Dylan of Neil Young? Daar zit de jongste generatie niet echt op te wachten,’ vertelt Jarri Van der Haegen, muziekmanager en jurist in een vorig leven. ‘Het is dus beter om nu te cashen dan te wachten tot je relevantie is verdwenen.’
Ook de kopers zijn verzekerd van een topdeal. Anonieme bedrijven verdienen al decennia aan albumverkoop en concerten. Maar door de opkomst van streamingservices zien investeerders nu meer dan ooit brood in publicatierechten.
TikTok
Een jaar geleden was de Amerikaanse Nathan Apodaca (37) op weg naar zijn werk toen de accu van zijn truck het begaf. Apodaca plukte zijn skateboard van de achterbank en zoefde met een fles cranberrysap langs een verlaten snelweg. Ondertussen nam hij een filmpje op terwijl hij ‘Dreams’ van Fleetwood Mac playbackte en postte het op TikTok.
In korte tijd zagen 50 miljoen mensen het filmpje. Het sapmerk gaf Apodaca een gloednieuwe truck en Mick Fleetwood en Stevie Nicks waagden zich aan een imitatie van de video. ‘Dreams’ komt uit 1977, maar na vier decennia rukte het nummer op in de belangrijkste charts van streamingplatforms. Ook het album ‘Rumours’ stond ineens weer in de wereldwijde verkooplijsten.
Graantje meepikken
Maar de grootste winnaar van dit onverhoedse succes? Niet Apodaca, het sapmerk, de leden van Fleetwood Mac, of zelfs Spotify. Nee: het bedrijf Hipgnosis, de eigenaar van de rechten op de meeste nummers van Fleetwood Mac.
Hipgnosis is echter niet de enige grootverdiener in de muziek. Bruce Springsteen verkocht onlangs de rechten van zijn muziek aan Sony, voor een recordbedrag van 500 miljoen euro. Daarmee hij heeft zijn status als legende in de muziekindustrie met recht verzilverd. Eerder gingen onder anderen Bob Dylan, Tina Turner, Neil Young en Red Hot Chili Peppers over tot die stap. Het vorige record stond met 300 miljoen dollar op naam van Bob Dylan, die zijn auteursrechten in december 2020 sleet aan Universal.
Lucratieve activa
De platenverkoop daalt al jaren. En de coronacrisis, waardoor artiesten lucratieve inkomsten uit concerten en festivals hebben verloren, heeft hun financiële situatie verder gecompliceerd. De maximale winst halen artiesten nu uit de verkoop van muziekrechten. ‘Succesvolle songs met culturele impact zorgen voor betrouwbare en langdurige inkomstenstromen,’ stelt Hipgnosis. ‘Daarom zijn ze zeer lucratieve activa.’
Met 65.000 nummers in de catalogus zag Hipgnosis de omzet in 2020 bijna vertienvoudigen ten opzichte van 2019 (van 8,9 miljoen naar 81 miljoen dollar). Van de 190 nummers die meer dan een miljard keer zijn afgespeeld op Spotify, bezit de firma er 47, zoals ‘Shape of You’ van Ed Sheeran, ‘Love Yourself’ van Justin Bieber of ‘All I Want For Christmas Is You’ van Mariah Carey.
Elk jaar brengt Steppenwolf nog 300.000 dollar in het laatje met de classic ‘Born to be Wild’. Met de intuïtie van Hipgnosisoprichter Merck Merkuriadis zat het dus wel goed: ‘Hits never die,’ zei hij ooit.
‘Er is geen betere tijd voor een artiest uit de seventies, eighties of nineties om auteursrechten te verkopen,’ stelde Guardian-analist Mark Mulligan vorig jaar. Ook Van der Haegen ziet dat zo. ‘Oudere artiesten hebben de neiging om het onderste uit de kan te willen halen. Maar als ze te lang wachten, wordt hun catalogus minder interessant.’
‘Soms onderschatten artiesten ook de waarde van hun ‘back catalogue’. De grootste hits zijn natuurlijk goud waard, maar ook minder bekende nummers, zoals ‘The Chain’ van Fleetwood Mac, kunnen ineens een nieuw leven gaan leiden (in enkele jaren torpedeerde het nummer zichzelfs vanuit het niets zelfs naar de top van ‘De tijdloze’ op Studio Brussel, red.). TikTok laat songs soms echt ontploffen. In dat geval is het een wijs idee om op een hele catalogus in te zetten, in plaats van op een handvol hits.’
(DM)