CD★★★★☆
‘Fear Fear’ van Working Men’s Club is er voor zwartzakken zónder miserabel rotkarakter
De ongetitelde eerste van Working Men’s Club was één van de meer opgemerkte (en niet vaak genoeg opgemerkte) proefstukken van 2020. Grafzwart, maar onweerstaanbaar op de elastieken benen inwerkend. Kaalgeslagen synthsongs van een indrukwekkende cru.
Syd Minsky-Sargeant is de spil van de groep. Amper 16 toen hij met enkele studiogenoten van BIMM, een muziekschool in het centrum van Manchester, de theorie in de praktijk wilde omzetten. Working Men’s Club is genoemd naar één van de cafés waar ze elke donder-, vrij- en zaterdag binnen wilden maar niet binnen mochten. De song ‘Bad Blood’ (Devo meets Duran Duran) trok toen de aandacht, ook van een flinke klad platenlabels.
Het gerenommeerde Heavenly Recordings (huis van vertrouwen van onder meer King Gizzard & the Lizard Wizard) won. Meteen daarna hadden de bandleden mot (pubers!) en bleef alleen Minsky-Sargeant over. Die met de grootste klep, maar gelukkig ook het grootste talent: dat hebben we nog gehoord. Hij vond nieuwe vrienden – Rob Graham (ex-Drenge), Mairead O’Connor (van The Moonlandingz) en Liam Ogburn – maar schrijft nog altijd 80 procent van de songs.
Syd is nóg maar 20, maar wordt snel oud: ‘Fear Fear’ klinkt rijper en rijker dan hun/zijn debuut. En minder minimalistisch. Ook dankzij Ross Orton, opnieuw producer, maar ook mentor en allround toffe peer – zijn adelbrieven verzamelde hij tijdens de opnames van ‘AM’ van Arctic Monkeys en M.I.A.’s ‘Arular’.
Single ‘Widow’ springt fluks en zeer newwaverig uit de startblokken. ‘Look into my eyes / Hollow dead inside / Misery is bliss to me / I love you now you’re dead, you see’: als Tom Smith van Editors het zingt, geloof je het niet. ‘Cut’ is een popsong naar ons koude hart. ‘Rapture’ is een parlando met een strak metrum, de titeltrack is creatief met misthoorn, ‘Circumference’ hier van het allerbeste. ‘Heart Attack’ is oude wijn van Kraftwerk, Scritti Politti en The Fall in een frisse nieuwe zak.
Minsky-Sargeant (goede naam voor een dominatrice) werd ongeveer dertig jaar te laat geboren voor het gros van zijn invloeden. Want hoe klinkt Working Men’s Club? Ziehier het organigram.
– Oude geestgenoten: The Human League, New Order en vooral Cabaret Voltaire.
– Hedendaagse referenties: Boy Harsher, Nation of Language, de titeltrack van ‘Stranger Things’.
De antieke oren van Minsky-Sargeant staan een spannend nieuw geluid niet in de weg. Working Men’s Club is er voor zwartzakken zónder miserabel rotkarakter. Voor recalcitrante ravers en youngsters, niet alleen voor zeuren die al dertig jaar zeggen dat het vroeger beter was.
Beginselverklaring uit de perstekst: ‘‘Fear Fear’ is een plaat om op te dansen en om nerveus door te worden. Voor hart en ziel, voor hier, nu en morgen.’ Dansen en nerveus worden zijn mijn twee voornaamste hobby’s, en Working Men’s Club mijn nieuwe favoriete band.