cd★★★★☆
‘French Bazaar’ van Arno is een verbluffende cd
Wat een verblúffende cd heeft Arno met 'French Bazaar' op de mensheid losgelaten! Voilà, daarmee is het hoge woord er al meteen uit.
Natuurlijk, rosse gepukkelde ginderachter, zult u weer mopperen ‘dat die van Humo álles van Arno oké vinden’, maar: niet dus. Want een concert van de Oostendse Brusselaar kunnen wij niet buitenstappen zonder een welgemeend ‘Wauw!’, maar van ’s mans platenwerk zijn wij de voorbije jaren veel minder onder de indruk geweest. Op ‘French Bazaar’ (een lichtjes verwarrende titel: op twee bonustracks/covers na is de plaat volledig en français) valt alles samen: de invloeden, wijsheden, lessen, ervaringen en smaken die Arno in de loop der jaren heeft opgepikt. Dit is – we hebben onze woorden op een schaaltje afgewogen – van het allerbeste dat un petit Belge (Vlaming, Waal, Brusselaar, inwijkeling) ooit aan een geluidsdrager heeft toevertrouwd.
Om ‘French Bazaar’ te plaatsen: denk aan Tom Waits in bloedvorm (op ‘Swordfishtrombones’ dus), aan Jacques Brel zoals hij vandaag zou klinken, aan witte & zwarte mensen die telkens weer de blues en de rock(-’n-roll) heruitvinden, aan het Belgische surrealisme waarover Arno in zijn grote Humo-interview zo kleurrijk vertelde, aan het weidse gevoel dat ’t zeitje bij mensen losmaakt, aan de smeltkroes Brussel, aan la France, aan chanson, aan cabaret, aan Brecht & Weil, aan goeie en slechte vrienden & vrouwen, aan toogpraat in café Daringman, aan het groeiende zelfvertrouwen van Arno-de-producer én aan uitmuntende begeleiders (oudgediende Serge Feys voorop) die Arno’s muzikale gedachten intussen perfect kunnen lezen. Dan komt men vanzelf uit bij de bravoure die op ‘French Bazaar’ van de dertien songs en vier bonustracks afdruipt, en bij de muziek van een man die gelouterd is maar gelukkig het grijnslachen niet is verleerd. En die ook moeiteloos wegkomt met zijn gekruide bouillabaisse van oneliners (‘J'ai connu un rapper / avec une chaîne en or / il crie ‘Motherfucker’ / même quand il dort’), cafépraat, Grand Bazar-wijsheden en diepere gedachten die in de songs zijn verkruimeld.
Laten we het verder kort houden: wat kan een mens die zich de luxe permitteert nummers van uiteenlopend volk als Abba (een beklemmend, definitief ‘Knowing Me, Knowing You’), Willie Dixon/Howlin’ Wolf (de bluesklassieker ‘Back Door Man’), Georges Moustaki (een vertederend ‘Sarah’) en zichzelf (‘Je danse et j’oublie’) naar zijn hand te zetten en als bonustracks mee te geven, nog verkeerd doen? Niks, quoi, en dus heeft het weinig zin uit ‘French Bazaar’ hoogtepunten te lichten of er kanttekeningen bij te plaatsen. Want of het nu de huppelende single ‘Chic et pas cher’ is, het funky ‘Françoise’ (‘Elle danse comme une bruxelloise’), de Brel-cover ‘Voir un ami pleurer’, het machtige, door Stef Kamil Carlens geschreven en aan de piano begeleide ‘Vide’ of les autres: ’t is allemaal even straf.
We hebben dit jaar al veel goeie cd’s mogen beluisteren – geen crisis in ónze cd-speler – maar drie platen steken er voorlopig bovenuit: ‘The Bronx’, ‘A Grand Don't Come for Free’ van The Streets aka Mike Skinner, en ‘French Bazaar’. Skinner en The Bronx kómen al naar Pukkelpop, van Arno weten we niet of zijn agenda het toelaat maar hij hóórt er wel te staan. Hallo, Chokri?