null Beeld Koen Bauters
Beeld Koen Bauters

papa was a rolling stones-fan

Guy en Jens Mortier: ‘Alles lekker luid, zo hoort het! Vind jij ook, hé?’

Historisch feit: Guy Mortier is de man die in dit land de rock-’n-rollradio heeft uitgevonden, of toch zeker de moderne, geestig en gevat gepresenteerde variant daarvan. Historisch feit nr. 2: Guy Mortier is ook de man die in dit land de rock-’n-rolljournalistiek heeft uitgevonden, of toch zeker de moderne, geestig en gevat geschreven variant daarvan. Kortom: als Guy Mortier het destijds niet allemaal zélf had uitgevonden, had hij nu zondag niet in een rock-’n-rollradioprogramma als ‘Papa Was a Rolling Stone’ op Studio Brussel gezeten. En had hij nu ook niet in het fijne rock-’n-rollkatern van dit excellente blad gestaan. Een blad dat hij tussen haakjes 66k in hoge mate uitgevonden heeft, want hij was toen toch bezig met uitvinden.

Redactie

Verschenen in Humo op 17 september 2011

Biologisch feit: Jens Mortier is – behalve een gevierd reclamemaker en de tweede praatgast van ‘Papa Was a Rolling Stone’ – de zoon van Guy Mortier, en dus willens nillens van kleins af helemaal mee ondergedompeld in die wondere wereld der rock-’n-roll. Of hij dat fijn vond, zullen we straks te weten komen, maar beginnen doen we uiteraard met de man zelve: our Guy.

HUMO Iedereen kent Guy Mortier als de man die dit koninkrijk Elvis en de rock-’n-roll heeft leren kennen. Maar naar welke muziek luisterde u vóór die rock-’n-roll was uitgevonden?

GUY MORTIER «O, bij ons thuis was altijd muziek te horen. Vooral radio, maar we hadden ook een pick-up, en 78-toerenplaten van bijvoorbeeld Louis Jordan, de geweldige prerock-’n-roller, harmonygroepen als The Four Aces, en de fantastische Johnny Ray. En Nat King Cole, Louis Prima, en Rosemary Clooney, de tante van George

HUMO (lacht)

JENS MORTIER (lacht)

GUY «Niks te lachen! Rosemary Clooney was écht de tante van George. Goeie zangeres, trouwens.

»Vooral mijn zussen waren erg met muziek bezig, maar mijn broer had halverwege de jaren vijftig twee ep’tjes meegebracht: eentje van Fats Domino, met onder meer ‘I’m Walkin” erop, en eentje van Elvis, met onder meer ‘Don’t Be Cruel’ en ‘My Baby Left Me’. Fantastisch!

»De enige plaats waar je toen rock-’n-roll full force kon beluisteren, was op de kermis: heel frappant, maar die gasten waren muzikaal echt járen voorop. Jerry Lee Lewis, Buddy Holly, Elvis, Little Richard, dat was nagenoeg alleen daar te horen. Bovendien hadden ze geweldige boxen – ook dat bestond elders niet, en al zeker niet bij ons thuis.»

HUMO Als rock-’n-roll alleen op de kermis te horen was, wat draaiden ze dan op de radio?

GUY «Lichte muziek van alle slag. In het beste geval de grote Amerikanen, in het slechtste Duitse schlagers, al mocht Freddy Quinn er bijvoorbeeld wel zijn.

»Ik luisterde ’s avonds in mijn bed altijd naar de Engelse Radio Luxemburg 208, het enige station hier dat rock en pop draaide. Maar op de BRT – of het NIR, zoals dat toen nog heette – was er zo goed als niks. Op Omroep Gent draaiden ze bijvoorbeeld altijd Ray Conniff. En dat ‘altijd’ mag je bijna letterlijk nemen: als je Ray Conniff hoorde, wist je dat je radio op Gent stond. Ik denk dat ze een contract met hem hadden. Ja, op Omroep Kortrijk waren nu en dan wel wat goeie rocknummers te horen. Maar een echt rock-’n-rollprogramma was er nergens, en daar werd ik op den duur toch wat zenuwachtig van.»

HUMO En toen?

GUY «Maar dat heb ik al duizend keer verteld.»

HUMO Doe toch nog maar eens.

GUY «Welja, toen er op zaterdagmiddag dan toch een tienerprogramma op de BRT kwam, bleek dat niet te harden. Niet alleen omdat de selectie niet consequent rock was, maar in hoge mate ook door het kleuterjuftoontje waarmee presentatrice Frieda Linzi ons toesprak: ‘En nu, beste jongens en meisjes, hebben we iets héél interessants voor jullie!’ Vooral dat belerende toontje was om tegen de muren op te lopen, en dus heb ik toen naar de BRT geschreven dat ik dat allemaal veel beter kon. Niet uit arrogantie, maar gewoon omdat ik dacht dat ik er écht wel iets van kende. Wonderlijk genoeg mocht ik na die brief een programma komen maken – en we waren vertrokken.

»Heel vreemd, hoor, hoe meewarig men toen op de BRT over rock-’n-roll deed. Ik begon in april ’61 met mijn programma, en zowat het eerste wat ze daar zegden, was: ‘Ach, over een paar maanden is die rock-’n-roll gewoon voorbij.’»

HUMO Terwijl rock-’n-roll toen toch al dik vijf jaar bestond?

GUY «Ja, maar hier dus niet. Al vond ik in het BRT-archief veel goeie ouwe rockplaten – ze hádden ze dus wel, ze speelden ze alleen niet. En gelukkig maar, want waar had ik ze anders moeten halen? Zelf had ik ze niet, en de winkels begonnen ze toen pas heel zoetjesaan te verkopen.

»Van wat ik met dat programma verdiende, kon ik nauwelijks de trein van Mol naar Brussel en terug betalen, dus had ik mijn directeur op een dag wat geld gevraagd om nieuwe plaatjes te gaan kopen. ‘Jamaar, heb je de achterkant van die andere plaatjes al gespeeld?’ was het antwoord (lacht). In die tijd ging ik af en toe met de bus naar Eindhoven, om daar wat nieuwe singles te kopen. En dan doodsbang als ik met die plaatjes weer de Belgische grens over moest.»

JENS «Mocht dat dan niet?»

GUY «Geen idee, maar ik wist dat er nog geregeld vuurgevechten waren met botersmokkelaars, en de douaniers kwamen toch altijd even in de bus kijken als ik de grens passeerde. Ik weet nog goed dat ik een soort gigantische basdrum in mijn borst voelde bonken zodra ik hen zag naderen.»

null Beeld Koen Bauters
Beeld Koen Bauters

‘EN DAN NU...’

HUMO Wat was jouw eerste ervaring met muziek, Jens?

JENS «Ik ben geboren in 1968, het laatste grote jaar van The Beatles, zeker? Zij waren dan ook mijn eerste echte muzikale herinnering, denk ik.»

GUY «Er bestaan nog foto’s van jou met de hoes van ‘Let It Be’ op schoot, een hoes waar je toen nauwelijks bovenuit kwam. En de namen van de vier Beatles waren zo ongeveer de eerste woordjes die je kende.»

JENS «John, Paul, George en dinges.»

GUY «En van die ‘Ringo’ hing het dan af of je al dan niet te eten kreeg.»

JENS «Enorm afgezien, toen (lacht).

»Al die muziek bij ons thuis, dat was geweldig: we hadden meer platen dan speelgoed, denk ik.»

GUY «Ah ja, uiteraard. Al het geld ging op aan platen.

»Toen ik in 1969 hoofdredacteur van Humo werd, moest ik van Karel Anthierens naar Dilbeek verhuizen, om dicht bij de redactie te zijn. We woonden er in een appartement, waar ik een grote platenkast had.»

JENS «Ja, die herinner ik me nog goed.»

GUY «’s Avonds zat ik daar altijd te werken, tikmachine op schoot: vertalen, redigeren, lezen... En ondertussen werden constant platen gedraaid. Dat was toch een stevig muzikaal bad voor de kinderen.»

JENS «Ja, want wij kregen natuurlijk altijd een goede selectie te h-ren van het nieuwste dat er die week bij Humo was binnengekomen. En terwijl hij zat te werken, zaten wij naar die hoezen te kijken. Mooie hoezen hebben me altijd gefascineerd.»

HUMO En aangezien al het beste en het nieuwste bij jullie binnenkwam, hoefde jij als kind helemaal nooit muziek te kopen?

JENS «Dat is waar: het heeft lang geduurd voor ik mijn eerste singletje heb gekocht. Héél lang, zelfs. Ook al omdat ik nooit de behoefte heb gevoeld om me af te zetten tegen de muziek die hij draaide. Integendeel zelfs: ik vond het net goede muziek.»

GUY «Ik denk dat Jens pas zoetjesaan naar eigen muziek begon te luisteren toen we van dat appartementje in Dilbeek naar Berchem verhuisd zijn: daar was plaats voor een eigen kamer.»

JENS «En daar heb ik de grote boxen die we in Dilbeek hadden ook zelf verbouwd. Ik heb altijd graag goede boxen gehad: alles lekker luid, zo hoort het! Vind jij ook, hè?»

GUY «Ja. Play loud!»

HUMO Wat was zo de eerste plaat die je helemaal zelf ontdekt hebt, Jens?

JENS «Dat moet iets uit de new wave geweest zijn: ‘Eisbär’ van Grauzone, denk ik. Ik had een vriend die helemaal into dat wereldje was: Cabaret Voltaire, The Virgin Prunes, dat genre. We gingen ook vaak naar de Brielpoort in Deinze, naar het Futurama-festival en zo.

»Ik heb in die tijd overigens nog eventjes een programma op Radio Centraal gehad. Een heel slecht programma: het enige wat ik tussen de nummers door zei, was: ‘En dan nu...’ Waarna dan de naam van het nummer volgde.»

GUY «En als het dan nog het juiste nummer was geweest.»

HUMO Als Humo-hoofdredacteur ben je bijna moreel verplicht om de rockmuziek een beetje te volgen, maar geldt dat ook voor een reclamemaker?

JENS «Vind ik wel, ja. Ik verplicht iedereen ook om ver en diep te zoeken naar de juiste muziek voor spots. Want als je muziek gebruikt, mag het ook geen te voor de hand liggende keuze zijn. Sommige merken hebben echt slimme campagnes gehad die dreven op hun verrassende muziekkeuze: die Levi’s-campagne van destijds, bijvoorbeeld.»

GUY «Héél goed. De verzamel-cd die ze daarvan hebben uitgebracht, blijft een topper.»

JENS «Ik heb ook vaak muziek ontdekt via reclame: de originele ‘Mambo No. 5’, bijvoorbeeld. Of ‘Spaceman’, via één van die Levi’s-spots. En ‘Get on board’ van Shirley Temple, in een spotje voor PlayStation: gedurfd, die combinatie van oude muziek met een hip product.»

GUY «Goede muziek in een spotje gebruiken kost ook iets, hè.»

JENS «Ja, dat maakt het voor Belgische campagnes vaak nogal moeilijk. Maar onlangs hebben we bijvoorbeeld ‘Always Look on the Bright Side of Life’ gekocht voor een Win For Life-campagne van de Nationale Loterij, en dat bleek nogal mee te vallen qua prijs.»

GUY «Ook in de Humo-spotjes zijn we van bij het begin veel met mu-ziek bezig geweest. Vroeger was dat wel makkelijker: stond iemand met een groot interview in het blad, dan zetten we er – hup! – gewoon zijn beste nummer onder. Zoiets moet je nu niet meer proberen.

»Is jouw eerste grote ontnuchtering er niet gekomen met één of ander nummer van dEUS

JENS «O ja. Lang geleden was dEUS headliner op Beach Rock, een festival waarvan jongerenbank Axion hoofdsponsor was. Wie een rekening had, kreeg korting om naar het festival te gaan, en in ons spotje voor die actie hadden we de tekst ‘Thank you for the roses’ uit het dEUS-nummer ‘Roses’ omgeturnd tot ‘Thank you for the korting’. Moest allemaal kunnen, vonden wij toen – we kenden den Tommy toch, nietwaar? (lacht) Tot mijn toenmalige baas André Duval de volgende ochtend razend het bureau kwam binnengestormd: ‘Wat heb je gedaan?! Ze vragen een miljoen!’ André is die maand gewoon een paar keer wat minder duur gaan lunchen, maar sindsdien ben ik héél voorzichtig.»

HUMO Is dat nog altijd een gangbaar bedrag, één miljoen oude Belgische franken – vijfentwintigduizend euro – voor een nummer in een reclamespot?

JENS «Het hangt ervan af hoe lang je spot loopt, en waar hij uitgezonden wordt. Een Humo-campagne loopt doorgaans maar twee dagen, terwijl dat Win For Life-deuntje een paar jaar moet meegaan – logisch dat je daar dan meer voor betaalt. Maar laten we zeggen dat tussen de tien- en de dertigduizend euro de gangbare prijs is voor één nummer.»

BONO’S ERVEN

HUMO Heeft iemand van jullie ooit de ambitie gehad om zelf muzikant te worden?

GUY «Ik vind het zeer jammer dat ik geen enkel instrument kan bespelen.»

JENS «Ik ook.»

GUY «We hadden vroeger thuis wel een piano, waarop ik zelf rock-’n-rollnummers probeerde te componeren. En ik heb wel nog even pianoles gevolgd in de muziekschool, maar dat was ik snel beu: dat ouwe regime van notenleer was echt niet te harden.»

JENS «Mijn zus en ik hebben ook nog even notenleer gevolgd, en we hebben het evenmin volgehouden. Te saai.

»Ik heb wel nog een tijdje een piano in huis gehad, en een gitaar gekocht, maar veel meer dan (neuriet de openingsriff van ‘Smoke on the water’) ‘Ta-ta-daa’ kwam daar niet uit.»

GUY «Een mens wil dat te rap doen, hè. Het moet nochtans geweldig zijn om samen met anderen muziek te kunnen maken. Ik zing ook heel graag – al geef ik toe dat daar weinig vraag naar is. Maar als ik de kans krijg, laat ik ze niet liggen.»

JENS «Zo gebeurt het weleens dat we zelf wat dingetjes bijeen zingen voor de Humo-spotjes. En ook daaruit blijkt dat we het gewoon niet kunnen, vrees ik (lacht).»

HUMO Wat je volgens mij wél perfect zou moeten kunnen, Guy, is liedjesteksten maken. Heb je dat nooit geprobeerd?

GUY «Ja, dat heb ik wel ’s gedaan. Voor Will Tura, of all people. Nog voor jij geboren was, Jens.»

JENS «Ja? Ik herinner me nog altijd dat Will Tura me mijn allereerste fietsje heeft gegeven.»

GUY «Dat fietsje was eigenlijk al twee jaar van je zus Martine

JENS (verbaasd) «Hoe? Mij is toen gezegd dat het een nieuwe fiets was!»

GUY «Neen, hoor. We hebben Martine gewoon een tijdje weggemoffeld.»

HUMO Maar we zaten bij de teksten van Will Tura.

GUY «In de tijd dat ik nog m’n rock-’n-rollprogramma presenteerde, had Will Tura me gevraagd een tournee van hem te presenteren, en zo heb ik hem wat beter leren kennen. Ik was geen fan van zijn platen, maar ik vond hem wel een uitstekend componist, en ik vond dat hij zijn kans moest wagen in het buitenland – nog denkende dat dat allemaal gemakkelijk was. Hij is toen eens een tape met een paar nieuwe composities komen afleveren, waar ik dan Engelse teksten bij geschreven heb.

»Ik heb ook eens geprobeerd een Nederlandse tekst te schrijven voor ‘Heimwee naar huis’ – dat toen nog niet zo heette – maar dat was niet echt met overtuiging. Sandy Tura lacht me er nog geregeld mee uit: het speelde zich allemaal af op zee, en er zat een passage in met de woorden ‘In sterrenstreling’...»

JENS (huivert) «Oelala!»

GUY «Dat rijmde namelijk op ‘Aan de reling’, waar dan een eenzame zeeman stond. Het is uiteindelijk allemaal niet doorgegaan, want Tura’s platenbaas Jean Kluger was van oordeel dat de mensen niet wisten wat een reling was (lacht). Er liep een koude reling over mijn rug toen ik dat te horen kreeg.

»Later heb ik ook nog voor Jean Blaute geschreven, maar dat was pure onzin, helemaal voor de lol: (Zingt) ‘Ik heb de bloes / Van ouwe kant / Waar mijn lief zo dol op was / Verbrand / Met een havanna / And that’s why, Anna / I’ve got the blues’.

»En ‘Er was een vogeltje’, natuurlijk.»

HUMO Jullie hebben allebei meer dan eens een Bekende Artiest in levenden lijve ontmoet. Is het ooit gebeurd dat zo’n held dan een verschrikkelijke eikel bleek te zijn?

JENS «Ik heb nooit posters van muzikanten op mijn kamer gehad, alleen affiches van Torhout-Werchter en tekeningen van Eddy Vermeulen. Misschien mis ik die idolatrie net omdat er thuis af en toe weleens een Bekend Iemand over de vloer kwam.

»Ik heb ook nooit één of andere artiest willen imiteren. Ja, ik wou destijds hetzelfde haar als Rod Stewart, maar dat is me toen niet gelukt. En nu nog altijd niet.»

GUY «Niet opgeven, Jens. Persevere ad infinitum!

»Maar om op de vraag terug te komen: echte klootzakken heb ik nooit ontmoet. Ja, ik heb op Werchter één keer meegemaakt dat een Belangrijke Groep niet wilde dat iemand van de mensen die backstage stonden hen aankeek terwijl ze van hun loge naar het podium liepen – we moesten ons allemaal omdraaien. Maar ik weet echt niet meer wie het was. Toch de Stones? Ik kan het nauwelijks geloven. De Bob Boon Singers?

»In de twintig jaar dat ik Torhout/Werchter presenteerde, heb ik natuurlijk vlak bij de allergrootsten gestaan, backstage en op het podium, maar ik heb altijd afstand gehouden. Ik focuste me op mijn werk, presenteren, en ik hou sowieso niet van dat zie-eens-hoe-ik-hier-nu-toch-weer-gezellig-met-de-sterren-sta-te-verbroederen-sfeertje.»

HUMO Als Guy Mortier Torhout/ Werchter of Humo’s Pop Poll moest presenteren, mocht de jonge Jens dan ook altijd mee backstage bij die grote sterren?

JENS «Ja. Of eigenlijk: neen. Omdat Guy niet wou dat wij voorgetrokken werden. Intussen begrijp ik zijn redenering wel – sterker: ik vind het mooi – maar toen was dat soms wel vervelend.»

GUY «Ach, ik wou ze inderdaad niet voortrekken. Ik herinner me nog dat hij op een Pop Poll-avond eens mee naar de vipbar wou, en dat ik neen zei. Waarop Kees van Kooten me zei: ‘Ach, laat ze toch. Want het is allemaal zo snel voorbij.’ Hij had natuurlijk gelijk. Sinds vorige week neem ik Jens overal mee binnen.»

HUMO Wie van die bekende koppen maakte destijds het meeste indruk op jou, Jens?

JENS «De backstage in Werchter was toen helemaal anders: niet meer dan een paar caravans, en de artiesten liepen daar gewoon tussen. Samen met mijn zus ging ik dan op zoek naar handtekeningen. Iemand als Willy DeVille, dat vond ik toen toch wel een hele straffe. En naar Robert Palmer keek ik ook op, omdat die altijd knappe vrouwen had. Ik heb overigens die man zijn pen nog: ik was ’m om een handtekening gaan vragen, en nadat hij ze gezet had, heb ik zijn pen gewoon gehouden.»

GUY «Dankzij diezelfde truc heeft hij ook de gitaar van Keith Richards thuis staan.»

JENS «En o ja, dan was er ook nog Bono, van wie we een kaartje hebben.»

HUMO Een kaartje van Bono?

GUY «Dat hebben ze gekregen na een concert van de prille U2 in Mechelen, toen Bono nog heel bereikbaar was. Hij heeft die avond zelfs nog met m’n nichtje gedanst, en voor Martine heeft hij een kaartje geschreven: ‘Any child of Guy is a child of mine.’»

JENS «Heel handig voor als zijn erfenis eraan komt.»

Reageren op een artikel, uw mening ventileren of een verhelderend inzicht delen met de wereld

Ga naar Open Venster

Op alle artikelen, foto's en video's op humo.be rust auteursrecht. Deeplinken kan, maar dan zonder dat onze content in een nieuw frame op uw website verschijnt. Graag enkel de titel van onze website en de titel van het artikel vermelden in de link. Indien u teksten, foto's of video's op een andere manier wenst over te nemen, mail dan naar redactie@humo.be.
DPG Media nv – Mediaplein 1, 2018 Antwerpen – RPR Antwerpen nr. 0432.306.234