festivalLes Ardentes
Het beste en slechtste van dag 1 op Les Ardentes: Anderson .Paak bracht verlichting, Megan Thee Stallion bracht bijna helemaal niets
De openingsdag van Les Ardentes bracht Megan Thee Stallion, weliswaar 55 minuten te laat, en een verwoestend goede set van Anderson .Paak, ook in het Rijk der Vrijheid ieders favoriete lachebekje achter een drumkit. En o ja, véél bas.
Mocht u zich afvragen waar alle hiphopheadliners deze zomer zitten: het antwoord wordt gegeven op een wei in Rocourt, waar Les Ardentes dit jaar voor het eerst zijn tenten heeft opgeslagen. Het Luikse festival is weg uit het hart van de Vurige Stede, ziet er opeens werchteriaans groot uit en ontvangt elke dag 50.000 mensen voor wat dus een rap- en popaffiche om holla tegen te zeggen is. Wereldsterren als Tyler, the Creator, A$AP Rocky en Stromae toppen de affiche, met net daaronder grote Franse en Brusselse namen als Damso, Hamza, Ninho, ICO en Frenetik.
De openingsdag startte zoals die wel vaker start op Les Ardentes: à l’aise. Het terrein ging later open door problemen met de scanners en zelfs onder de ogen van de eerste bezoekers bleven bobcats en bestelwagens over het gras zoeven. Banners kregen nog snel een plaatsje boven kassa’s, elders op het terrein hielden de bonnetjeskoten het rolluik koppig gesloten en ik zag de technicus van Da Hood aan zijn collega vertellen dat de eerste shows prompt een kwartier waren uitgesteld. Les Ardentes was nog niet begonnen en al en retard.
In Da Hood was er voor Miss Angel (★★★☆☆) buiten de eer en de matige interesse van een tiental toeschouwers weinig te rapen, en dat in een tent van dezelfde grootteorde als Klub C op Rock Werchter. Het jarige kind in een lege binnenspeeltuin met pannenkoeken die koud worden, de verliefde zot die een halfuur wacht in het restaurant en dan maar alleen vertrekt: dat, maal een paar duizend keer. Even overwoog ik om het sterrenoordeel uit compassie zo te laten, maar dat was buiten Big Miss zelf gerekend. De Antwerpse rapster vloog erin alsof er voor haar geen anderhalve man en een paardenkop maar een volledige stal volbloeden stond te dampen van de goesting.
‘I want to fuck this shit up,’ zei ze, schouders naar achter en hoofd omhoog, met in haar zog twee danseressen die de swag per strekkende meter te koop aanboden. Ze stonden daar niet om de afwezigen ongelijk te geven, maar om de schaarse toehoorders te bevestigen in hun keuze bij het krieken van de festivaldag.
Miss Angels spel je met de ‘miss’ van missionaris. Ze kan als geen ander zieltjes winnen, zagen we drie zomers geleden al op onder meer Rock Werchter en Fire Is Gold. Nummers die toen nog niet bestonden, kwamen nu met allure uit de versterkers gespat. ‘Mami That’s My Shit’ had sensuele bassen en Afrikaanse percussie in de buik, ‘Who?!’ werd door de dj vaardig uit een flard Diana Ross gedestilleerd. Angel en haar dansende mami’s doken zelfs de frontstage in om er toch maar iets van te maken - in de enthousiaste entourage herkende ik ook Blu Samu.
Een harde, maar mooie opwarmer voor Pukkelpop, dat Miss Angel deze week nog aan de affiche toevoegde. Zoals het door mezelf pas verzonnen spreekwoord zegt: wie de vijftig enkelingen in Rocourt eert, is de tent van vijfduizend man in Kiewit weerd.
Openhartoperatie
Les Ardentes heeft vanzelfsprekend een traditie in Franstalige hiphop - denk aan 2019, toen Roméo Elvis en Booba de line-up aanvoerden - en die is niet plots weg omdat er bovenaan op de affiche wat Amerikanen staan. In de eerste middag kwamen de hoogtepunten van Green Montana en Leto, rappers van stand uit respectievelijk België en Frankrijk die met hun trap en drill de basversterkers van het festival tot het uiterste testten.
Tussen de twee publiekstrekkers zat iemand uit de categorie Moeilijk Gaat Ook of Misschien Ook Niet: Dua Saleh (★★1/2☆☆). De non-binaire artiest met Soedanese roots vertolkt Cal Bowman in ‘Sex Education’ en probeert uit gelijke delen hiphop, pop en r&b een ongeziene sfeer te scheppen. Alleen is sfeer scheppen in een nog altijd amper gevulde festivaltent als een blinde die een openhartoperatie uitvoert: nobele poging, maar op het einde zal er toch altijd iets niet kloppen.
'I hope you’ll dance,’ zei Saleh, maar hun hoop bleek al snel ijdeler dan Ruben Van Gucht in een spiegelwinkel. Afrobeats, iets houseachtigs, zelfs een verdwaalde indiegitaar: het landde allemaal op een koude steen en kon niet verbergen dat Salehs ijle stem niet voldoende werd ondersteund voor deze zo goed als lege tent, ook niet door het meelopende vocaaltje. Als performer begeesterde Saleh meer: af en toe wierp hen een manische blik in het publiek en bewoog hen over het podium alsof hen elk moment kon omvallen. Onwillekeurig dacht ik aan David Byrne ten tijde van ‘Stop Making Sense’.
‘This is a hiphop festival, right?”’peilde Saleh naar de vorm van de dag alvorens een rondje frisse trap te serveren. Op hun best klinkt hen als een zachtere en hogere versie van Little Simz, op hun makst dwaalt hen rond terwijl andermans verse uit een bakje komt en de artiest zelf wat verloren aan knoppen prutst. Tot plots ‘Focal’ onder mijn armhaar kroop als het beste van Oscar and the Wolf. Tussen ‘I Belong to You’, opgedragen aan de overleden hyperpopproducer Sophie en hun voorlopig grootste hit ‘Warm Pants’ zag ik het plots: begeestering, suave, een glimp van het goede. Net te laat, maar niks is verloren.
Vanessa Carlton
Les Ardentes is geen festival voor de snel overprikkelde medemens: behalve Da Hood en Tarmac, een soort serre waar de hele dag platen worden gedraaid, zijn alle podia volledig open en hoor je in het midden van het terrein constant twee tot vier soundsystems door elkaar. Voordeel: je weet als ongeïnformeerde bezoeker meteen waar het volk samentroept en waar het dus te gebeuren staat. Zo staken rond etenstijd duizenden hun licht op bij SCH (★★★☆☆), of zoals hij op de site van Les Ardentes wordt genoemd: 'de baron van Marseilles'. Voor hiphopfans die hun Frans beter kennen dan Fanfreluche is Julian ‘SCH’ Schwarzer niet minder dan een legende. Hij zit niet voor niks in de jury van ‘Rhythm + Flow', de veelbekeken Netflix-reeks die de beste nieuwe rapper van het Franse taalgebied zoekt.
Schwarzer begon met furieuze drill en ontbond de beëzelbubjes in zijn hoofd met aan hondsdolheid grenzend gegrom. In ‘Mayday’, over wat hem in de rapgame dreef, klonk hij dan weer hoger en heser. Muzikaal ging het van drill over r&b naar trap en terug. Zelfs voor de leek veegde SCH het cliché dat alle Franse rap toch maar hetzelfde is vlot van tafel.
De man zelf deed wat zijn witte broek en stijlvolle jasje met pastelvlekken zullen doen als ze op de juiste temperatuur gewassen zijn: geen krimp geven. Het is van Bob De Bouwer geleden dat ik iemand zo stoïcijns zag blijven onder een technisch mankement. Sigaretje, flesje, grijnsje en weer door. In ‘Mannschaft’ kregen we meer duiding bij die levenshouding: ‘Aucune émotion / On a les plugs, les Glock, les boxs et les munitions’.
Fresh Lepeufra, eind juni nog winnaar van ‘Rhythm + Flow’, kreeg zijn momentje voor een muur van gsm-schermpjes en daarna was er de nieuwe single, het door house beïnvloede ‘FADER UP’ - nóg een zwarte artiest die zich tegelijk met Drake en Beyoncé op de house heeft gestort.
Het is lekker viben op al die diepe bassen, maar ik ga niet liegen: het meest keek ik vandaag uit naar Anderson .Paak & The Free Nationals (★★★★1/2). Want heeft een festivalzomer wel bestaan als de ondergaande zon niet één keer in ’s mans glimlach heeft geblikkerd?
In de categorie Dingen Die Ik Vandaag Voor Het Eerst Schreef’: dit uitstekende concert begon met een minutenlange trompetsolo. Voor nerds was het eerder een zoekplaatje - ik herkende ‘Spottieottiedopaliscious' van Outkast en kon een ander nummer niet thuisbrengen. En dan pakte .Paak zijn moment met het eerste drumsalvo van de avond. In het midden van de solo hoorde ik één eigenaardige, harde bonk. Bleek mijn opengevallen bakkes te zijn.
Je herkent het strakke bandspel en de afgesproken breaks van zijn eerdere concerten en toch pakt .Paak je op de verrassing. Hij is de student die avonden blokt en ’s ochtends niet alleen fluitend een tien haalt, maar ook op het galabal met de lieven van de brossers muilt. In Luik versierde hij de wei niet alleen met uitgesponnen funkjams, maar ook met hits en spielerei. ‘Am I Wrong?’ kreeg de zoveelste als water vloeiende drumsolo in de staart en voor je het wist zat je in ‘Lockdown’. Voor je ‘What the fuck?!’ kon denken, slikte je zelfs een flard van Vanessa Carltons ‘A Thousand Miles’.
Iedereen kreeg zijn momentje: de achtergrondzangeressen coverden ‘Nasty Girl’, de toetsenman klooide met ‘California Love' van 2Pac en de trompettist bleek plots te kunnen rappen. Geen angst voor de puristen die lak hebben aan populistische karaoke van headliners: sinds zijn samenwerking met Bruno Mars en hun wereldhit ‘Leave the Door Open’ gaat de carrière van .Paak rap, maar hijzelf blijft toch rapper. Vooral het laatste kwartier van de set ademde onversneden hiphop, met onder meer ‘Bubblin’’ als publieksfavoriet voor dit op stoom gekomen festivalpubliek.
55 minuten te laat
Op zo’n moment was het trouwens tot dan wachten, want verder ving Les Ardentes weinig aan met Anderson .Paak. Tot op het einde van de show raakte je zonder wringen in het sfeervak, wat bijvoorbeeld bij SCH nooit zou zijn gelukt. Geen opwinding, geen spontaneïteit. Alsof je met tienduizend man geeuwend staat te kijken naar de ondergaande zon boven de Mount Everest, een pasgeboren lammetje of Scarlett Johansson, en dan kreeg hij nog een kwartier van zijn set afgepitst ook. Maar ook zo was het duidelijk dat .Paak niet alleen een popster geworden is, maar ook een rapper, een werelddrummer en een funk soul brother gebleven is. Een zwart entertainend multitalent met de groove aan zijn gat: als ik nu de naam noem van Hij Die In Alle Attractieparken van Minneapolis Gratis Binnen Mocht, krijg ik slaag van collega (ss). Maar zeg mij: wie komt er in dit tijdsgewricht dichter bij Prince dan .Paak?
De tijd liet zich op Les Ardentes dan weer danig ontwrichten door Megan Thee Stallion (★☆☆☆☆). De hitrapster had een uur te vullen, maar was na 10 minuten nog altijd nergens te bespeuren. Ook niet na 20 of 30, toen het volk en masse begon te vertrekken. Pas na 55 minuten en wat obligaat flitsende lichten behaagde het la Stallion om op het podium te verschijnen.
Jammer dat ze er zich dan gauw in een halfuurtje vanaf maakte, al kan de organisatie dat natuurlijk ook voor haar hebben bepaald. Zelfs in die korte tijd raakte de Bingo Thee Stallion snel ingevuld. Een derrière die met zwier op en neer twerkte? Check. Rookkanon? Check. De woorden hot, thot, girl, summer, shit, money, sex en freak? Dat zijn vier checks, Michel. Wie bleef wachten tot ze haar twee grootste hits in de mix gooide, had helemaal prijs: eerst ‘W.A.P.’ en daarna ‘Savage’, respectievelijk met Cardi B en Beyoncé op band. Tussendoor hadden vier fans - waarvan één met een cowboyhoed - de tijd van hun leven op het podium.
‘If you love your body, make some noise!’ vroeg Megan Thee Stallion. Het is wat je van haar wilt horen: hou van jezelf, dop je eigen bonen en breng een dweil voor mijn natte poes als je wil. Het was wat ik had verwacht, het was waar ik zin in had, en ik had mezelf beloofd dat ik niet zou zeuren. Máár. Mag ik dan veronderstellen dat je geen klein uur te laat komt, je eigen raps volledig meezingt en een beetje nadenkt voor je je baskasten zo luid openzet dat mensen met dichtgepropte oren het voorste vak uitlopen? Jammere anticlimax, en al helemaal toen ik op het andere hoofdpodium de zevenkoppige Franse hiphopband Sexion d’Assaut, terug van lang weggeweest, nog een masterclass in groepsrap en sfeerbeheer zag geven. Voor één keer stond de bas zelfs niet loeihard.