‘How Many Dreams?’:
Het DNA van DMA’s: ‘We willen niet die groep zijn die Cher covert’
Down-under boven: tien jaar na hun ontstaan loopt het gesmeerd voor DMA’s, een trio dat zichzelf in die tijd heeft omgeschoold van het antwoord op ‘Hoe zou britpop klinken mocht die uit Sydney komen?’ tot ‘Domme vraag, hier is een synthesizer’. Vierde plaat ‘How Many Dreams?’ werd opgenomen met dezelfde Stuart Price die ook Dua Lipa, The Killers en Pet Shop Boys van voldoende glijmiddel voorzag om de mainstream in te glippen, en dat loont. U kent hen bijgevolg van de radio, of binnenkort: van hun optreden in de AB op 23 april.
HUMO Zorgwekkende tweet gelezen op jullie kanaal deze week: ‘Als iemand vanavond naar het concert komt en toevallig een ooglapje op zak heeft: gelieve te doneren aan de stand van de merchandise.’ Daar moet een goed verhaal achter zitten.
JOHNNY TOOK (gitaar) «Dat was voor Mason (Matt Mason, red.), onze andere gitarist. Voor we op tour vertrokken, wilde hij in Australië nog een laatste bushwalk afwerken, een Australisch gebruik waarbij je dagenlang door de wildernis trekt. Jammer genoeg kreeg hij meteen na vertrek al een tak in z’n oog. Intussen is dat ontstoken, en ziet hij eruit alsof hij uit ‘Terminator’ is weggelopen. Vandaar: een ooglapje, dachten we.»
HUMO Wat is er, naast de verblindend mooie natuur, nog uniek aan de muziekscene in Australië?
TOOK «Moeilijke vraag, want ze verschilt van plaats tot plaats. Vooral Melbourne steekt eruit. Daar is het momenteel al postpunk wat de klok slaat. Als je daar niet over je muziek staat te praten in een vuistdik Australisch accent, wordt het niets (lacht). Twintig jaar geleden was het nog een pak moeilijker om als Australische groep voet aan wal te krijgen in het buitenland. Gelukkig heeft het internet de kloof met de rest van de wereld wat gedicht.»
HUMO Het succes van DMA’s komt niet uit de lucht vallen: ‘How Many Dreams?’ is jullie vierde plaat al. Wat overheerst nu: opluchting omdat het succes eindelijk daar is, of dankbaarheid omdat je inmiddels volwassen genoeg bent om met de aandacht om te kunnen?
TOOK «Wat mezelf betreft: het laatste. Niet dat we onszelf nu als beroemdheden beschouwen, maar ik kan me voorstellen dat bekendheid voor een stel jonge twintigers een verslavend goedje kan zijn.»
HUMO ‘How Many Dreams?’ klinkt veel elektronischer dan jullie eerste platen.
TOOK «Ik zal me nooit schamen voor onze oudere nummers, ik sluit zelfs niet uit dat we ooit weer die richting uitgaan, maar we waren begin de twintig toen we begonnen – toen nog als The Dirty MA’s – en dat hoor je ook. Intussen zijn we getrouwd, enkelen van ons hebben zelfs al kinderen: het is maar normaal dat je muziek dan niet meer klinkt zoals toen. Nu durven we voluit te experimenteren.»
HUMO Jullie bekendste experiment blijft toch jullie cover van Chers ‘Believe’ uit 2016, voor veel mensen hun eerste kennismaking met DMA’s. Jullie spelen die nog altijd live.
TOOK «Soms, want we springen er liefst spaarzaam mee om. We hebben ‘Believe’ zelfs een paar jaar niet gespeeld, we willen niet bekendstaan als ‘die groep die Cher covert’. Want zo gaat het met het internet: zodra iets opgepikt wordt, heb je er zelf niet veel controle meer over. Nu bewaren we ‘Believe’ een beetje voor speciale gelegenheden.»
HUMO Een beetje zoals Radiohead met ‘Creep’.
TOOK «Welja. Het idee kwam in Keulen, dacht ik. Mason begon tijdens de soundcheck voor die avond plots Cher te spelen. Voor de grap, maar eens we allemaal invielen, moesten we toegeven: dit klinkt best goed.»
HUMO Je zou het niet meer zeggen als je naar ‘How Many Dreams?’ luistert, maar volgens de overlevering ontstond DMA’s op een folkfestival.
TOOK «Helemaal waar. Mason en ik stonden er apart op de affiche, maar we vonden elkaar zo goed dat we nadien de krachten bundelden. Mijn muzikale roots liggen in bluegrass en country, wat je soms nog kunt horen op de nieuwe plaat. Een song als ‘Dear Future’ is in wezen een countrynummer, maar de beat maakt er meer hiphop van.»
HUMO Dan is het dus toch een banjo die ik hoor in de staart van ‘Jai Alai’?
TOOK «Min of meer (lacht). Het is een Ierse bouzouki. En een mandoline zit er ook ergens in. Een kleine verwijzing naar waar we vandaan komen als muzikanten.»
HUMO Je vader was een roadie in de jaren 80. Heeft hij voor bekende artiesten gewerkt?
TOOK «Absoluut. Neil Young, INXS, Tom Waits, KISS, Elton John… Zijn liefde voor muziek heeft hij rechtstreeks aan mij doorgegeven. Hij heeft me gitaar geleerd, en zijn muziekbibliotheek thuis werd mettertijd ook de mijne. Bruce Springsteen heb ik bijvoorbeeld ontdekt door lukraak platen uit zijn kast te pikken.»
HUMO Ik las ergens dat de film ‘This Is Spinal Tap’ je ook richting het muzikantenbestaan duwde.
TOOK «Dat was gelukkig een grap (lacht).»
HUMO Jammer, daar gaat mijn volgende vraag.
TOOK «Laat me raden: wat is ons beste Spinal Tap-moment? We hebben er wel enkele, hoor. Zoals die keer dat we in New York op een klein festival speelden, en Mason en Tommy (O’Dell, zang, red.) vooraf nog snel hun was wilden gaan doen. Alleen hadden ze onderschat hoe lang het duurt om van de ene kant van New York naar de andere te reizen, en hanteerde de organisator die avond een érg strikte podiumtijd. Dus moest ik samen met de rest (live wordt het trio aangevuld met drie extra muzikanten, red.) op het podium staan wachten tot ze opdaagden. Op zich niet zo erg, ware het niet dat je dóór het publiek moest om tot op het podium te raken, en die twee zich dus met wasmand en al een weg door de menigte moesten banen. Je optreden beginnen door je propere onderbroeken uit te stallen op het podium: rock-’n-roll kun je dat niet bepaald noemen.»
HUMO Nog een voorbeeld voor DMA’s: Soulwax, patroonheiligen van elke rockgroep die de snaren inwisselt voor synthesizers.
TOOK «Ik heb elektronische muziek vrij laat ontdekt, maar Soulwax was zonder twijfel één van de poorten waarlangs ik binnenraakte. Zij en Chemical Brothers, Holy Fuck, Underworld en Groove Armada. Hun concertfilm ‘Part of the Weekend Never Dies’ heeft mijn ogen geopend. Op YouTube staat ook een fragment waarin de broers Dewaele een rondleiding geven in hun oude studio, en al hun vintagemateriaal laten zien. Als ik me weer eens schuldig voel omdat ik te veel heb uitgegeven aan een synthesizer, bekijk ik dat filmpje.»
HUMO Wat is het fijnste compliment dat je al hebt gekregen met DMA’s?
TOOK «Dat was op een signeersessie in Engeland. Twee mannen, ouder dan wij, vertelden dat onze debuutplaat destijds het enige was wat hen uit bed en door de dag wist te slepen. Dat raakte me, want ik heb ook al in hun schoenen gestaan. Dat andere mensen nu troost vinden in ónze muziek: het went nooit.»
HUMO Mooi, al dacht ik dat je het compliment van Liam Gallagher zou aanhalen. Jullie werden in jullie beginjaren vaak gezien als het Australische antwoord op Oasis.
TOOK «Gek genoeg stopten die vergelijkingen net toen Liam ons prees op Twitter (lacht). ‘Biblical’, noemde hij ons.»
HUMO Ging het niet vervelen, die vergelijking?
TOOK «Zou je denken, maar nee. Er zijn ergere vergelijkingen. Oasis wás ook een voorbeeld toen we begonnen met DMA’s, dus helemaal uit de lucht gegrepen is ze niet. We zijn nadien nog op tour geweest als voorprogramma van Liam: leuke kerel, erg gul voor beginnende groepen.»
HUMO Ook très Liam: hoe hij zijn steun voor jullie uitsprak nadat Noel zich laatdunkend had uitgelaten over DMA’s.
TOOK «Ach, dat was maar een grapje. Iemand vroeg Noel of hij ons al gehoord had, omdat we een beetje klonken als Oasis. Waarop Noel iets zei als: ‘Doe me er dan aan denken dat ik ze ga uitjouwen als ze ooit in de buurt spelen.’ Sindsdien hebben we al met hem op hetzelfde festival gestaan, maar hij heeft ons nog niet uitgejouwd (lacht).»
HUMO Dit nog: hoe zit het met het hardnekkige gerucht dat jullie toen drank hebben gestolen uit Noels kleedkamer?
TOOK «Ik weet welk gerucht je bedoelt, maar dat berust volledig op een misverstand. Iets tussen zijn mensen en onze drummer.»
HUMO Altijd slim: steek het op de drummer.
TOOK «Het is áltijd de drummer.»