cd★★★☆☆
Het is te makkelijk om ‘Cracker Island’ van Gorillaz links te laten liggen
Lees ook:
Damon Albarn: ‘Ik maak nu al dertig jaar muziek en blijkbaar vind ik toch nog altijd iets om over te lullen’
De achtste van Gorillaz is de ‘Californische’ plaat van Damon Albarn: de Londenaar kocht een huis in Silver Lake, L.A., en wilde daar iets mee doen. Slecht nieuws: hij maakt het ons te makkelijk om ‘Cracker Island’ links te laten liggen. De rode draad (kapitalisme, verspilling, sociale media) hangt er slap bij, met de elitaire gastenlijst (Thundercat, Stevie Nicks, Bad Bunny) gebeurt weinig en muzikaal is dit misschien de minst experimentele plaat die de cartoonpersonages al maakten. ‘Tarantula’, ‘The Tired Influencer’ en ‘Tormenta’ mogen bij het klein ongevaarlijk afval. Goed nieuws: ‘New Gold’ (half aap, half Tame Impala) is een instant-evergreen, de soulstem van Adeleye Omotayo grijpt ons in ‘Silent Running’ bij diverse lurven. ‘Skinny Ape’ is een rare mutatie tussen folk ballad en après-skistamper, maar wérkt. En dan is er ‘Possession Island’, een dromerige pianosong waarin de stemmen van Albarn en Beck steeds inniger en indrukwekkender verstrengelen, waarna halfweg nog een hitsig mariachikwartet uit de kast komt gesprongen. En tóch mooi!