naima joris
Het thuisgevoel van Naima Joris: ‘Eindelijk zit ik ergens op mijn plaats’
Wat voorafging: na een woelig verleden in callcenters, als onthaalmoeder en als parttime achtergrondzangeres trad Naima Joris vorig jaar – op haar 39ste! – op majestueuze wijze uit de schaduw met een titelloze solo-ep. Nu, enkele maanden na een tussendoortje met covers van wijlen Daniel Johnston, is er een eerste volwaardige plaat: ‘While the Moon’. Aan nieuwe trefwoorden vooralsnog geen nood, want de oude voldoen prima: melancholie, verstilling, schoonheid, the blues.
NAIMA JORIS «Ik had ook een paar minder bluesy dingetjes liggen – ik heb ups én downs, net zoals iedereen – maar ik dacht: laat ik op mijn debuut enkel nummers zetten die bij elkaar passen. Vandaar dus die melancholische sfeer, die nog het best wordt weergegeven op de hoesfoto: daarop verdrink ik in mijn eigen tranen (lacht).»
HUMO De plaat klinkt alsof ze ’s nachts is opgenomen, bij kaarslicht.
JORIS «Kaarsen gebruik ik niet, ik vind dat gevaarlijk.
»Ik wil niet klagen, maar de realiteit van de professionele muziekwereld is niet zo romantisch als je zou denken. Na ons laatste optreden, op 30 oktober 2021 in de AB, hebben de bandleden elkaar niet meer gezien. Pas in maart dit jaar hebben we ter voorbereiding van de opnames twee daagjes gerepeteerd, en in april zaten we vier dagen in de studio. Ik kan je verzekeren: dat is weinig.»
HUMO ’t Is er niet aan te horen.
JORIS «Nee, hè? Allemaal met dank aan de kunsten van Koen Gisen, onze producer. Niet te onderschatten! Op zijn vraag heb ik mijn zang live opgenomen, en ik heb weinig takes opnieuw moeten doen. Daar was ook niet veel ruimte voor: ’t was erop of eronder, en meestal was het er van de eerste keer pal op.»
HUMO ‘Nobody cares in any real way’, zing je in ‘What If’. ‘Everything’s just meant to fall down anyway’. Gaat het eigenlijk een beetje met je?
JORIS «Die tekst komt misschien cynisch over, maar hij is niet negatief bedoeld. Ik zing dat je je er nog het best bij kunt neerleggen wanneer alles onherroepelijk naar de zak gaat. Mijn moeder is net hervallen – ze heeft kanker – en ze zei me onlangs dat ‘What If’ op dit moment haar lijflied is. Ze vindt er steun in.
»Eigenlijk staat op de plaat maar één nummer dat over mij gaat: ‘White Noise’. ’t Heeft iets spookachtigs, omdat ik enkele liefdesrelaties heb weten omslaan naar psychologische horror. De rest gaat over de maatschappij, en over het einde van de wereld, en de dissociatie tussen mens en natuur.»
HUMO Blijft de vraag hoe het met je gaat.
JORIS «Steeds beter. Ik heb een band, een label en een carrière: dat dat me nu overkomt in mijn leven, is een zegen uit de hemel. Voor het eerst sinds eeuwig heb ik ook een echt thuisgevoel: ik woon niet meer bij mijn tante, maar samen met een vriend van me in een mooi huis met een vrij grote tuin. Ik heb een tenorsaxofoon geleend van mijn papa (jazzmuzikant Chris Joris, red.), waarop ik geregeld oefen. Niet dat ik zo gepassioneerd ben door dat instrument, het geeft me gewoon een huiselijke vibe, het gevoel dat ik op mijn plaats zit.»
HUMO Waar staat dat mooie huis met die tuin?
JORIS «Euh… Ik denk dat ik dat maar niet aan de grote klok ga hangen. Zo van: ‘Hallo freaky mannen die me enge berichten sturen op Messenger! Ik woon daar en daar: komen jullie maar fijn aan mijn voordeur staan!’»
HUMO Je woont ergens, laten we het daarop houden.
JORIS «Ik woon ergens, dat klopt honderd procent. Al heel wat, toch?»
‘While the Moon’ verschijnt op 4/11 bij PIAS.
Naima Joris speelt o.a. op 18/11 in De Warande, Turnhout, op 2/12 in De Roma, Antwerpen, en op 16/12 in Cactus, Brugge.