CD★★★★½
Het wonderlijke ‘Stumbling Bee’ van Eels doet uitkijken naar de show in Vorst
Op 7 april staat Eels, tenminste als alles goed gaat, in Vorst Nationaal. Wie zich wil opwarmen, kan daarvoor geheel vrijblijvend hun nieuwe plaat gebruiken: net zo makkelijk. Slaperige pop om klaarwakker van te worden, zeker als de volumeknop op 11 mag. Onder het goedkeurende gebrom en de supervisie van John Parish, een man die als geen ander de knoppen weet staan en de onveranderlijk briljante Mark Oliver Everett en zijn bende malloten in een extra laagje beton giet.
Ten bewijze: het fantastische ‘What It Isn’t’, dat niet alleen de lente aankondigt, maar ook alle viezigheid uit de oren blaast. Of de al even dansbare grooves in ‘The Magic’ en ‘Grandfather Clock Strikes Twelve’, waarop zelfs als een derwisj uit de bol gegaan kan worden. De andere songs doen nauwelijks onder: vintage Eels, dus, al is de melancholie deze keer wel verstopt onder vuistslagen van songs, met als terrasdeuren van een Toscaanse villa openklappende refreinen. ‘Sometimes I feel like a stumblin’ bee, trying to fly in November’: een briljantere omschrijving van deze coronatijden moet niet meer gezocht worden. Everett zingt ze, bijna achteloos, in het wonderlijke ‘Stumbling Bee’. Was het al maar 7 april.