CD★★★★☆
Hiphopplaat van het jaar? Het vraagteken is niet van mij, maar van die eeuwige, mooie pessimist billy woods
Wie houdt er hier van lyrische, intelligente, op het onontcijferbare af mysterieuze undergroundhiphop? Voor de drieënhalve lezer die nu trots met z’n hand in de lucht zit: hoera! Dan kent u vast het oppermachtige triumviraat Mach-Hommy, Ka en billy woods, de koningen van de heden zo florerende East Coast, die het afgelopen decennium zonder overdrijven de output en het niveau behaalden van hun illustere voorgangers uit de jaren 90. Van de drie is Mach-Hommy de meest enigmatische (niemand kent zijn naam of gezicht), Ka de blue collar-held (een ex-brandweerman uit New York) en billy woods inmiddels – solo én als deel van het onvolprezen Armand Hammer – de bekendste.
Op ‘Maps’, zijn tweede samenwerking met producer Kenny Segal, rapt billy woods over luide hotelkamers, overgeslagen soundchecks, verloren zonsondergangen, bewusteloze taxiritjes: het tourleven zoals het is, hiphop op z’n eenzaamst. Als hij terug thuiskomt, herkent hij zijn geliefde New York niet meer, maar wél zijn vriend de wanhoop: ‘We poison everything we touch / Withered and died’ klinkt het op uitschieter ‘Year Zero’, met Danny Brown. Segal houdt het afwisselend jazzy (‘Blue Smoke’), poppy-met-een-hoef-af (‘FaceTime’), avant-gardistisch (‘Hangman’) en soms zelfs lieflijk (‘Agriculture’). Voor de goudzoekers: er vallen samples van goed volk als Aphex Twin en Tim Hecker te rapen.
Woods, meester van het kortverhaal, schetst hele werelden met een flard tekst. Hij zegt niet dat hij niet kan slapen. Hij zegt: ‘I don’t go to sleep / I tread water until I sink’. In ‘Houdini’ vertelt hij over vroeger, toen óók alles in brand stond: ‘Where I come from you don’t see fireflies / You smell burning in the air / Wildfires backlighting the sky’. Het spook van de eindigheid overvalt hem terwijl hij zijn zoon ziet spelen in het park: ‘I watch him grow / Wondering how long I got to live’. Zoals de beste vissers uit de diepste rotsen een krab of een garnaal kunnen plukken, zo vindt woods zelfs in de armen van zijn geliefden rauwe eenzaamheid. Paranoia overal.
Een stuk uit hoogtepunt ‘Soft Landing’ sneed me de adem af: ‘Flaunt flagrant disassociation / Dissonant cadence’ is al een tongbreker ‘De mol’ waardig. Gaat het verder: ‘Free political dissidents from they cages / But leave ’em open / We got lists of names, pages and pages / Wouldn’t want to waste the space the previous regime gave us’. En dat gaat zo maar door. In vaktermen noemen ze dat: opscheppen. Nu goed, sommige nummers heten óók gewoon ‘Rapper Weed’.
Maar eigenlijk is uit woods’ werk citeren zoals verloren regels lichten uit de verzen van William Shakespeare: om ze ten volle te kunnen proeven, heb je de context nodig, en vooral iemand die ze kan bréngen. Eens een kans geven? Woods klonk nooit toegankelijker dan op vooruitgeschoven single ‘FaceTime’, met Samuel T. Herring van Future Islands – zijn bruggetje naar de mainstream.
Hiphopplaat van het jaar? Het vraagteken is niet van mij, maar van die eeuwige, mooie pessimist billy woods.