null Beeld RV
Beeld RV

30 jaar ‘Pablo Honey’

Humo kiest de 30 beste songs uit 30 jaar Radiohead

‘Vanaf de eindstreep bekeken heeft het meer weg van een uitputtingsslag dan van een coherente elpee’, schreef Onze Man in 1993 over debuutplaat ‘Pablo Honey’ van Radiohead, en hij voegde eraan toe: ‘Maar van dit groepje horen we ongetwijfeld nog.’ Wisten wij veel, dertig jaar later geleden.

Redactie

Radiohead bracht voor hun debuut wel enkele ep’s uit, ook onder hun oude naam On a Friday, maar een debuutplaat blijft een debuutplaat en die is op 22 februari precies dertig jaar oud. Evenveel songs kiezen uit het inmiddels immense oeuvre van de band lijkt onmogelijk, maar is het niet, getuige onderstaande lijst, samengesteld door de ferventste Radioheads op de Humo-redactie.

30. ‘Daydreaming’ (Uit: ‘A Moon Shaped Pool’)

Vergt veel luisterbeurten om helemaal open te bloeien, maar wie volhardt, hoort een prachtige miniatuur, met een contrabas die in de slotseconden de klaaglijke stem van Thom Yorke imiteert.

29. ‘Lotus Flower’ (Uit: ‘The King of Limbs’)

‘The King of Limbs’ is het soort album dat in geen enkele discografie zou misstaan, maar zijn kopje niet boven het vol wonderlijke gewassen staande maaiveld genaamd Radiohead kreeg gestoken. Moesten we wel meenemen in deze lijst: de beste poging die Thom Yorke ooit ondernam om een seksnummer te schrijven, voor de oprichting van The Smile tenminste.

28. ‘High and Dry’ (Uit: ‘The Bends’)

Als u op een feestje zit opgescheept met de laatste Radiohead-hater, die beweert dat de band uit Oxford alleen maar academisch knoppengedraai produceert, dan is dit uw argument. Gitaren, bas, drums, een stem: weinig groepen kunnen zo mooi normaal doen als Radiohead.

27. ‘All I Need’ (Uit: ‘In Rainbows’)

‘I am all the days / That you choose to ignore / You are all I need’: heerlijk weird liefdeslied dat kaaltjes begint, met enkel bas en drums om zich dan met glockenspiel, synths en noise in al uw hartkamers tegelijk te boren.

26. ‘Jigsaw Falling Into Place’ (Uit: ‘In Rainbows’)

Ontstond na een avondje stevig drinken in thuisbasis Oxford. Drummer Phil Selway en bassist Colin Greenwood verkennen met stevige tred het terrein, Yorke bezingt met grote uithalen de twijfelachtige kunst van het naar de kloten gaan.

25. ‘The Tourist’ (Uit: ‘OK Computer')

‘OK Computer’ is een plaat over snelheid: de rap groeiende status van Radiohead als grote groep, de immer voortschrijdende technologie en hoe je daar als mens mee omgaat. Minstens een deel van het antwoord zit in het slotnummer ‘The Tourist’: Yorke schreef het mantra ‘Hey, man, slow down’ na een lange staarwedstrijd met een hond in Duitsland.

24. ‘The National Anthem’ (Uit: ‘Kid A’)

‘Kid A’ was voor Yorke draaien en keren tot hij met zijn rug naar de gitaren stond en met zijn hart richting synths. Net daarom voelen de malende bas en stotende blazers op ‘The National Anthem’ zo vertrouwd. Een fusion van zware funk, rammelrock en freejazz: het gesmolten lawaai naast Thom Yorkes engelenstem klinkt meer als het wildste van Robert Wyatt en Primal Scream dan als Radiohead.

23. ‘Weird Fishes / Arpeggi’ (Uit: ‘In Rainbows’)

Wie dat wilde, kon in 2007 zelf kiezen hoeveel hij wilde betalen voor de online versie van ‘In Rainbows’. Alleen al deze les in hoe je met tien lepels tegelijk sfeer kan scheppen terwijl je zingt dat je wordt opgegeten door wormen is ons minstens een tientje waard.

22. ‘Knives Out’ (Uit: ‘Amnesiac’)

Naar verluidt werd er 373 studiodagen geschaafd aan ‘Knives Out', maar dat hoor je er niet aan. Dichter bij de rock komt Radiohead op ‘Amnesiac’ niet, al is het subtiele rock. Wellicht het favoriete Radiohead-nummer van Morrissey.

21. ‘There There’ (Uit: ‘Hail to the Thief’)

Nog zo’n lange zit: het duurde lang voor het nummer klonk zoals iedereen wilde dat het zou klinken. Toen Nigel Godrich eindelijk de juiste mix had gevonden, kon Yorke volgens de overlevering wel huilen.

20. ‘How to Disappear Completely’ (Uit: ‘Kid A’)

‘That there / That’s not me’, dacht Thom Yorke toen Radiohead in 1997 het grootste concert in zijn bestaan tot dan speelde voor 40.000 man in Dublin. Hoe moet de man zich hebben gevoeld tijdens de 188 concerten waarop hij ‘How to Disappear Completely’ sindsdien heeft gespeeld?

19. ‘Just’ (Uit: ‘The Bends’)

Hoeveel akkoorden krijg je in een song, vroeg Jonny Greenwood zich af. Best wel wat, weet de luisteraar van de vierde single uit ‘The Bends’. Wanneer de meester-gitarist op het einde lekker aan het krassen gaat, is het feest natuurlijk compleet.

18. ‘Pyramid Song’ (Uit: ‘Amnesiac’)

Vier pianoakkoorden ver en daar is het al: ongemak. Yorke vond inspiratie voor zijn tekst in een tentoonstelling over de onderwereld van het oude Egypte die hij tijdens opnames in Kopenhagen bezocht.

17. ‘Let Down’ (Uit: ‘OK Computer’)

Staat op de plaat na het overrompelende ‘Exit Music (for a Film)’ – daar hebben we het dadelijk nog over – en het staat daar verdomd goed. Geen gekabbel, wel een welkom rustpunt, dat ooit acht jaar van de setlist werd geweerd maar op de laatste tournees weer vaste prik werd.

16. ‘2+2 = 5’ (Uit: ‘Hail to the Thief’)

Heel bevreemdend om te beluisteren met een goeie hoofdtelefoon: het elektronisch gemurmel en de riff zitten in je rechteroor gepropt. Maar het is zoals met de rekensom in de titel, geleend van Orwells ‘1984’: Radiohead laat het kloppen.

15. ‘The Bends’ (Uit: ‘The Bends’)

Classis rock op z’n Radioheads, zelf had Yorke het altijd over een Bowie-pastische. Hij ontkende wel dat de tekst, met verzen als ‘I need to wash myself again / To hide all the dirt and pain’ een reactie was op het onverwachte succes van ‘Creep’ en de status die het de band gaf als onehitwonder.

14. ‘Lucky’ (Uit: ‘OK Computer’)

Tussen de stemsleutels en de nek van een gitaar zit een klein onderdeeltje dat de snaren in een rechte lijn houdt – in het Engels heet dat een nut. Precies op dat stukje ging Jonny Greenwood spelen om het ijle geluid in het begin van ‘Lucky’ te krijgen, een song die in amper vijf uur werd ingeblikt voor een plaat ten voordele van War Child.

13. ‘Karma Police’ (Uit: ‘OK Computer’)

Dat hij het tweede deel van ‘Karma Police’ niet goed vond, vertrouwt Thom Yorke op een nacht aan Nigel Godrich toe, waarop de twee een wervelende elektronische climax boetseerden met samples allerhande. Ook tekstueel is de song een middelvinger naar de verwachtingen. ‘Dit is een nummer tegen bazen,’ zei Yorke in The Independent. ‘Fuck het middenkader!’

12. ‘House of Cards’ (Uit: ‘In Rainbows’)

Met voorsprong het warmste en meest relaxte nummer uit deze top-dertig. Toen een journalist van Pitchfork die vaststelling met Thom Yorke deelde, antwoordde die: ‘Ik denk dat niemand herinnerd hoeft te worden aan de ijzig harde wereld buiten, toch? Geruststellend muziek maken kan een goed ding zijn – iets dat een goede vibe heeft.’

11. ‘Subterranean Homesick Alien’ (Uit: ‘OK Computer')

Thom Yorke staat in zijn stad, mijmert over hoe er aliens boven zijn hoofd zweven en bewijst in één moeite door eer aan Bob Dylan. Een nummer dat al meermaals werd vernoemd in Humo-recensies, tussen de nummers die op de avonden in kwestie níet zijn gespeeld.

10. ‘Idioteque’ (Uit: ‘Kid A’)

‘Een irritant onding, enkel geschikt om een discotheek te ontruimen’, schreef (ss) in zijn bespreking van Radiohead in het Sportpaleis. Voor veel anderen blijft het een gruwelijk goede speling van het lot: Yorke plukte de beat uit Greenwoods vijftig minuten lange improvisatie op een modulaire synthesizer en schreef de tekst door woorden blind uit een hoed te trekken.

9. ‘Paranoid Android’ (Uit: ‘OK Computer’)

Nu al? Nu al, maar als we binnen honderd jaar nog steeds praten over Radiohead, dan zal het ook gaan over het ‘Bohemian Rhapsody’ van de jaren 90. Vier delen en zesenhalve minuut, net zoals de rest van ‘OK Computer’ opgenomen in het 15de-eeuwse landhuis van Jane Seymour nabij Bath. Eigenlijk waren het trouwens veertien minuten, maar de eindeloze orgelsolo die Greenwoud op het einde ten beste gaf, ging volgen Godrich nergens heen.

8. ‘Burn the Witch’ (Uit: ‘A Moon Shaped Pool’)

‘De beste Radiohead-openingssong sinds ‘Everything in Its Right Place’’, schreef Onze Man in 2016 bij de release van ‘A Moon Shaped Pool’, voorlopig de laatste plaat van De Oxfordse Vijf. Een nummer dat toen al even meeging, evengoed was het op ‘Kid A’, ‘Hail to the Thief’ of ‘In Rainbows’ beland. Dat ‘Burn The Witch’ van in het begin impact had, had veel te maken met de aanloop ernaartoe: Radiohead had zichzelf voor een vol etmaal onzichtbaar gemaakt op het internet.

7. ‘Creep’ (Uit: ‘Pablo Honey’)

Uitgebracht in 1993, voor het eerst in ‘De tijdloze’ van StuBru in 1994 – toen kon dat nog. Dat heet instant, plotsklaps, onverwacht bij de kladden gegrepen. Vandaag is ‘Creep' niet enkel met voorsprong het populairste nummer van de band, maar ook één van de grooste rocksongs op streamingdiensten tout court. Dat Radiohead het nooit meer wil spelen, is intussen een fabeltje geworden: de laatste jaren nemen de gerijpte Britten het weer af en toe op in hun setlists.

6. ‘Street Spirit (Fade Out)’ (Uit: ‘The Bends’)

Thom Yorke beweert dat hij ‘Street Spirit’ níét heeft geschreven: het schreef zichzelf. In de categorie: ‘Ik heb ‘Yesterday’ gedroomd.’ Het zal wel, Paul. Maar dus: ‘Street Spirit’, naast één van de meest melodische Radiohead-songs en parel van het MTV-tijdperk ook het meest gespeelde nummer op liveshows.

5. ‘Everything in Its Right Place’ (Uit: ‘Kid A’)

Yorke verwerkt een knoert van een depressie, deels te danken aan de veel te lange tour na ‘OK Computer’ met synths, een piano waar hij nog niet goed op kon spelen en de zin ‘Yesterday I woke up sucking a lemon’. Da’s een zure, maar ook en vooral een hele mooie: met dit ingenieuze vlechtwerk van elektrische piano, gesampelde stemmen en droog kloppende beats, was ‘Kid A’ begonnen en meteen half gewonnen.

4. ‘Talk Show Host’

De b-kant van ‘Street Spirit (Fade Out)’ stond nooit op een officiële Radiohead-plaat, maar kreeg een cultstatus nadat het net als ‘Exit Music’ op de soundtrack van Baz Luhrmans ‘Romeo + Juliet’ belandde. Meer nineties dan dit hoor je Yorke en de zijnen zelden: wie ze daar en toen een vuile versie van Portishead noemde, kon hen onmogelijk hebben beledigd. Met ‘Exit Music (for a Film)’ zit er nog een ander Radiohead-nummer in ‘Romeo + Juliet’, maar daar hebben we het later nog over.

3. ‘Reckoner’ (Uit: ‘In Rainbows’)

Zeker niet de makkelijkste song om in te komen – wie zit daar met die aftandse tamboerijn te schudden? – maar dan is daar weer zo’n riffje waarvan je zegt: doe mij er ook maar één. In de bridge wordt het helemaal bloedmooi wanneer de percussie verstomt en Yorke een dolksteek van een versregel tussen uw ribben plant: ‘We separate like ripples on a blank shore.’

2. Fake Plastic Trees (Uit: ‘The Bends')

Een plastic vrouw koopt een plastic gieter van een rubberen man om haar plastic plant mee te begieten. Thom Yorke vond het idee eerst vooral grappig, en toch raakt dit levensechte lied over een neppe wereld je. Het soort nummer dat met de jaren alleen maar aan kracht heeft overwonnen en je zomaar kan overvallen, bijvoorbeeld tijdens je laatste functioneringsgesprek of bij de uitreiking van de Kastaars.

1. Exit Music (for a Film) (Uit: ‘OK Computer’)

In 2000, toen ‘Kid A’ uitkwam, vroeg Humo aan Thom Yorke welk nummer hij live het lastigst vond om te spelen. Zijn antwoord was ‘Exit Music (for a Film)’, het nummer dat hij speciaal voor ‘Romeo + Juliet’ schreef: ‘Het begin van die song is zo deprimerend dat ik hem soms niet au sérieux kan nemen. Het gebeurt dat mensen ook met met aanstekers gaan zwaaien tijdens die song. Ik zou af en toe liever hebben dat ze roepen: ‘Shut up.’ Soms werkt het gewoon niet.’

Maar dat is niet de hele waarheid. Drie jaar daarvoor zei Yorke nog in Mojo: ‘Het was de eerste keer dat elke noot die we opnamen mijn hoofd deed tollen – iets waar ik trots op was, iets dat ik heel, heel luid kon draaien.’ Daarmee weet u meteen wat wij nu gaan doen. En dan die andere 29 krakers er nog achteraan.

Eervolle vermeldingen voor: ‘Where I End and You Begin’, ‘Fitter/Happier’, ‘No Surprises’, ‘(Nice Dream)’, ‘A Wolf at the Door’, ‘Kid A’, ‘True Love Waits (Live in Oslo)’ en vele, véle anderen.

De jury: Jurgen Beckers, Davy Coolen, Stijn Dams, Noud Jansen, Raf Liekens, Joshua Migneau, Dave Peeters, Serge Simonart, Frederick Vandromme, Nina van den Broek, Jasper Van Loy, Gert Van Nieuwenhove en Eva Vermaesen

Redactie: Jasper Van Loy

Tevreden met de keuzes van Humo? Welke wereldsongs staan te laag, te hoog of zijn we schaamtelijk vergeten? Laat het ons weten.

Luister ook naar onze playlist:

Schrijf je in op onze wekelijkse muzieknieuwsbrief:

Reageren op een artikel, uw mening ventileren of een verhelderend inzicht delen met de wereld

Ga naar Open Venster

Op alle artikelen, foto's en video's op humo.be rust auteursrecht. Deeplinken kan, maar dan zonder dat onze content in een nieuw frame op uw website verschijnt. Graag enkel de titel van onze website en de titel van het artikel vermelden in de link. Indien u teksten, foto's of video's op een andere manier wenst over te nemen, mail dan naar redactie@humo.be.
DPG Media nv – Mediaplein 1, 2018 Antwerpen – RPR Antwerpen nr. 0432.306.234