Festivalitis
Iemand had Seasick Steve sneller wakker moeten schudden op de Lokerse feesten: dit was geen koortsdroom, wel een concert
De Lokerse Feesten hadden woensdag het hitteplan afgekondigd, maar die boodschap bleek niet doorgegeven aan The Afghan Whigs. De Amerikaanse band rond frontman Greg Dulli speelde rusteloos en furieus. Hun korte set bestond lang niet alleen uit hits, toch kregen ze de massa mee. Snow Patrol bracht nadien terug rust en harmonie. Seasick Steve en het Belgische Portland speelden hun concert nog voor de brandende zon onder ging.
The Afghan Whigs (★★★★☆) waren met een missie naar Lokeren getrokken: het publiek dronken voeren met snedige rock. Greg Dulli (57) had slechts een uur de tijd en koos geen evidente set, maar slaagde wonderwel. De massa liet de dranktogen voor wat ze waren en laafde zich aan deze gretige Amerikanen.
The Afghan Whigs zullen altijd men in black blijven. Maar de kruin van Dulli (en van zijn trouwste kompaan en bassist John Curley) is tegenwoordig even licht als die van Joe Biden. Enkel Dulli’s snor heeft nog wat zwarte korrel. In zijn stem zit die gelukkig wel veel meer. Recente single ‘I’ll Make You See God’ was meteen een statement, het Geluid van de frontman galmde over de Grote Kaai.
The Afghan Whigs wilden geen moment verliezen. Geen bindteksten tussen de songs, enkel in de liedjes. ‘Voor zij die ons niet kennen: wij zijn The Afghan Whigs. Voor zij die ons wel kennen: hallo, hoe gaat ie?!’ Gevolgd door de grootste glimlach die we Dulli ooit zagen geven. Positivo, dan toch? Niet in zijn songteksten alvast. ‘Who Do You Love?/Fountain and Fairfax’ had een heerlijk tribaal ritme en de Bo Diddley-riff zweepte je op. Lokeren maakte kennis met nieuwe gitarist Christopher Thorn. Een schriel ventje wiens cowboyhoed groter bleek dan zijn postuur, maar wél een gesel op de snaren. ‘Algiers’ kreeg castagnetten mee en ‘Somethin’ Hot’ leek speciaal gemaakt voor deze zwoele zomeravond. De drie gitaristen gingen vlak bij elkaar spelen, net als Neil Young & Crazy Horse hier ooit deden.
Dulli zweepte zichzelf en het publiek verder op. Niemand kan zo mooi wijdbeens ‘Yeah!’ brullen als hij. In september komt met ‘How Do You Burn?’ een nieuwe plaat uit. Hopelijk hebben die The Whigs op 2 november in De Roma zin in een langer concert. Voor een eerbetoon aan bloedbroeder Mark Lanegan was nu geen tijd. Voor ‘Debonair’ helaas ook niet. Wel voor het gloednieuwe ‘The Getaway’. Dat had een gouden groove en bouwde laag op laag. Ook ‘John the Baptist’ was een ware triomf. Dulli’s stem was aan het eind hees en schor, en hij zong er een beetje naast. Ach, komt ervan als je samen met het publiek dronken wilt worden op geile gitaren.
Liefde en levenswijsheid
Gary Lightbody (46) van Snow Patrol (★★★☆☆) heeft een drankverslaving overwonnen en blikt weer scherp vooruit. De Noord-Ierse frontman klonk opnieuw opgewekt in Lokeren. Hij kreeg de handen al bij aanvang op elkaar met ‘Chocolate’. Het onverwoestbare ‘Take Back the City’ volgde meteen. Noem ons watjes, maar dat lied blijft een perfecte powerpopsong. Jammer dat de sprankel nadien ietwat verdween. Snow Patrol is niet de meest beweeglijke band en songs als ‘You Could Be Happy’ waren eenheidsworst. Hun laatste plaat dateert intussen al van vier jaar geleden en het blijft wachten op nieuw werk. Niet getreurd, het publiek kwam voor de hits. ‘Shut Your Eyes’ joeg terug voltage over de Grote Kaai. Lightbody vroeg het publiek om het refrein op te bouwen en samen met hem te zingen. ‘Chasing Cars’ werd nadien onthaald als een volkshymne. ‘You’re All I Have’ had het hart op de tong. ‘Give me a chance to hold on’, zong Lightbody met de ogen dicht. Het leek een boodschap aan zichzelf. Er volgde applaus tot achter de geluidstoren en Snow Patrol mocht nog een korte bisronde spelen. Ook ‘What If This Is All the Love You Ever Get?’ werd met veel levenswijsheid gezongen. De woelige jaren zijn voorbij, was de boodschap. De hele Grote Kaai zwaaide met gsm-lichtjes ter goedkeuring. Snow Patrol is opnieuw aan het opbouwen. Met ‘Just Say Yes’ nam de vijfkoppige band, die afgelopen weekend ook al in het Waalse Ronquières speelde, passend afscheid. Met de belofte volgend jaar opnieuw naar ons land te komen.
Pandemoe
Eerder op de avond leek Seasick Steve (★★☆☆☆) ons wat pandemoe. De 71-jarige bluesmuzikant leek het publiek soms meer in slaap te wiegen dan wakker te schudden. Pas in het tweede deel kreeg zijn concert vaart en urgentie. Vooral omdat Steve dan de volumeknop opentrok en (eindelijk) ook opstond. ‘Summertime Boy’ voelde gemeend en bevrijdend. Drummer Dan zorgde voor een aanstekelijk jungleritme. Heel anders dan het eerste halfuur: toen leek een gezapige versie van ZZ Top (zwarte zonnebrillen, lange grijze baarden) de Grote Kaai aan te doen. Seasick Steve sprak het publiek amper aan. Zelfs zijn spelletje waarbij hij een jong Duits meisje uit het publiek (‘Mathilda, zoals mijn oude campervan!’) verleidde en haar ‘Walkin Man’ toezong, met z’n tweetjes op het podium, was voornamelijk gezapige routine. Het publiek begon zo hard te wauwelen dat het de zanger haast overstemde.
Steven Gene Leach beweerde Lokeren mee te willen nemen naar zijn portiek in Oakland, Californië. Met zelfgemaakte gitaren uit wieldoppen, bierblikjes en kerstdecoratie: een hete avond op zijn stoeltje met zacht kussen en in het gezelschap van vuurvliegjes. ‘Ik kan amper geloven dat ik eindelijk weer voor jullie sta,’ grijnsde hij. Misschien had iemand Seasick Steve sneller in zijn arm moeten knijpen en wakker schudden: dit was geen koortsdroom, wel een concert. Binnenkort brengt de Amerikaan een nieuwe plaat uit. Die heet ‘Only on Vinyl’ en zal ook nergens anders te vinden dan in de platenbakken. ‘Mijn vrienden noemen het commerciële zelfmoord. Ach, we zien wel.’
Huppelen en hijgen
Openingsband Portland (★★★☆☆) zal zich zijn eerste keer op de Lokerse Feesten nog lang heugen. Jente Pironet en Sarah Pepels kwamen enthousiast de Grote Kaai op gehuppeld, maar de hitte viel hun even zwaar als het roze gordijn dat het podium sierde. Het frontduo had gekozen voor respectievelijk strakke zwarte jeans en een glitteroutfit. Jente had geen zin om een ventilator vol in zijn gezicht te krijgen, liet hij bij ‘Killer’s Mind’ blijken. Hij wilde de warmte meemaken zoals het publiek: ‘Ik hou wel van extreem, extreem hete shows. Hoewel, dit is op het randje.’ Pironet predikte én volgde het devies om veel water te drinken, maar dat mocht het optreden niet in de weg staan. Het zweet gutste over zijn gezicht, terwijl de zanger snel de bassist/toetsenist opzocht en dicht bij Pepels kwam hangen. Hier stond duidelijk een band die door veel op te treden hechter geworden is. Pironet dook het publiek in om tussen de fans te gaan zingen, Pepels beroerde een grote trom om kracht bij te zetten. Het mooist was Portland in de samenzang. ‘Lady Moon’ was erg fraai, net als hun versie van ‘Ergens onderweg’ van De Mens. Alleen jammer dat ‘Lucky Clover’ overstemd werd door de sproeiers die koele vochtige lucht naar het publiek bliezen. Dit was meteen hun laatste Belgische zomerfestival, nu wenkt Nederland.