charles et les lulus
‘Ik ben blij dat ik oud ben, echt waar’
lk, uw dienaar, 76 en nog al mijn tanden, durf zonder schaamte of vals blasé bekennen dat ik zelden zo aangenaam ben platgewalst als in augustus 1980, te Bilzen, meer bepaald door de bulldozer TC Matic. Temidden van polyfoon zeurende hippies en monotoon zeurende punks, bracht de pletwals TC Matic geluiden voort die voordien niet bestonden en die ik sindsdien nergens meer heb gehoord. TC Matic was ontegensprekelijk Een Groep, letterlijk gesmeed uit vijf mensen met het hart op de juiste plaats (ter hoogte der balls).
Maar vooral het jongmens Arno, toen al de dertig voorbij, spreidde een flair tentoon die de rubberness van Jagger versmolt met de dreigende mystiek van Jim Morrison, de humor van Alex Harvey en de (bij wijze van spreken) nuchterheid van een Oostendse palingboer. Ik was geen klein beetje impressed, en de volgende tien jaar zou de Benelux dat ook zijn. De rest van het verhaal is bekend. Na Tjens-Couter, TC Matic, en Arno solo, is hoofdstuk IV net begonnen: Charles et les Lulus, blues á la Arno, met raad en daad van de witte zwarten Roland, Ad en Piet. Op zijn onderduikadres te B. wacht Arno op de storm die komen gaat.
HUMO Ik heb gisteren toevallig Rod Stewart zien optreden en ik dacht: Arno heeft ook een goeie stem, minstens evenveel charisma, genoeg podium-ervaring... het enige dat Arno mist is een paar handige jongens die hem, zoals bij Rod Stewart, commerciële maar goeie songs aanreiken. Dát, in combinatie met het rare gegeven dat jij heel vastberaden en koppig bent, maar dat je toch nooit alles hebt laten vallen om in Londen of New York te gaan wonen tot je beroemd of dood bent, zoals honderdenéén Zweedse en Ierse groepjes wél hebben gedaan. Verklaar.
ARNO «In deze business moet je kiezen, hè, en liefst al heel vroeg. En ik héb gekozen, al jaren geleden. Rod Stewart was ooit fantastisch: ‘Gasoline alley’… mán toch! Maar hij is in zijn Casanova-image gaan geloven en in de glamour die daarbij hoort, en het geld om zo’n levensstijl aan te houden moet ergens vandaan komen, dus... Ik heb veel meer respect voor iemand als Dani Klein. Anderhalf miljoen platen verkopen in Europa, weet je wat dat is? En nu kon ze zwaar doorbreken in Amerika, zwáár hé vent. Ze heeft gezegd: ‘Fuck you!’, want ze wilden haar kapsel veranderen, haar een ander repertoire opdringen... Wel, chapeau, Dani. Hier is dat mens okay.
»Ik ben hier ook okay. Ik ben mezelf. Ik haat marketing. Allé, ik lees soms interviews met Engelse muzikanten die praten als computers. Sterker nog: ik heb het al meegemaakt dat een beroemde Engelse artiest telefonische interviews deed, en er stond een man naast van de platenfirma, die hem influisterde wat hij moest zeggen. Da’s geen zwans, hé, ik stond ernaast! Ik ken gasten die vroeger op de cover stonden van de New Musical Express... en nu zijn ze taxi-chauffeur. Nu, ik heb nooit op de cover gestaan, maar ik heb wel in die hippe clubs gespeeld, in Dingwalls en in The Marquee. Op mijn manier. Vijftien jaar geleden al, met Tjens-Couter. Dat was meteen een goeie les. Want wat bleek ? De guestlist moest je zelf betalen. Drank ook. Als de drummer een drumpodium wou, kostte dat extra. De PA hoorde bij de zaal, maar als je bij wijze van spreken drié watt in plaats van twee wou, moest je bijbetalen. Fuck! Een Belgische groep, Machiavel, heeft ooit in Los Angeles opgenomen, met wat toen een beroemd producer was. Dat heeft hen fortuinen gekost.. Maar de plaat marcheerde niet, en waar zijn ze nu? Shocking Blue heeft een nummer één hit gehad in Amerika... ze hebben nooit hun geld gezien. En dinges, daar, Pastel Bourbois... Plastin pour mol... dinges... Plastic Bertrand, ja. En Lou Deprijck, zelfde verhaal: nooit hun geld gezien. En pas op: Lou is een filou, hé, dus als zelfs dié zich laat bedotten... Er is nu een Belgische groep, Technotronic, die een wereldhit heeft gehad, maar in Amerika zijn ze dat geld meteen weer kwijt... aan advocaten die proberen hun geld los te krijgen bij haaien die niet willen betalen. De Amerikanen rekenen daar ook op: ‘Oh, die kleine boerkes from Belgium…’ Allemaal tricks, allemaal hyena’s die geld verdienen op de rug van de groep. Ik wil mijn goesting doen, en soms marcheert dat, en soms niet, maar ik laat me nooit vangen, versta je?»
HUMO Indertijd was TC Matic het voorprogramma van Simple Minds, voor de hele Europese tournee. Toen moeten er toch talent-scouts jou aangesproken hebben.
ARNO «Ja. Maar ze boden ons de verkeerde dingen. We hebben getekend bij dezelfde agent als Simple Minds, Sting en The Clash, maar dat was bullshit. Fake. Pff... Luister: Jim Kerr is een toffe gast, maar iedere avond vertelde hij hetzelfde. Ik heb hem in tien verschillende steden horen zeggen dat het publiek ‘het beste van de hele tournee’ was. Op hetzelfde moment, na dezelfde song! Die gasten zijn meer bereid tot compromissen, tot Het Spel Spelen, omdat ze allemaal uit de working class komen. En voor een arbeidersjong uit Glasgow of Manchester zijn er nog steeds maar twee manieren om uit de vicieuze cirkel te breken: voetballist worden, of rockster. En als dat lukt, worden die mannen gemanipuleerd: ze krijgen een voorschot van een paar miljoen, kopen meteen een huis of een dure car, en ze vergeten dat ze dat geld moeten terugbetalen.
»Het is de force die telt, niet de blabla. Die ‘Lulus’-CD, dat is mijn hartslag, nu, te nemen of te laten, en of het verkoopt... daar vaag ik me zak aan. Ik ga je eens wat zeggen, zie. Ik heb een maat, Renaud, een toffe gast die in Frankrijk miljoenen platen verkoopt. Wel, nu is er weer die vague in heel Europa om debiele spelletjes te doen op TV. Gisteren zag ik hem plots tekeningetjes maken in zo’n kwisje op Antenne 2. Holy shit, zég! lk dacht: ‘Renaud, jong, wat is er nu gebeurd met jou?’»
HUMO Goed, maar er is ook de theorie van Gainsbourg, die zei: doe méé aan zo’n stomme shows, maar provoceer, wees stoorzender op hun frequentie. La révolution á l’intérieur.
ARNO «Pff, ik zat met Gainsbourg in hetzelfde programma, een soort talkshow die vanuit een hippe nightclub in Parijs werd uitgezonden. Er waren vier gasten, die avond, Stéphanie van Monaco, Béatrice Dalle, Serge en ik. Béa en ik goed drinkend, Stéfie zwaar aan de coke. Bon, Gainsbourg komt binnen, bloednuchter, zakelijk, met een carnassière, een boekentas. Daarin, mooi gerangschikt: zijn Gaulloises, briquets, een rekenmachientje, typisch (lacht), zijn zonnebril... Soit, één minuut later ging het rode lampje van de camera voor hem plots branden, en pffieewt! (Zakt in elkaar, blik op oneindig, beneveld mompelend á la Gainsbourg). Hij was in beeld, en plots was meneer zat! Ik dacht: ‘You’re fake, man!’»
HUMO Heb je hem daarover aangesproken?
ARNO «Nee, niet daarover, dat interesseert me niet. Hij doet wat hij wil. Al die heroes... daar heb ik nooit in geloofd. Ik wil vrij zijn. Ik wil de metro kunnen nemen. Ik kan niet eens autorijden, weet je dat?»
HUMO Je kan zeggen: Jim Morrison was een lul, want anders had hij nog geleefd. Of: hij heeft vijf jaar lang voor 1.000 procent geleefd, een intensiteit die jij en ik nooit zullen halen.
ARNO «Ik heb een hekel aan self-destruction. En zelfdestructie, da’s niet lichamelijk, da’s de mind, versta je? Ik hou van positieve weirdness. Veel mensen denken dat ik zuip als de sterren. Wel, ik drink. Maar ik kan ook stoppen. En als ik werk, ben ik clean. Ik ben nog nooit dronken het podium op gegaan. Ik ben verslaafd aan Audrey Nafine. Een schoon mamsel! Adrenaline, dát drijft mij. Enfin, ik heb een vriendin in Parijs die Morrison kende toen hij daar gestorven is. Dat meiske heet Dani, ze is zangeres en actrice, en is nu vijftig. Ze heeft ook een boek geschreven over afkicken. En nu heeft ze een bloemenwinkel met uitsluitend peperdure rozen: witte rozen, zwarte rozen... alle merken. Zij is een survivor. Het verschil is dat Jim Morrison een Amerikaan was en een Amerikaan overdrijft met alles. Die gasten kennen geen maat.
»Overdrijven, vent toch! Allee, wij waren met TC Matic in New York, en zagen op het nieuws alarmerende berichten over een hurricane die New York vier dagen later zou bereiken. Die hurricane heette ‘Linda’ of ‘Arno’ of zoiets. Wij liepen over Sixth Avenue en Broadway: alles leeg, geen két te zien. Vier dagen tevoren. Iedereen bleef bang binnen, en op TV hoorde je elke vijf seconden rampzalige voorspellingen. Net zoals de Golfoorlog op CNN: the greatest show on earth, cowboynieuws. Soit, de dag van ‘Linda in New York’ brak aan, de straten leeg, behalve één bedelaar die voor een etalage van een HiFi-zaak zat te staren naar een TV. ‘The hurricane is coming!’ En ja: het begon te waaien en te regenen. ‘The hurricane is here!’ Maar, vent, ik heb al winden gezien in Oostende, vriend, da je je Westender in je gat kan steken, ik zweer je! Wel, vergeleken daarbij was die Amerikaanse hurricane een windje van een cent. Het waaide een beetje - de clochard moest z’n haar weer in de plooi leggen (gillende lach). Dat is Amerika: een luchtbel, een holle wind, het op-geklopte niets. Nu, ik probeer dat te zien als een voyeur, ik probeer ermee te lachen, maar op de duur begint dat soort onzin op je te wegen, op de duur denk je: misschien ben ik hier de abnormale.»
HUMO Stel dat Oliver Scone na ‘The Doors’ een film maakt over Tjens-Couter, TC Matic en Arno. Of Bruce Weber. Welke scènes mogen dáárin niet ont-breken?
ARNO «Jawadde... Die film van Bruce Weber over Chet Baker is fantastisch. Zoiets zou me wel bevallen. Goh, er is zoveel... (als in trance)... Een beeld uit de tijd dat ik in Marialand woonde, de armen wijk van Gent, nu platgesmeten. Ik woonde in een steegje met zeven andere families in een krot zonder toilet en met maar één kraan. Datzelfde jaar, in ‘72, speelden Pol Couter en ik in een Parijse club op een soort Franse Rock Rally. We wonnen dat, godverdomme, en pas daarna lekte uit dat we p’tits Flamands waren, vent! De hoofdprijs was twaalfduizend Belgische frank... lk heb in ‘73 in Delft gespeeld, in een club waar drié toeschouwers luisterden : madam pipi, de barman, en Cesar Boesten. Boesten werkt nu bij een platenfirma. De gast die dat optreden in Delft organiseerde heeft ons toch betaald, en is nu de grootste boekingsagent van Nederland. Nog een scène, uit de dagen dat ik nog werkte als barman in de Slumberland, een Brusselse keet die al lang verdwenen is... Dat Pol en ik optraden in ‘73 in het voorprogramma van Cockney Rebel in Vorst Nationaal... We moesten de tram nemen naar het station van Gent, dan de trein naar Brussel, dan nog een tram naar Vorst... En toen we daar eindelijk arriveerden, mochten we van de security niet binnen (lacht). ‘Jamaar, wij zijn het voorprogramma’. ‘Geen zaken mee, geflipte freaks, fuck off!’. Uiteindelijk raakten we binnen. In onze kleedkamer: niks. In de kleedkamer van Cockney Rebel: gigantisch buffet froid met pièces montées en champagne. Wij kregen zelfs geen sandwich. Dat spul werd georganiseerd door ene Ludo De Bruyn. Vijftien jaar later speel ik in Skin, en wie is de persattaché van die film?... Ludo De Bruyn. Pas op: ik vergeet niets, alles blijft in deze kop zitten, vent, en op het juiste moment... baf!»
HUMO Is het voor iemand in jouw positie niet moeilijk om niét blasé te zijn? lk bedoel: de geschiedenis herhaalt zich, en ik kan me voorstellen dat je moeite hebt om onder de indruk te raken van, pakweg, de Happy Mondays, omdat je heel goed weet waar die de mosterd hebben gehaald.
ARNO (zucht) «Dat heb ik ver-schrik-ke-lijk! Zo erg dat het niet meer geestig is (lacht). Iemand zegt mij: ‘Prince: Waw’ En ik denk: ‘Ha, ja, Prince, dat is: James Brown, Sly Stone, Little Richard…’ Neem nu rap, of breakdancingdinges: dat bestaat god-god-godverdomme al honderduzend jaar! En dan die verering van jonge gastjes voor Tamla-Motown, alsof dat godsgeschenken waren! Maar neen! Marvin Gaye was ooit braaf drummer in zo’n orkestje! Berry Gordy was een zakenman die oude zakken, jazzmuzikanten die aan de dope zaten, inhuurde, omdat hij hen niet teveel moest betalen! Want dié gasten had-den de grooves. Die eerste platen van de Small Faces en van The Kinks, die werden gearrangeerd door oude jazzgasten ‘You really got me’, of hoe heet het, werd gespeeld door één van de Bluesbreakers. Hoe punk business en marketing was, daar hebben die jonge gastjes van nu geen benul van. Maar da’s okay, toen ik vijftien was, dacht ik ook dat de Stones en de Animals hun eerste hits zelf gemaakt hadden, terwijl het blues classics en traditionals waren. Charles et les Lulus dat is dié sfeer: blues, en toch helemaal Roland, Ad, Piet en ik. lk zeg het: je moet kiezen en consequent zijn. Roland is een nobody in de hitparade, maar die gast speelt nu in Singapore met gasten die nog bij Booker T hebben gespeeld. Roland lééft. Voilà.»
HUMO Jouw helden zijn dus niet de geijkte rockmythes, niét de legendarische gouden doden van de rock, maar eerder schaduwfiguren die in de marge hun zin doen.
ARNO «En zo perfect gelukkig zijn. Captain Beefheart! Kevin Coyne! Gasten die juste leven. Juste, versta je? Die hun eigen normen en waarden hebben. Die zeggen: ‘Fuck, it’s my life!’. lk zweer je dat ik zelf nooit populairder dan nu zou willen zijn. Nét voldoende, zodat ik mijn goesting kan doen. Maar ik wil met rust gelaten worden. Ik apprecieer mensen die hun gang gaan. Jean-Marie Aerts. Weet je dat James Brown gevraagd heeft om z’n nieuwe plaat te producen? Daar heeft Jean-Marie niet om gebedeld, hé. Brown voelt gewoon dat hij een echte is, en dat hij z’n werk goed doet. Luister maar naar wat hij met Urban Dance Squad gedaan heeft: dat is de TC Matic van nu!
»Pas op: er zijn gastjes die naar mij komen en zeggen: ‘Ik ben blij dat gij er nog zijt!’ Dat is... beangstigend, hé. Want ik heb ook mijn problemen. Mijn angsten. Zo’n gastje mag mijn justigheid niet adopteren, want bij hem zal dat niet klikken. Daarom is die heldenverering voor figuren als James Dean zo onnozel. Verschrikkelijk lullig type, die gast! En nog pédé ook ! Pas op, ik heb niks tegen pédés, maar dat uitgerekend een dode homo die zich te pletter heeft gereden uitgroeit tot het symbool der macho’s…! Geef mij maar Lenny Bruce. Dát was een bulldozer, vent! Pááf! Die durfde! Heavy stuff, vent.»
HUMO Lenny Bruce veranderde zijn repertoire elke week, uit respect voor de jazzmuzikanten die na hem speelden, om hen niet te vervelen.
ARNO «Heb ik ook gedaan! In de tijd van Tjens-Couter speelden wij meer dan twee uur, maar we hadden maar tien nummers. Ik praatte tussendoor: moppen, verhalen, conferences.... Ik heb nog stripteaseuses begeleid, op gitaar en mondharmonica, tijdens een tournee door Noord-Frankrijk. Ik ben barman geweest in een nightclub in Oostende waar de hookers kwamen na hun werk, ‘s morgens vroeg, met achterin een kamertje waar zwaar gepokerd werd. Scènes! Een vent die daar twintigduizend frank verloor, zijn vrouw beide, die vrouw kwam razend aan, maar liet zich na een tijdje ook verleiden tot spelen, en verloor nog ‘s vijftigduizend frank. Ik was negentien. Een goeie leerschool. Heb ik allemaal gedaan (lacht). Billie Holiday! Wacht, wácht!»
HUMO Ik loop niet weg.
ARNO «Ik zal wat vertellen, vent. Hier (in café Archiduc, Brussel) speelt elke dag een stokoude pianist... de pianist van Billie Holiday. Drieënzeventig jaar. Woont hier in Brussel! Is dat niet ongelofelijk? En niemand weet het. Die gast heeft ook met Charlie Parker gespeeld. En weet je wat zo mooi is? Er is hier een Amerikaanse zwarte gospelzangeres met een mission, die gestrand is tussen Dinant en Brussel. Ze vond haar draai niet. Maar toevallig loopt ze die Matt Walden tegen het lijf, en nu zijn ze in onze studio samen een plaat aan het maken! Dat jong kind met die oude legend, is ‘t nie schone?!»
HUMO Welk historisch personage had jij willen zijn?
ARNO (kordaat) «Niemand. Echt waar. Ik ben Arno. En jij?»
HUMO lk zou Julia Roberts willen zijn. En dan zou ik denken: ‘Tiens, ik moet dringend eens nader kennismaken met die Serge Simonart uit België.’
ARNO (mijmerend) «Wel, ik dacht als kind al dat er iets niet met me klopte, dat ik anders was dan de anderen. Toen ik zes was, was ik op bezoek bij mijn tante, een schilderes in Antwerpen. Haar man, een beeldhouwer, zei toen: ‘Ma, die kleine gaat een entertainer worden.’ Van kleinsafaan voelde ik iets... iets lichts... niet ‘verlichting’, hé, maar... iets lichtvoetigs, dat me in... extase bracht. Ik kan het niet uitleggen... Ik geloof in karma (lacht).»
HUMO En in God?
ARNO «Mijn vader zegt al-tijd: ‘God, of de spirit, of de vlamme, zit in elke mens. Maar ‘t is te zien wat je er rond bouwt. Je mag jezelf niet dichtmetselen, je moet gaten laten.’ Op de juiste plaatsen (lacht), Mijn moeder was meer spiritueel. Sensueel ook. Zij was iemand die de verbinding kon maken tussen spirit en seks. Dat is zeldzaam! lk had een goed contact met haar, zonder dat er veel gezegd werd. Ook dát is zeldzaam. Ze was romantisch, lyrisch, vertelde veel. Mijn vader niet. Mijn vader is nuchter, kort van stof. Onlangs kreeg ik een kaartje van hem, uit Peking: ‘Groeten van uw vader’. Dat gaat naar China, waar anderen romans over zouden schrijven, en hij komt niet verder dan ‘Groeten van uw vader’ (lacht). Iedereen vraagt zich af hoe het hiernamaals eruit ziet, maar mijn vader zou tijdens een seance van aan de overkant zeggen ‘’t is hier goed weer’ (lacht). Een schone mens, mijn vader. Kom, we zijn hier weg.»
(Het actieterrein wordt we-gens lawaai verlegd naar Huize Hintjens. Vermits Arno’s nageslacht de living monopoliseert, verschansen we ons in de slaap-kamer, gewapend met taart en thee, zoals het rocksterren betaamt. Met Arno In bed. Exclusief.)
HUMO We liggen nu op bed. De perfecte plaats om met jou uit te weiden over vrouwen en seks. Maar ben je dat niet kotsbeu ? Ik zag gisteren Shere Hite bij Clive James, en je zag dat het mens doodgefrustreerd was dat ze wéér over mannen en seks moest praten, omdat ze daar toevallig een paar boeken over heeft geschreven, terwijl ze intelligent genoeg is om over gelijk welk onderwerp te praten. Ben jij je Casanova-imago nog niet beu?
ARNO «Ja! Pas op: ik heb dat nooit aangemoedigd, ik leef gewoon mijn leven, en daar komen ook vrouwen aan te pas. Maar... ik heb altijd de indruk gehad dat journalisten mij oppeppen om zware dinges te zeggen over madams. Dat de journalisten mij dingen willen doen zeggen die ze wel zelf zouden willen, maar niet durven zeggen. Zo profiteren ze mee van de sfeer, maar ze blijven zelf buiten schot.»
HUMO Merk je ook niet dat je reputatie een boemerangeffect heeft ; dat ze je vooruitholt, zodat dames op hun hoede zijn als de legendarische Arno in zicht verschijnt ?
ARNO «Mamzelles zo niet. Maar mánnen, vent. lk kan dan ook arrogant doen, zodat mensen ze met rust laten. Dat heb ik moeten leren. Want vroeger gebeurde het dat een onnozelaar mij zonder reden aanraakte, en schampere opmerkingen maakte als ‘Héla, clochard!’. Zo’n gasten laten niet af, die blijven trekken en duwen, tot je zegt: ‘Luister, vent, ik ben misschien clochard, maar mijn handen zijn proper. Maar als ge mij nog één keer aanraakt, zullen ze vuil zijn.’ lk ben niet agressief, ook niet door alcohol. Booze maakt mij gay, allee, niet gay maar gay, versta je? (giechelt ter demonstratie) Maar sommige gasten zijn gefrustreerd, en denken: ‘We zullen Meniere Casanova eens ambeteren, zie’.»
HUMO Welke menselijke karaktertrek stoort je zélf het meest in de muziekbusiness?
ARNO «Pretentie. Gasten die naar het WC moeten met vier bodyguards. Wij hebben in Zwitserland op een festival gespeeld, waar onder andere ook Status Quo en Ziggy Marley optraden. Wel, Status Duo wou pas optreden toen alle zwarten uit de backstage area waren verwijderd. Waarom ? Omdat ze het in hun broek deden, tiens: Status Quo heeft in Sun City gespeeld, en zo de culturele boycot verbroken, en nu waren ze natuurlijk bang dat de kliek van Marley op hun muile zou slaan.»
HUMO Iets anders. Arno is ook Papa. Maar ik hoor in alle muziek die je gemaakt hebt, en vooral in je solo-elpees, de geest van een jong kind dat met verwondering de wereld bekijkt.
ARNO «Ja. Dat k-k-komt ook omdat ik technisch een slecht muzikant ben. Zero. Maar: ik kan niets spelen, en toch speel ik alles, versta je? Wie goed naar TC Matic luistert, zal daar veel kinderliedjes in horen. Die nam ik soms als uitgangspunt: dan speelde ik zo’n kinderlijk riedeltje op de piano... (zingt)... Tatatta-tataaa... ‘Sinterklaas kapoentje’, of ‘Klein klein kleutertje’.
»Waarom zingen kinders bepaalde nummers? Da’s dinges, oer... da’s een oergevoel. ‘Oh-lalala, c’est magnifique’, waarom zong iedereen dat? Kindermelodietje. ‘Ratata’: van ‘t zelfde. Je merkt dat sommige volwassenen met kinderen kunnen spelen als kinderen, niet als volwassenen. Die hebben met een contact met elkaar, zonder dat er speelgoed of een kindertaaltje aan te pas komt. Wel, dat is dezelfde gave als ‘Ohlalala’. Dat is simpel en zuiver, zoals een pasgeboren kind. Ik hou niet van gesofisticeerde dingen. Een Captain Beefheart voelt zich ook niet te goed om met één hamertje op een kinderxylofoon te slaan, als hem dat zo uitkomt.»
HUMO Die versie van ‘La Paloma’ met Charles et les Lulus... Had iemand je vijf jaar geleden verteld dat je dat slijmballennummer zou opnemen, je had hem uitgelachen.
ARNO «Ho! Pas op: wat wij brengen met Charles et les Lulus, is niet de variété-Paloma, hé. Wij doen de bluesversie. ‘La Paloma’ is een Cubaanse traditional; in Spanje spelen de zigeuners dat. En, zut, ‘t is kunst, wè... Roland zegt dat: ’t Is allemaal kunst, jongen’ (smakelijke lach).»
HUMO Je bent met een aantal dingen laat geweest: laat muziek beginnen spelen, laat gesettled, laat vader geworden... Is dat omdat je van nature de kat uit de boom kijkt, of omdat je teveel dingen tegelijk wil doen?
ARNO (denkt lang na) «Misschien allebei... Hadden ze mij twee jaar geleden gezegd dat ik nu al anderhalf jaar met dezelfde vrouw zou wonen, had ik hen uitgelachen. Scheisse dat mijn Madame geen Vlaams leest! Of gelukkig (lacht). Tja... Als je ouder wordt, gooi je veel ballast van je af. De bullshit moet verdwijnen. Parijs is dus géén goeie stad om oud in te warden (lacht).»
HUMO Ik heb al een grafschrift bedacht voor jou: ‘Hier ligt Arno... en voor één keer ligt er niemand onder hem’.
ARNO (lacht) «Nee, zet maar op de steen: ‘Like a rolling stone’. En de zerk moet een soort jukebox zijn waar rouwenden vijf frank in kunnen steken, en dan speelt dat nummer.»
HUMO Je bent idool tegen wil en dank. Een boodschap aan onze Vlaamsche jeugd, misschien?
ARNO (bloedernstig) «Wel... Ik ben blij dat ik al zo oud ben. Ja, echt waar: ik ben blij dat ik niet bij de generatie hoor die vijf á tien jaar geleden achttien was. Want dat waren brave, gladde, uniforme yuppietjes die computerspelletjes deden. De gastjes die nu achttien zijn, hebben weer meer spirit, zijn ecolo, back to nature en al die stuff... Hun haar is weer langer, ze zijn eigenzinniger... Een tijdje geleden werd ik na een Houseparty in de Mirano geïnviteerd bij gasten thuis. Wel, die zaten daar in een grote kamer met matrassen, joints, kaarsen, muziek van de Doors, Jimi Hendrix en de vroege Stones... Shit, jongen, ik kreeg daar een flashback, zeg!
»Het valt mij ook op dat er weer ‘twee werelden zijn die niets met elkaar te maken hebben. In de j-ren zeventig en tachtig vloeide dat allemaal in elkaar, maar nu hebben de discosnobs weer niéts te maken met de freaks: die twee kampen staan weer lijnrecht tegenover elkaar. Je hebt nu weer variété zoals de Radios en Jimmy Frey, zoals je vroeger Dean Martin en Middle Of The Road had. En daar tegenover staat freakmuziek. En het fa-tastische is: niemand legt die freaks nu iets in de weg. ik ben van de joaren tzestig, vent... dat was niet zo tof, hoor! (lacht) Ik mocht niet in cafés binnen met mijn lang haar! Ik vloog van school! Wij waren vogelvrij! Nu worden langharigen gesubsidieerd (lacht).»
HUMO Van elke generatie ‘échten’ vallen er gaandeweg af: freaks of individualisten die plots de onbedwingbare neiging voelen om advocaat te worden. Waar zijn jouw partners in crime van toen nu?
ARNO «Er zijn er veel dood. Gestorven aan... booze... dope. Of plots weer braaf bourgeois geworden. Da’s ook een beetje doodgaan, hé. Ik heb er een tijd geleden nog één teruggezien waarmee ik ooit in een commune heb geleefd. Vent toch, we zijn toen nog geschaduwd en heel die cirque door de BOB, die shit zocht. Ik ben toen ondervraagd, en ondergedoken bij Release: hippie-advocaten in Gent die outcasts gratis verdedigden. Een toffe gast, die Michel, hij is nu natuurgids in ‘t Zwin. En zijn broer leeft of leefde bij de monniken in Tibet. Er zijn er ook veel geëmigreerd, naar de States, naar Singapore, naar Zuid-Amerika.
»Goh, vent, als ik denk aan al die muzikanten waar ik mee gespeeld heb, en die in het niets zijn opgelost... Mannen van Camel, Hatfield and the North, Steve Harley, Roger Chapman... Gasten die je nog één keer terughoort op een obscure plaat van Robert Wyatt, en dan... niéts meer. Tjens-Couter heeft op Rockpalast nog gespeeld, samen met Bad Company! Toch raar, hé: ik heb met mensen gespeeld die hier (wijst plafond) waren toen ik hier (wijst kelder) was, en nu ben ik hier (wijst eerste verdieping) en zij... (vingerknip in de leegte). (zucht) Ik ben een survivor, hé.»
HUMO Waarom jij wel en zij niet ?
ARNO (haalt de schouders op) «Ik ben koppig. ik weet wat de demonen zijn. En ik heb veel te danken aan de mensen waarmee ik me heb omringd. Gewone, goeie mensen: Herman Schueremans, Herman van Laar...»
HUMO Op welke momenten heb jij een Wij Tegen De Wereld-gevoel?
ARNO «Altijd! Nu met Charles wéér! Ik probeer met mijn muziek gaten te slaan in het licht, in de lucht! Zoals Jean-Marie Aerts speelt: niet alleen met de snaren, maar ook met de lucht die uit zijn versterker komt. Niet zozeer akkoorden op elkaar stapelen, maar gitaarspelen als een voetballist: dribbelend. Da’s magie. TC Matic, dat was: kamikaze! Een gat slaan in een gat, versta je? Schaduwboksen met de zon. Zoals Mike Tyson: die slaat niet op zijn tegenstander, maar hij slaat erdoor; hij probeert iets te raken dat er achter zit. Daarom... Misschien ben ik daarom een beetje onkwetsbaar, en hou ik daarom vol. Ik zie altijd verder dan een obstakel. Als ik down ben, functioneer ik als een dynamo: ik slorp die downigheid op, en spuw ze er later, soms maanden later, in trance weer uit op een podium. In ‘Ants in my tea’ zing ik: ‘Mama don’t you worry: trouble is my best friend’. Voilà. (lange stilte)»
HUMO Je komt van ver.
ARNO «Dat mag je wel zeggen, vent. Weet je... Ooit moest ik in restaurants zingen om de kost te verdienen. Busking, hé, gewoon: zang, gitaar en wat mondharmonica. Wel, in één restaurant zat een man die mij honderd frank toestopte, en zuchtte: Hier, vriend: honderd frank... op voorwaarde dat je stopt met zingen (lacht). En nu... (mijmerend)... ik ga straks in Parijs spelen en ‘t is allemaal al lang uitverkocht. (bulderende lach en áf).»