Concert★★★★☆
In het Koninklijk Circus struikelde Patti Smith over haar woorden en vergat ze haar leesbril, maar schoonheid heeft níéts te maken met vlekkeloosheid
Tot voor kort was het vloeken geblazen. Het blééf maar duren met die mondmaskers, afstandsregels, avondklokken, handgels, samenscholingsverboden en muilembargo’s. U dacht vast ook weleens, op verdwaalde momenten tussen zetel en ijskast: ‘Waarom doen we dit toch?!’ Om de ziekenhuizen te ontlasten? Om de zwakkeren te beschermen? Ammehoela! Nee, pas sinds vanavond wéét ik waarom we ons die herculeaanse inspanningen getroost hebben. We moesten simpelweg, zo snel mogelijk, het fenomeen Patti Smith terug naar hier zien te krijgen. Alleen haar muziek is immers onsterfelijk.
Patti Smith, die ijlings ouder wordende maar nul komma nul aan vitaliteit inboetende patroonheilige van alles dat buiten de lijntjes kleurt: díé Patti Smith trad vanavond aan in het Koninklijk Circus. Het was een jaar of drie geleden dat ze in het land was geweest. Ze meende zich te herinneren dat haar allereerste Belgische optreden óók hier plaatsvond, in 1977, toen ze al volop de Godmother of Punk was. Het publiek schudde toen zodanig de zoden uit hun militaire bottines dat het vloerwerk het begaf. ‘Nu niet doen, hè,’ bezweerde Patti, maar ik verbeeldde me er graag een schavuiterige knipoog bij.
Haar binnenkomst was er één van een triomfantelijke veldmaarschalk na een grootse campagne, en wat is haar carrière anders dan dat? Maar die lieve Patti strooide liever zélf met bloemen en kransen. Zo begon ze de show niet met één van haar eigen klassiekers, maar wel met het geweldige ‘The Wicked Messenger’ van Bob Dylan (vanop de dringend te herontdekken plaat ‘John Wesley Harding’). Niemand is guller naar haar helden toe. Meer covers: Led Zeppelin (‘Since I’ve Been Loving You’), Jimi Hendrix (‘Stone Free’), Neil Young (‘After the Gold Rush’) en nog eens Dylan (‘One Too Many Mornings’). Begrijpe wie begrijpen kan: helemaal niks uit het oeuvre van Cleymans & Van Geel.
De mooiste momenten kwamen evenwel uit eigen boezem: de laatste verzen van ‘My Blakean Year’, het crescendo van ‘Beneath the Southern Cross’, de uitgelaten sfeer van ‘Dancing Barefoot’, de opzwepende smeekbede ‘People Have the Power’ - meteen de enige keer vanavond dat ze zich aan een streepje politiek waagde. Verder mocht het vooral spetteren, kolken, woelen en bruisen. Ze leek ‘t naar haar zin te hebben, op háár manier. Wanneer te veel fans om verzoekjes begonnen te roepen, parafraseerde ze een lookalike: ‘I don’t wanna be your dog.’
In haar mooiste anekdote vertelde Patti over de afvalbergen die zich over heel New York City begonnen op te hopen terwijl zij waakte bij het sterfbed van beatdichter Allen Ginsberg. In ‘Don’t Say Nothing’, het nummer dat zij daarover schreef en vanavond misschien wel mijn hoogtepunt, klinkt zij tot op de dag van vandaag bóós op die vuiligheid, alsof het dát is wat haar vriend had kapotgemaakt. En wie weet. Alleszins: zij kiest nu veiligheidshalve voor schoonheid, altijd schoonheid.
Even tussendoor: wat is het probleem met het feit dat Patti vanavond luidop heeft gezegd dat ze ‘Nine’ schreef voor haar maatje Johnny Depp? Maybe Amber Heard! Sorry, het moest eruit.
Een machtig ‘Because the Night’ - een brandende lont voor een publiek dat sowieso al op ontploffen stond - was intussen het laatste eerbetoon van de avond. Aan haar grote, in 1994 overleden liefde Fred ‘Sonic’ Smith. Extra pigment: hun zoon Jackson Smith (ex-man van Meg White) stond naast haar op het podium. Eén deel van het oerdegelijke backingtrio dat ook nog bestond uit bassist Tony Shanahan en drummer Seb Rochford. De breedst uitwaaierende stukken van de avond - ‘Beneath the Southern Cross’, ‘Since I’ve Been Loving You’, ‘Stone Free’ - kwamen op hún conto.
Patti zelf, dat moet ook gezegd, struikelde meer dan eens over haar woorden. Ze vergat haar leesbril, wandelde even weg, herpakte zich, lachte en zei dat het voor iedereen lang geleden was. Dylan wandelt tegenwoordig ook verward over het podium, maar Patti’s stem klinkt tenminste nog altijd als die van een dertig jaar jongere vrouw, wat je van Bawb bezwaarlijk kan zeggen - die klinkt hóógstens als een dertig jaar jongere knotwilg. Toen ze de intro van ‘Pissing in a River’ miste, verontschuldigde ze zich met: ‘Sorry, er heeft iemand niet in de rivier, maar op het keyboard gepist.’ Tijdens het scanderen van ‘Gloria’ dacht ze even ‘Brussels’ te spellen, maar dat kwam eruit als ‘B-R-U-S-S-E-L-L-S’. Zo maakte ze, zei ze zelf, véél fouten: ‘Maar dat is niet erg. We zijn allemaal fucking happy, we zijn allemaal fucking free en we zijn allemaal fucking alive.’ Wat is een optreden anders dan een rommelige viering van het leven, zeker nu alle muilembargo’s opgeheven zijn?
Patti Smith, 75 intussen, is als een jachtluipaard. Zij weet: schoonheid heeft níéts te maken met vlekkeloosheid.