InterviewKurt Vile, Courtney Barnett, Fountaines D.C. & co.
Indiehelden coveren The Velvet Underground: ‘Tuurlijk waren ze verdomd cool. Maar ze waren ook verdomd goeie songschrijvers’
In de toekomst zou iedereen z’n 15 minuten roem krijgen, voorspelde de Amerikaanse popkunstenaar Andy Warhol ooit. Voor de groep die onder zijn vleugels haar debuut ‘The Velvet Underground & Nico’ uitbracht, in 1967, zou ééuwige roem weggelegd zijn.
Vanaf vrijdag kunt u op Apple TV+ kijken naar ‘The Velvet Underground’, Todd Haynes’ langverwachte documentaire over het collectief rond John Cale en Lou Reed – een even robuust als liefdevol portret. Maar er is ook ‘I’ll Be Your Mirror’, waarop een keur aan muzikanten de songs van de iconische plaat-met-de-banaan covert. Wat had u bijvoorbeeld gedacht van Kurt Vile, Matt Sweeney, Fontaines D.C., Courtney Barnett en Andrew Bird? Aan hen het woord!
HUMO The Velvet Underground is één van de sixtiesgroepen die je als tiener hoort te ontdekken, net zoals The Doors en Led Zeppelin. In welke omstandigheden hebben jullie hun muziek voor het eerst gehoord?
KURT VILE (covert ‘Run Run Run’) «Op onze middelbare school was er zo’n plekje waar we altijd rondhingen om naar muziek te luisteren. Ik kende Lou Reed al van ‘Walk on the Wild Side’, maar toen iemand daar The Velvet Underground oplegde... Man, dat klonk véél magischer. Gejaagder ook. Al bij die eerste kennismaking gaf die groep me het gevoel dat ik alles mocht als muzikant: ongegeneerd gingen ze aan de slag met doowop, folk en noise. Ik wist bovendien dat mijn grote voorbeeld in die dagen, Pavement, nooit zo zou hebben geklonken zonder hen.»
MATT SWEENEY (covert ‘European Son’ met Iggy Pop) «Op mijn 12de, in 1982, nam ik gitaarlessen bij een oudere leraar, een erg christelijke man. Je mocht er je favoriete plaat meebrengen, iets van Led Zeppelin bijvoorbeeld, en dan leerde hij je die naspelen. Op een dag vertelde hij ons vol afschuw: ‘Vandaag heb ik een leerling uit de les moeten zetten. Hij had een plaat mee, ik kan het niet eens muziek noemen wat erop stond: een lied met de titel ‘The Black Angel’s Death Song’! Het klonk zo walgelijk dat ik er niet wil over praten!’ Mijn interesse was gewekt (lacht).
»En daar stopt het verhaal trouwens niet. Twee jaar later werd ik eens opgebeld door een jongen die een groepje met me wilde beginnen. ‘Wacht eens even,’ zei hij plots. ‘Hadden wij niet ooit dezelfde gitaarleraar? Wel, die heeft me eens buitengezet omdat ik ‘The Velvet Underground & Nico’ had meegebracht!’ (lacht)»
HUMO De eer om ‘The Black Angel’s Death Song’ te coveren op de tributeplaat is weggelegd voor Fontaines D.C. Makkelijke opgave, Conor?
CONOR DEEGAN (speelt bas bij Fontaines D.C.) «Integendeel. Omdat er wat Ierse traditionele muziek in die song zit en wij een Ierse groep zijn, waren we blij dat wij hem toebedeeld kregen, maar het was een uitdaging. Die structuur: zo verwarrend! Maar de noise die Reed en co. in hun muziek staken, in hun geval dan nog met een viool, heeft Fontaines D.C. absoluut beïnvloed. Ook onze songs móéten schuren.»
COURTNEY BARNETT (covert ‘I’ll Be Your Mirror’) «Ook voor mijn geluid is The Velvet Underground belangrijk geweest, zeker weten. Maar ik heb me nooit echt in hen willen verdiepen. Normaal doe ik dat wel als een artiest me boeit – ik kan héél geobsedeerd raken – maar in dit geval wilde ik het mysterie intact laten, denk ik. Ik wilde niks weten over de groepsleden, en ik zat hun songs zéker nooit te ontleden.»
VILE «O, ik wel hoor. Ik imiteerde en consumeerde hen. De eerste artiestenbiografie die ik ooit heb gelezen, was ‘Uptight: The Velvet Underground Story’ van Victor Bockris. En toen ik te weten kwam dat Lou Reed beïnvloed was door de gedichten van Delmore Schwartz, verslond ik die óók. Ik was de ultieme fanboy (lacht).»
HUMO Begin jaren 60 bedacht Lou Reed noveltyhitjes voor het platenlabel Pickwick, terwijl John Cale experimenteerde met dronegeluiden in de New Yorkse avant-gardescene rond de componist La Monte Young: was het die tegenstelling die het unieke geluid van The Velvet Underground bepaald heeft?
SWEENEY «Hun roots liggen voor mij ontegensprekelijk in de folk, dat is dé basis: één van Lou Reeds favoriete platen was de verzamelaar ‘Anthology of American Folk Music’, samengesteld door Harry Smith. John Cale was dan weer een klassiek geschoold wonderkind. Samen transformeerden ze traditionele elementen uit de folk en de rock-’n-roll tot een grootstedelijk, gevaarlijk geluid.»
ANDREW BIRD (covert ‘Venus in Furs’ met Lucius) «Er is nog een tegenstelling: John Cale is kwetsbaar, Lou Reed ondoordringbaar: dat levert die interessante mix van ernst en oneerbiedigheid op in hun songs. De stijl van Lou Reed – half sprekend, half zingend – doet je bovendien luisteren naar de teksten. Je hebt altijd het gevoel dat hij een verhaal vertelt. Reed en Cale zijn de Lennon en McCartney van de underground.»
HUMO Vier jaar geleden coverde je ‘Venus in Furs’ al samen met Lucius voor ‘Live from the Great Room’, een reeks livesessies in je huiskamer.
BIRD «Toen ik dat nummer voor het eerst hoorde op de universiteit, hield ik als violist helemaal niet van dat creepy, heidense geluid van Cales viool. Zijn soloplaat ‘Paris 1919’ vond ik wél meteen prachtig. Eigenlijk ben ik pas twee jaar geleden echt voor The Velvet Underground gezwicht, toen mijn zoon – hij was acht – de groep ontdekte via Spotify en niks anders meer door ons huis joeg. Die knul heeft een betere smaak dan ik (lacht).»
HUMO Behalve de muziek is er ook het imago van The Velvet Underground, bedacht in The Factory, Andy Warhols studio in New York: zwarte kleren, zonnebrillen, drugs. Trok dat mystieke jou ook aan, Matt?
SWEENEY «Tuurlijk wel, ze wáren verdomd cool. Maar: ze waren ook verdomd goeie songschrijvers, en dat word je niet omdat je drugs neemt. (Zucht) Ik kan me nog altijd opwinden over mensen die hen maar een stelletje amateurs vinden. Dat is ook waarom Lou Reed uiteindelijk de band met Warhol losknipte: ‘Te veel mensen denken dat hij de gitarist van deze groep is,’ zei hij.»
HUMO Heeft Iggy Pop je, toen je met hem in de studio zat om ‘European Son’ te coveren, toevallig iets verteld over zijn kortstondige romance met Nico eind jaren 60?
SWEENEY «Nee, daar is hij te veel een gentleman voor (lacht).
»In zijn documentaire focust Todd Haynes er gelukkig op: hoe ongewoon het toen was dat twee zulke sterke vrouwen in een groep zaten. Niemand zingt zoals Nico en niemand kan drummen zoals Moe Tucker. Wat me ook altijd enorm heeft gestoord, is het cliché dat Nico de ijskoningin van de groep was. Komaan! ‘I’ll Be Your Mirror’, daar krijg je toch kippenvel van? Waar hébben die critici het over? Ik hoor alleen maar pure emotie.»
HUMO Tot slot: hebben jullie ooit één van de Velvets ontmoet?
BIRD «Ik heb Lou Reed eens koffie zien drinken met zijn vrouw Laurie Anderson in West Village, in New York. Dichter bij hem ben ik nooit geraakt (lacht).»
VILE «In 2017 vroeg John Cale me al om ‘Run Run Run’ te spelen op een concert in de Brooklyn Academy of Music ter ere van de vijftigste verjaardag van ‘The Velvet Underground & Nico’. Laat dat nu ook het nummer zijn dat ik met mijn allereerste groepje heb gecoverd. Kosmische resonantie!»
SWEENEY «Lou Reeds aandacht was eens geprikkeld door muziek die Jim White en ik hadden gemaakt. Wijlen Hal Willner, de producer van de nieuwe coverplaat, heeft nog geprobeerd om een jamdate voor ons te regelen, maar toen werd Lou ziek. Het is er helaas nooit meer van gekomen.
»Ach, ik ben al blij dat ik aan dit tribute heb kunnen meewerken. Iéder excuus is goed om de mensen naar The Velvet Underground te doen luisteren.»
‘I’ll Be Your Mirror’ is uit bij Virgin Music. ‘The Velvet Underground’ is vanaf 15 oktober te zien op Apple TV+.