Humo gidst
Jazz Middelheim afgebrand, het algoritme verslagen: dit zijn de albums van de week
Neil Young en ZZ Top die allebei een verse plaat uit hebben, is het hier 1973 of wat? Zeker niet, want meer 2022 dan het nieuwe album van Burna Boy kun je amper zijn.
Neil Young with Crazy Horse - Toast
‘Quality Whether You Want It or Not’, zo luidt de hoofding van de NYA Times Contrarian, de digitale krant bij de monumentale Neil Young Archives, de heilige graal der muziekarchieven, uitgebaat door een man die al zijn leven lang stoïcijns en koppig en briljant zijn ding doet en niet opgeeft. Al is Neil Young op een leeftijd gekomen dat je minder toekomst hebt dan verleden. Steeds meer berichten in de krant gaan over vrienden en collega’s die hem ontvallen zijn.
Luiheid is des duivels oorkussen, maar daarvan heeft de 76-jarige Young weinig last. In mei bracht hij drie oude bootlegs van soloconcerten uit de jaren 70 officieel uit. In augustus volgt ‘Noise & Flowers’, een registratie van de Europese tournee die hij in 2019 – vlak na de dood van Elliot Roberts, vijf decennia lang zijn beste vriend en manager – ondernam met zijn tweede vaste band Promise of the Real. Vorige week meldde de treurwilg dat hij met zijn eerste vaste band, Crazy Horse natuurlijk, en de hulp van Rick Rubin een plaat heeft opgenomen die later dit jaar zal verschijnen.
Deze week mogen wij ons buigen over een nieuwe oude plaat. ‘Toast’ werd meteen na de opnames in 2001 in de ijskast geborgen. ‘Te triest om uit te brengen,’ aldus de maker. Sommige nummers belandden een jaar later wel al op ‘Are You Passionate?’, het wat kleurloze werkstuk dat hij met Booker T. & the M.G.’s maakte. Young klinkt vrijwel altijd beter met Crazy Horse in zijn rug, het stelletje bejaarde punkers dat als geen ander weet hoe je hout hakt op een beat.
‘Toast’ werd opgenomen in een studio in LA waar ook John Coltrane, één van Youngs helden, platen maakte. Ze klinkt hard en droef en benig en morsig tegelijk. Vintage Young, dus. ‘Er is een moment in veel relaties die gedoemd zijn, een moment lang vóór de breuk,’ zegt hij er zelf over, ‘waarop het bij één van de partners, en misschien wel bij allebei, doordringt: het is voorbij. ‘Toast’ gaat over dat moment.’
‘Don’t say you love me’ is de mantra die duizendmaal wordt herhaald door een bevallig vrouwenkoor in de ingetogen opener ‘Quit’, een song die de zaak treffend samenvat. Daarna worden de versterkers op 11 gezet, met het kwade ‘Standing in the Light of Love’, gebouwd rond een riff van Deep Purple, en ‘Goin’ Home’, dat stuwt als een stuwend stuwmeer in de Alpen. Dan zijn we wel al ongeveer halverwege, want er staan maar zeven songs op.
Grote stappen, snel thuis. Kwaliteit, of u dat nu wilt of niet.
De Neil Young Archives vindt u hier.
Burna Boy - Love, Damini
In 2019 liet de Nigeriaanse ster Burna Boy de Engelstalige wereld kennismaken met afrofusion, een mengeling van Fela Kuti’s afrobeat, dancehall en pop op het geweldige ‘African Giant’. Helaas: twee platen verder, op ‘Love, Damini’ – een viering van zijn 31ste verjaardag – lijkt Damini Ogulu het paadje in te slaan dat Drake sinds ‘Views’ platloopt. Lees: ‘Love, Damini’ is een overvolle, zelfgenoegzame plaat die met veelal anonieme r&b op FM-banden en Spotify-plays mikt, tegelijk afgelikter en onaffer dan wat vooraf kwam. Er staan goeie songs op (‘Cloak & Dagger’!) maar ook uitgekiende knievallen voor de Amerikaans-Europese (‘For My Hand’ met Ed Sheeran) en de Latijns-Amerikaanse (‘Rollercoaster’ met J Balvin) én de Caribische markt (‘Toni Ann-Singh’). In ‘Different Size’ hoor je een TikTok-sound uit ‘Squid Game’: één van de negentien wisselvallige tracks met het algoritme als grote curator.
Nightlands - Moonshine
Terwijl Adam Granduciel van The War on Drugs knielt voor de altaren van Bob Dylan en Bruce Springsteen, zit zijn bassist Dave ‘Nightlands’ Hartley in een hoekje de goden van de yachtrock te aanbidden: Christopher Cross, Bobby Caldwell, Boz Scaggs, The Doobie Brothers. ‘Moonshine’, zijn vierde plaat, klinkt zo zonnig, zweverig en zorgeloos dat de meeste songs lijken te verdampen terwijl je ze afspeelt. Twee stemmen zijn beter dan één, zo weten we sinds The Everly Brothers, maar Hartley stapelt er graag hónderd op elkaar – overkill! Driemaal weet hij ons bij de lurven te vatten: met het zomerplaylistlied ‘With You’, met de oorwurm ‘Stare Into the Sun’ en met hoogtepunt ‘No Kiss for the Lonely’, een chille song over de vluchtelingencrisis. Verdienstelijk, meneer Hartley, maar ‘Kaputt’ van Destroyer blijft dé te kloppen yachtrockplaat van de 21ste eeuw.
Party Dozen - The Real Work
Dit Australische jazznoiseduo – Kirsty Tickle op saxofoon en Jonathan Boulet op percussie en sampler – is een soort Morphine voor psychopaten. Met jankende en piepende sax, bonkende drums en beukende gitaarloops valt ‘The Iron Boot’ met de deur in huis én hakt die deur meteen aan spaanders – of hoe je ‘Fun House’ van The Stooges in 3 minuten en 36 seconden kunt samenvatten. In single ‘Macca the Mutt’ wisselt Tickle een woordeloze woedeaanval af met een smachtende saxpartij, en de sfeer wordt helemaal ongemakkelijk wanneer landgenoot Nick Cave de titel komt meebrullen. Is het een sneer naar Paul McCartney? Geen idee, maar het swingt als de benen van een pasgehangene. Het flatulente ‘The Big Quit’, dat duidelijk maakt dat jazz voor Party Dozen een verdelgingsmiddel is, klinkt dan weer als een oprukkend leger dat Jazz Middelheim tot een smeulend hoopje as zou reduceren. Ziezo.
Beabadoobee - Beatopia
Beatrice Laus richtte als kind, na haar verhuizing van de Filipijnen naar Londen, een denkbeeldig land op: Beatopia. Nadat ze in 2020 per ongeluk was doorgebroken, dankzij Powfu en de sample van haar ‘Coffee’ in zijn virale hit ‘Death Bed’, trok ze zich opnieuw terug in haar fantasiewereld – en ditmaal mogen we meeluisteren. ‘Beatopia’ is aanstekelijke nostalgie verpakt in distortion, alternatieve rock uit de nineties voor mensen die de nineties niet hebben gemaakt. Nu eens rockt Bea als Dinosaur Jr., dan weer fluistert ze als Elliott Smith. Veertien songs, alleen van de vijfde tot de zevende verliest deze plaat even stoom. Verder geen klachten.
ZZ Top - Raw
Gruene Hall is de oudste dancing van Texas en ZZ Top de oudste Texaanse band: ooit moest het tot een treffen komen. De Netflix-docu ‘That Little Ol’ Band from Texas’ legde dat treffen in 2019 vast, en met ‘Raw’ hebben we nu ook de soundtrack in handen – opgedragen aan bassist Dusty Hill, die vorig jaar overleed. Twaalf lawaaierige boogiewoogiesongs, opgenomen in één krappe dag: als je al vijftig jaar samenspeelt, is het kinderspel. Erop en erover – wie subtiliteit verwacht, zit in de verkeerde dancing. Sfeer en vakmanschap en geen enkel baardhaar tussen de snaren: ‘Raw’ is een best of met peper in het gat.