Kendrick Lamar - DAMN.
In da hood kenden ze de kleine K-Dot al langer, de wereld maakte met hem kennis in 2009. Hij stelde zich voor als Kendrick Lamar, zijn echte naam, en ‘The Kendrick Lamar EP’ was zijn eerste wapenfeit dat geen mixtape was. En eigenlijk ook geen ep, maar een lp met veertien volwaardige tracks, die stuk voor stuk lieten horen: hier is iemand om rekening mee te houden.
Van dan af ging het snel. Hij tourde met Kanye West, Dr. Dre dong naar zijn hand, en toen in 2012 ‘Good Kid, M.A.A.D. City’ verscheen, werd dat een meesterwerk genoemd. Opvolger ‘To Pimp a Butterfly’ was echter nóg beter, en omdat het verzamelde journaille de pot met complimenten al tot op de bodem geledigd had, was de waanzin alles wat hen nog restte: Lamar werd vergeleken met Marvin Gaye, John Coltrane en… Mahatma Gandhi, Far East Coast homeboy van het eerste uur. Was Lamar zot geworden bij zoveel lof, was hij in een appelblauwzeegroen paleis gaan wonen en giraffen als huisdier gaan houden: begrip zou zijn deel zijn geweest. In plaats daarvan reageerde hij met ‘untitled unmastered.’ – nog meer kwaliteit.
En nu is er ‘DAMN.’, dat producties en compositionele bijdragen bevat van onder meer Mike Will Made It, Ricci Riera, James Blake en The Alchemist. In totaal waren er maar liefst 52 mannen en vrouwen nodig om ‘DAMN.’ tot een goed einde te brengen. Een uitzonderlijk goed einde. De beats, loops en samples zijn van het soort waarop het bijzonder moeilijk stilstaan is, maar de ster van de show is Kendrick Lamar. De onderwerpen zijn dezelfde – de lamentabele state of the nation, opgroeien in een buurt waar slecht goed is en goed onbestaande – de raps lijziger en minder avontuurlijk dan op ‘Butterfly’. Lamars flow benadert echter de perfectie. De man rapt zo natural born dat je vergeet dat je naar een rapper aan het luisteren bent, en van bij zijn eerste woorden met heel je hebben en houden in zijn verhaal zit.
Die eerste woorden: ‘I was taking a walk the other day…’. Waarop een verhaal volgt over een blinde vrouw die hij op straat ontmoet en helpt, en die vervolgens een moordenares blijkt te zijn. De plaat eindigt met dezelfde woorden. ‘I was taking a walk the other day…’. Beschrijven wat er tussendoor allemaal gebeurt, zou zijn als ‘On the Road’ van Jack Kerouac in je eigen woorden proberen samen te vatten: een compleet belachelijke onderneming.
Wel nog het vermelden waard: de song ‘XXX.’ bevat een gastbijdrage van de heren Paul Hewson, David Evans, Adam Clayton en Larry Mullen Jr., samen U2. Maar wederom is Lamar de ster. Wat in dezen zowel de verdienste van Lamar als U2 is.
Kendrick Lamar, nog altijd maar 29, gaat gewoon verder met waar hij goed in is: jaar na jaar de beste hiphopplaat van het jaar afleveren. Misschien dat we op het einde van de rit het woord ‘hiphop’ zelfs mogen laten vallen.
Lees ook:
De review van ‘untitled unmastered.’ (★★★★☆): ‘Met uw goedvinden vinden we ‘m Niet Echt Onmisbaar Maar Wel Zeer Zeer Zeer Onderhoudend.’
De review van ‘To Pimp A Butterfly’ (★★★★☆): ‘Kendrick Lamar verklankte zijn innerlijke strijd zoals hij zélf vond dat het hoorde.’
De review van ‘Good Kid, M.A.A.D. City’ (★★★★★): ‘Een razend spannende coming of age-roman voor de oren’