CD★★★★☆
‘Kirtan: Turiya Sings’ van Alice Coltrane bevat lichtjes sombere, maar ook functionele muziek
Alice Coltrane vergroeide bij leven met harp, piano en orgel. Van de kosmische jazz die ze begin jaren 70 maakte, moet u de titeltrack vanop ‘Journey in Satchidananda’ eens horen, net als het ongelooflijk straffe ‘Turya and Ramakrishna’ vanop ‘Ptah, the El Daoud’. Toen ze in 2007 stierf, maakte haar achterneef (!) Flying Lotus de ode ‘Drips//Auntie’s Harp’. Ook Paul Weller en Sunn O))) schreven toen een ‘Alice’-lied.
Alice Coltrane staat van bij haar solodebuut ‘Cosmic Music’ ook voor controverse. Ze laste strijkers in boven het werk van haar man, de in 1967 gestorven saxofonist John Coltrane. Ze liet hem ‘Om mani pad mi hum’ mompelen. Een akelige goeroe praatte een nagespeeld stuk van zijn meesterwerk ‘A Love Supreme’ vol. Alice antwoordde dat John het zou hebben goedgekeurd: hij had zich tenslotte samen met haar verdiept in oosterse filosofie.
Toen Alice Coltrane gedaan had wat ze wilde doen – een tanpura haar harp laten begeleiden, 20 minuten lang duelleren met haar drummende zoon John Coltrane Jr., Stravinsky’s ‘Le sacre du printemps’ bewerken – trok ze zich terug uit het gewone leven, om in Malibu een ashram op te richten. Ze veranderde haar naam in Turiyasangitananda en werd een spirituele leidsvrouw – een swamini – die haar muziek op cassette uitbracht, exclusief voor haar volgelingen.
Voor wie een goeie selectie van die opnamen wil horen, is er het in 2017 op het Luaka Bop-label uitgebrachte ‘The Ecstatic Music of Alice Coltrane Turiyasangitananda’. Er staan songs op met samenzang en klaphandjes om de toegewijde volgelingen te enthousiasmeren. ‘Hari Narayan’ is iets tussen de gospel van Coltranes jeugdjaren in Detroit en een Indiase manier van bidden. ‘Er Ra’ is een hoge stem boven een harporkestratie.
Eén van die cassettes heette ‘Turiya Sings’, en bevat negen tunes met synthesizers en strijkers. Alice’ zoon Ravi Coltrane vond van die liedjes nooit eerder gehoorde mixen terug met daarop alleen Alice’ stem en haar Wurlitzer-orgel. Opener ‘Jagadishwar’ – in 1982 nog een orkestrale climax, met zelfs genoeg bandbreedte om er eventueel haar harp tussen te wringen – is op de demo van een jaar daarvoor kaal en onwankelbaar. Wat een ruimte! Wat een gewicht en kracht in de stem!
Ravi Coltrane hoorde opnieuw de kalmerende psalmen die zijn moeder zat te spelen toen hij thuiskwam van school. ‘Ze is de deuntjes die deel uitmaakten van haar hart blijven archiveren, tussen de andere taken in.’
‘Kirtan: Turiya Sings’ bevat lichtjes sombere, maar ook functionele muziek: hart en geest zijn vooral gericht op goddelijke inspiratie. Maar wij horen ook het sputterende, eenmotorige vliegtuigje waarmee Alice Coltrane koppig naar haar favoriete goden vliegt als ze daar zin in heeft. En wij horen hoe ‘Rama Katha’ – hier haar langste liedje – haar meest meeslepende liedje wordt.