‘Niet alles moet bigger than life zijn. Je kunt gevaarlijke kunst maken met één potlood en een vodje papier.’ Beeld BELGAIMAGE
‘Niet alles moet bigger than life zijn. Je kunt gevaarlijke kunst maken met één potlood en een vodje papier.’Beeld BELGAIMAGE

75 jaarLaurie Anderson

‘Lou kon niet wachten om met een raket naar Mars te vliegen’

Met haar man Lou Reed had ze gemeen dat ze ooit per ongeluk een wereldhit scoorde – de zijne was ‘Walk on the Wild Side’, de hare ‘O Superman’ – maar meestal pendelt het virtuoze werk van Laurie Anderson (74) tussen de avant-gardekelder, de multimedialoft en het galeriewezen. Naast performanceartieste, beeldhouwster, schilderes, essayiste en cineaste is ze ook muzikante.

Serge Simonart

(Verschenen in Humo op 19 juli 2021)

De voorbije halve eeuw tastte Laurie Anderson de grenzen af van wat een optreden kan zijn: nu eens gaf ze een acht uur durende show, dan weer kon je haar de muren van een lijkenhuis zien schilderen. De gedurfde brief die ze op haar dertiende aan John F. Kennedy schreef, typeerde haar al. Ze vroeg de toekomstige president van de Verenigde Staten of hij tips voor haar had, nu ze kandidaat was om de leerlingenraad op haar school voor te zitten. Hij stuurde goede raad en een ruiker rozen terug.

Eenentwintig jaar lang was Laurie de wederhelft van Lou Reed. Ze waren kinderloos, maar in de film ‘Heart of a Dog’ uit 2015 beschrijft ze een droom waarin ze bevalt van een terrier. Haar liefde voor honden, zo zal tijdens ons gesprek blijken, reikt ver. Maar eerst vragen we haar wat we op zaterdag 14 augustus mogen verwachten van het niet voor één gat te vangen trio dat ze in het Park Den Brandt zal vormen met John Zorn en Bill Laswell.

LAURIE ANDERSON «Ik weet nog niet wat we precies zullen brengen – je ziet, zelfs erover praten is een avontuur (lacht). Ik heb al een paar keer eerder met John en Bill gespeeld, en het is altijd een uitdaging. Zij zweren bij het onverwachte, ze willen niets liever dan de begane paden verlaten. De onvoorspelbaarheid zit ingebakken in wat ze doen.»

HUMO Ik zag je vorige passage op Middelheim, samen met John Zorn en je man in 2009. Is het probleem met improvisatie niet dat het erg hit-and-miss is? Als het niet lukt, hebben mensen veel geld betaald voor stroef gepiel en lopen ze weg, zoals die avond gebeurde.

ANDERSON (zucht) «Ik herinner me dat optreden nog heel goed. Omdat het zo’n ramp was (lacht). Anderhalf uur lang vonden we niet waar we naar op zoek waren. Gaandeweg lazen we de wanhoop op elkaars gezicht en ontaardde het in paniekvoetbal. De klank op het podium was niet ideaal, wat zeker een rol speelde: als je improviseert, is elkaar kristalhelder horen nog belangrijker dan anders. Zodra je moet raden waar de ander naartoe wil, ga je de mist in. Dan voelt het alsof je vanaf verschillende planeten naar elkaar staat te roepen. Heel frustrerend, voor het publiek en voor ons.»

HUMO Was het probleem niet vooral dat, technisch gezien, John een veel betere muzikant was dan Lou, en dat improviseren iets was dat je man zelden of nooit deed?

ANDERSON «Ik vrees het. Lou keek op naar John, die letterlijk álle muziekgenres beheerst, van superzacht tot rip your fuckin’ ears off. Hij had veel schroom om hem iets op te leggen of om de leiding te nemen.

»Lou was ook altijd gespannen voor die shows als trio. Hij wist dat zelfs op een jazzfestival een deel van het publiek op zijn rockklassiekers zat te wachten, en dat maakte hem ongemakkelijk. Hij wilde die avonden meer dan ooit een onbekende zijn, het stemde hem zelfs wanhopig.

»Op andere momenten kon hij zijn sterrenpersoonlijkheid met groot gemak aan- en uitzetten. We moesten daar vaak om gniffelen. Dan werd hij, terwijl we op een terrasje in Manhattan zaten te lunchen, benaderd door een fan en werd hij even Lou Reed, Rockster — om een moment later weer gewoon Lou te zijn. Zeker in de latere jaren was hij privé heel zacht en stil.

»Als je improviseert, moet je natuurlijk ook een publiek met een open geest hebben. Weet je welk publiek het beste is? Honden.»

HUMO Pardon?

ANDERSON «Honden. Ik heb al een paar keer opgetreden voor honden, en die reageren op álles. En ze komen naar een concert zonder verwachtingen! Toen Lou improviseerde, dacht bijna iedereen: hoeveel minuten van dit rare gedoe moeten we nog doorstaan voor hij eindelijk ‘Sweet Jane’ speelt? Honden hebben dat soort bagage niet. Ze leven in het moment.»

HUMO Wat betekent improviseren voor jou?

ANDERSON «Véél. Het bevrijdt me. Vroeger wilde ik het niet toegeven, maar ik ben een beetje een neuroot. Ik ben een perfectionist, ik zweer bij orde, ik ben streng voor mezelf. Ik heb mezelf moeten leren om meer te genieten van musiceren. Improviseren boezemt me angst in, er komt zeker stress aan te pas, maar góéie stress. Ik krijg er een kick van. Vroeger had ik alleen maar verlammende stress.»

Op viool. ‘Ik heb mezelf moeten leren om meer te genieten van musiceren. Improviseren bevrijdt me. Er komt zeker stress aan te pas, maar góéie stress.’ Beeld Redferns
Op viool. ‘Ik heb mezelf moeten leren om meer te genieten van musiceren. Improviseren bevrijdt me. Er komt zeker stress aan te pas, maar góéie stress.’Beeld Redferns

HUMO Werk jij liever in afzondering, of deelden jij en Lou al die jaren een ruimte en ontstond er zo een kruisbestuiving?

ANDERSON «Er was te weinig kruisbestuiving, besef ik nu. We werkten apart en hebben van meet af aan beslist om onze carrières gescheiden te houden. Eén nummer hebben we samen gemaakt (‘Gentle Breeze’ uit 2004, red.). Op een persconferentie vroeg een journalist of er een hele plaat in zat. Ik antwoordde enthousiast: ‘Wat een goed idee!’ Waarop Lou bromde: ‘Nee, één song volstaat.’ Een koude douche. Later is hij van mening veranderd. (Stil) We dachten dat we nog zeeën van tijd hadden voor kruisbestuiving en samenwerking. Tja...»

HALLO, LEGE ZAAL!

HUMO Vandaag ben jij een instituut: organisaties en cultuurhuizen betalen een fortuin om het fenomeen Laurie Anderson in te huren. Mensen weten wat ook ze van jou kunnen verwachten. Toen je debuteerde, in de jaren zeventig, moet je toch meer dan andere muzikanten op onbegrip zijn gestuit: wat jij bracht, was nog nooit vertoond.

ANDERSON «Van de eerste tien jaar herinner ik me alleen dat het bergop rijden was. In de regen. Met tegenwind. Onbegrip en tegenwerking waren mijn deel. Af en toe was het publiek zelfs uitgesproken vijandig. Daar moet je doorheen. Gelukkig ben ik positief ingesteld en een pitbull, met een selectief geheugen bovendien (lacht).

»In alle eerlijkheid: in die beginjaren gedroeg ik me ook als een snob. Ik geloofde zozeer in wat ik deed dat ik hooghartig reageerde. Als ik op onbegrip stuitte, dacht ik, al dan niet hardop: jij bent een idioot! Ik ben niet van nature zo, hoor. Het was een manier om mezelf te beschermen, denk ik nu. Een harnas. Ik volgde mijn overlevingsinstinct.»

HUMO Heb je ooit een zaal zien leeglopen omdat niemand begreep wat je deed?

ANDERSON «Voor een performance in Spanje heb ik ooit – in 1991, geloof ik – mijn podiumtekst vanbuiten geleerd in het Spaans. Ik wilde er niet arrogant van uitgaan dat iedereen daar perfect Engels sprak. En ik dacht: Spaans leren houdt me scherp en zal de show een extra dimensie geven. Maar aan het eind, toen de lichten weer aangingen en ik de zaal in keek, trots op mijn tour de force, bleek die leeg te zijn (lacht).

»Het ergste was nog de crew. Alle medewerkers waren zo gegeneerd dat ze na de show, backstage, mijn blik ontweken. Maar ik was euforisch: ik had een hele show in het Spaans gebracht! Ongelofelijk!»

HUMO Wat is er de voorbije vijftig jaar níét veranderd in het avant-gardemilieu?

ANDERSON «Die vraag doet me denken aan een andere vraag die ik vaak krijg: ‘Hoe was het vroeger om als vrouw te overleven in een door mannen gedomineerd milieu?’ Duh, dat is nog altíjd een door mannen gedomineerd milieu! Ik heb het gewoon aldoor uit mijn hoofd proberen te zetten. Soms is struisvogelpolitiek nuttig (lacht).

»De voorbije vijf jaar merk ik een kentering. Je ziet meer vrouwen in galeries, en niet alleen om rijke klanten te lokken die verkoperslatijn het liefst uit de mond van een topmodel horen. Ook de beheerraden van musea en subsidiecommissies zijn vrouwelijker geworden. Meer vrouwen zijn actief geïnteresseerd in moderne kunst en performances. Dat laatste kun je op het conto schrijven van talenten zoals Marina Abramovic. Maar over het algemeen hebben vrouwelijke artiesten het nog altijd moeilijker. In een stad als New York is het galeriewezen nog altijd grotendeels een old boy network.»

HUMO In 2010 was ik in New York toen Marina Abramovic haar performance ‘The Artist is Present’ hield, waarvoor bezoekers zo lang als ze wilden op een stoel tegenover haar mochten gaan zitten. Lou was er die dag ook.

ANDERSON «Hij was er toen als Lou, niet als de Rockster. Het had hem erg ontroerd en nederig gemaakt, zei hij later. Hij was zelfs vergeten wie hij was. Terwijl hij daar zat, stond een lange rij wachtenden erop te kijken. ‘Hé, ’t is Lou Reed,’ werd gefluisterd. Maar de performance was zo intens en Marina’s charisma zo groot dat hij daar geen last van had.

»Ik ben ook tegenover haar aan dat tafeltje gaan zitten, net zoals elke andere artiest in New York. Het was zo’n uniek evenement dat zelfs supersterren de reflex hadden: hier wil ik bij zijn.»

HUMO Je bent zelf performancekunstenaar. Dan zit je daar toch met een ander bewustzijn en een ander perspectief dan de doorsneebezoeker?

ANDERSON «Ik ben een boeddhist. Ik ben het gewend om lang stil te zitten, te zwijgen en me over te geven aan het moment. En zoals het boeddhisme het ego wil uitschakelen, probeerde ook Marina’s performance dat.»

HUMO Je houdt van experimentjes. Ik ving iets op over jou, David Bowie en helderziendheid: vertel ons alles.

ANDERSON «Op een dag belde David me op met een voorstel: ‘Laten we een experimentje doen waarbij we elkaars gedachten proberen te lezen, in realtime. We maken allebei een tekening en dan checken we of we hetzelfde getekend hebben.’ Zo gezegd, zo gedaan. We faxten tegelijk onze tekeningen naar elkaar. En wat bleek? Op de zijne en de mijne stond een huis met een stok die uit het raam stak, en aan die stok bungelde een mens. We deden het tien keer opnieuw, en vaak was er een duidelijke overeenkomst. Ik geloof nog altijd niet in helderziendheid, en David deed dat evenmin. Het toeval speelt natuurlijk ook een rol. En toch, die tekeningen liegen niet.»

HUMO Vorig jaar liep in het Smithsonian in Washington, D.C. een retrospectieve van je werk. Ter voorbereiding moet je dozijnen performances tegen het licht hebben gehouden. Ben je daardoor anders naar je werk gaan kijken?

ANDERSON «Veel erger nog: ik wilde opnieuw beginnen en alles anders doen (lacht).

»Herinner je je ‘Duets on Ice’ nog, die vroege performance? Ik speelde viool terwijl ik op ijsschaatsen balanceerde op smeltende ijsblokken. Heel origineel op papier, maar een absolute pest om te doen. Zulke stunts zijn nu wat gedateerd, maar ik voelde toch een zeker respect voor mijn jongere zelf: dat ik zoiets toen aandurfde! Het ontroerde me zelfs.

»Ik ben ook blij dat ik kleine projectjes deed. Niet alles moet bigger than life zijn. Je kunt gevaarlijke kunst maken met één potlood en een vodje papier.»

HUMO In 2003 had de Amerikaanse tv-host Charlie Rose het tijdens een dubbelinterview met Lou en jou over een verzoek dat je van de NASA had gekregen: of je er artist in residence wilde worden. ‘Wat verwachten ze?’ vroeg hij. ‘Ik heb geen flauw idee, en zij evenmin,’ antwoordde je. Lou moest daar hard om lachen, wat hij vrijwel nooit deed in het openbaar. Hoe kijk je daar nu op terug?

ANDERSON «De NASA had, vrees ik, wél een duidelijke verwachting: dat ik een hoogtechnologische multimediashow zou brengen waarin die organisatie centraal stond. Het project heeft jaren aangesleept, en ik was niet tevreden over het resultaat. Ik was ook te ambitieus. De donkere kant van de maan verlichten met supersterke schijnwerpers, gemonteerd op een satelliet? Niet haalbaar! Uiteindelijk stelde ik voor om een lang gedicht te schrijven, maar dat was dan weer niet futuristisch genoeg voor de NASA: ‘Een gedicht? Met pen en papier?! Maar... Dat is middeleeuws!’

»Wat me aan de NASA natuurlijk boeit, is de hoogmoed: onze planeet verpesten we, maar we willen wél alvast Mars koloniseren?

»Eerlijk gezegd: Lou en ik waren vooral enthousiast over dat plan omdat we uitkeken naar de voordelen die erbij hoorden. We wilden gewichtloosheid ervaren, we wilden mee in een spaceshuttle, we wilden ons inschrijven voor een reis naar Mars…»

Met Lou Reed. ‘Hij was de geweldigste partner die je je zou kunnen wensen. Met hem samenleven was soms stresserend en vaak frustrerend, maar nooit, nóóit saai.’ Beeld Sygma via Getty Images
Met Lou Reed. ‘Hij was de geweldigste partner die je je zou kunnen wensen. Met hem samenleven was soms stresserend en vaak frustrerend, maar nooit, nóóit saai.’Beeld Sygma via Getty Images

HUMO Je verzint het. Lou in een raket?

ANDERSON «O, hij kon niet wachten! Gewichtloosheid ervaren stond hoog op zijn bucketlist. Het was één van de weinige keren dat hij misbruik wilde maken van het feit dat ik zijn lief was: ‘Ik ben Lauries levenspartner. Kan ik ook gaan?’ (lacht

LAATSTE ZWEMPARTIJ

HUMO Ik heb het altijd jammer gevonden dat Lou nooit fictie heeft geschreven. Had hij geen plannen voor een Great American Novel? Of kortverhalen à la John Cheever, Raymond Carver of ‘Short Cuts’ van Robert Altman: dat zou hij toch geweldig hebben gedaan? Hij vertelde me eens: ‘William Faulkner had het Diepe Zuiden, James Joyce had Dublin en ik heb New York.’ Heb je sinds zijn dood ergens een manuscript gevonden?

ANDERSON «Nee, helaas niet. (Zucht) We hebben daar ettelijke keren over gepraat. Hij wílde een roman schrijven. Ik moedigde hem aan, want hij was zo’n goeie observator, zo’n goeie mensenkenner… En zijn teksten werden hoe langer hoe belangrijker voor hem. Hij wilde dat ze los van de muziek overeind bleven, als poëzie. Hij zag zichzelf als een wijze oude verteller, niet als een showbeest. Maar een roman schrijven is een marathon, en dat kon hij niet aan. De drugs, de alcohol, zijn karakter, de ouderdom: al die dingen werkten tegen. Zijn geheugen en motoriek waren aangetast.

»Kortverhalen, dat had eventueel nog gekund. ‘Dime Store Mystery’, ‘I’m Waiting for the Man’, ‘Walk on the Wild Side’, ‘Kicks’, ‘Street Hassle’: veel van zijn teksten zijn in essentie een samengebald kortverhaal. In mijn hoofd bestaat zo’n bundel kortverhalen al: alle anekdotes die Lou me heeft verteld. (Abrupt, met grote nadruk, geëmotioneerd) Hij was de geweldigste partner die je je zou kunnen wensen. Met hem samenleven was soms stresserend en vaak frustrerend, maar nooit, nóóit saai.»

HUMO Hij brak eens abrupt een interview met mij af omdat zijn tai-chimeester Ren wachtte.

ANDERSON «O, voor Lou was tai chi heilig! In zijn laatste jaren was het de motor van zijn leven. Mensen vertellen me nu dat Lou in China bekender is als tai-chimeester dan als muzikant. Hoe gek is dat niet? Misschien moeten zij daar wat meer naar rock ’n roll luisteren… Of misschien moeten wij hier wat meer tai chi beoefenen.

»Ik werk al vijf jaar aan een boek dat ‘The Art of the Straight Line’ zal heten. Het gaat over tai chi en over Lou. Hij is er zelf aan begonnen, maar heeft het door zijn ziekte nooit kunnen afwerken.»

HUMO De buitenwereld kende Lou als een vaak kille, norse cynicus. Hij had drie levensregels: ‘Wees voor niemand bang’, ‘Zorg dat je bullshitdetector onafgebroken aanstaat’ en ‘Wees héél teder’. Kun je van die laatste regel een voorbeeld geven?

ANDERSON «Hij heeft heel goed gezorgd voor ons hondje Lolabelle. Toen ze ziek was, heeft hij echt alles gedaan om haar te redden en om haar aftakeling zo draaglijk mogelijk te houden. Hij was ook vaak tot tranen toe bewogen door de natuur. Dat de mens voor 70 procent uit water bestaat en aan de oceaan ontsproten is, kon je mooi zien aan Lous laatste dagen. Hij heeft me gesmeekt om thuis te kunnen sterven, met zicht op de oceaan. Op 26 oktober 2013, de dag voor hij stierf, heeft hij nog gezwommen.

»(Abrupt) Weet je, Serge, ik zie er tegenop om weer een stap in de wereld te zetten. De lockdowns pasten bij mijn karakter. Ik denk dat heel wat mensen die hardop scholden op het door corona veroorzaakte isolement er meer van genoten hebben dan ze willen toegeven. Maar: in Antwerpen zullen we er het beste van maken.»

Schrijf u in op de festivalnieuwsbrief en mis geen enkele wedstrijd!

Reageren op een artikel, uw mening ventileren of een verhelderend inzicht delen met de wereld

Ga naar Open Venster

Op alle artikelen, foto's en video's op humo.be rust auteursrecht. Deeplinken kan, maar dan zonder dat onze content in een nieuw frame op uw website verschijnt. Graag enkel de titel van onze website en de titel van het artikel vermelden in de link. Indien u teksten, foto's of video's op een andere manier wenst over te nemen, mail dan naar redactie@humo.be.
DPG Media nv – Mediaplein 1, 2018 Antwerpen – RPR Antwerpen nr. 0432.306.234