CD★★½☆☆
‘Love Goes’ van Sam Smith klinkt als uit een parallel universum, waarin de dansvloer nog bestaat
★★½
Sam Smith, ik haat hem. En wel hierom. Zo'n zeven jaar geleden verscheen hij ten tonele als die machtig soulvolle falset in 'Latch' van Disclosure, die heerlijk dampende lap Ibizapop die evengoed dienstdeed op de dansvloer als op de autoradio. En dan bij voorkeur de autoradio van een vintage Citroën Méhari, waarmee je the morning after over de stoffige wegen van het feesteiland denderde, richting je gehuurde villaatje te midden van de dennenbossen in het stille noorden. Vooraleer dit sluikreclame voor de noodlijdende reissector wordt of u wegzinkt in de nostalgie naar uw wanderlust van weleer: snel terug naar de muziek. Mijn verwachtingen waren dus torenhoog, en wat Smith na 'Latch' solo presteerde, verpulverde ook moeiteloos verkooprecords, maar kreeg mij zelden mee. Te veel gladgeföhnde tavernedisco, te weinig soul, te veel pathos en format, al was de popgospel van 'Stay with Me' een parel, zeker de versie met Mary J. Blige. Ook wel een beetje omdat dat duet deed denken aan de samenwerking van Mary J. met de koning van de Britse blue-eyed soulzangers, George Michael zaliger, met wie de Amerikaanse r&b-diva ooit 'As' van Stevie Wonder heeft gecoverd.
'Love Goes' is Smiths derde plaat, en in de vorige tijdrekening, dat wil zeggen begin maart 2020, stond ze nog als 'To Die For' genoteerd in zijn zakagenda. Tot de wereld in lockdown ging en Smith behalve de release van zijn plaat ook de titel ervan niet meer gepast vond. Het nu uitgebrachte 'Love Goes' is nog steeds die plaat die Smith in precoronatijden heeft afgewerkt. Het is ook een break-upplaat. De rauwe emotie van verloren liefde laat zich niet graag in een formatje duwen en Smith doet in de begeleidende bio ook kond over een nieuw gevonden vrijheid die 'Love Goes' dirigeerde. Zeer welkom is alvast dat hij zijn gezwollenheid van weleer grotendeels achterwege laat, maar er is méér nodig dan een - geslaagde, daar niet van - samenwerking met een hippe vogel als Burna Boy in 'My Oasis' om van een experimentele plaat te kunnen spreken. 'For the Lover that I Lost', 'Breaking Hearts', 'Love Goes', 'How Do You Sleep?': het zijn vaak tegen een achtergrond van elektronica gezongen overpeinzingen, eerder dan de opzichtige torch songs en power ballads waarmee je Smith vooral associeerde, maar er is nu eenmaal een adres waar je op dat vlak beter wordt bediend: James Blake. Onbedoeld is 'Love Goes' ook een break-upplaat over deze wereld. Nummers als 'Dance ('Til You Love Someone Else)' en 'Dancing with a Stranger' bezingen de rebounds en de onenightstands die het uitgaansleven biedt in tijden van hartzeer, wanneer je even dronken bent van de nacht als van het verdriet. Die songs klinken nu als uit een parallel universum, waarin de dansvloer nog bestaat. Ik acht de kans gering dat Smith het zo heeft bedoeld, maar het is wél de kracht van popmuziek om op die manier van je paard gebliksemd te worden en te denken: damn.