Uit de platenkast van Mauro
Mauro prijst no wave-compilatie ‘No New York’ de hemel in: ‘Kapotte muziek voor een elite met destructieve neigingen’
Elke week diept Mauro één plaat uit zijn uitgebreide verzameling op. Deze week: het verzamelalbum ‘No New York’ (1978).
‘No New York’ is een plaat waarbij ik mezelf telkens moet intomen om het niet nog eens voor de zoveelste keer uitbundig de hemel in te prijzen. Wat ik hier uiteraard onvermijdelijk toch weer ga doen. Omdat ik het gewoon niet kan laten. Op het irritante af. Of men het wil horen of niet. Dit een halve eeuw geleden ontstane radicale rockgenre blijft volkomen uniek en, niet te vergeten, ook erg invloedrijk tot op vandaag. Maar de perfecte storm van het originele product werd sindsdien nooit meer geëvenaard. Tenzij de wetenschap en de hekserij samen een manier zouden vinden om het oorspronkelijke no wave-momentum in geuren en kleuren via wormgaten te teleporteren naar pakweg volgende woensdag. Je weet maar nooit.
Neem nu het 22 seconden durende ‘Red Alert’ van Teenage Jesus and the Jerks. Een track als een shot adrenaline, met een buitenaardse klank. Alsof de instrumenten zichzelf bespelen, zonder menselijke hulp. Deze iconische compilatie van de New Yorkse no wave-scene uit 1978 met John Cale als producer blijft verbluffend. In een zowel primitieve als intellectuele stijl die nog niets blijkt in te boeten aan impact. Zo is ‘Egomaniac’s Kiss’ van DNA, met de fantastische Arto Lindsay op gitaar, iets als een soort van art brut blues zonder geforceerd te klinken. En de cover van James Browns ‘I Can’t Stand Myself’ door The Contortions mag een hoogtepunt heten tussen niets anders dan hoogtepunten. Arrogant, atonaal en übercool. Dit is kapotte muziek door en voor een elite met destructieve neigingen. Helemaal perfect.