CD★★★½☆
‘Medicine at Midnight’ van Foo Fighters is gemaakt met liefde voor de kunst (én de portefeuille)
Iedereen hoort iets anders in ‘Medicine at Midnight’, de nieuwe en tiende Foo Fighters. Een Amerikaanse journalist vermeldde ‘INXS en een snuifje John Lennon’. ‘Duran Duran,’ schreef één gehoorgestoorde. De groep zelf hield het op ‘de David Bowie van ‘Let’s Dance’ en ‘Fame’.’ En als je de geruchten mocht geloven die op gegeven moment op de fanfora circuleerden, was James Brown zaliger teruggekeerd om een technoplaat op te nemen.
Mijn bloemkooloren vangen vooral echo’s op van powerpop- en classic rock-ensembles à la Boston, Foreigner, Electric Light Orchestra en Journey. En zeker van de piepjonge Foo Fighters, want ook de geest van de eerste singles ‘Big Me’ en ‘This Is a Call’ waart hier duimend tussen de coupletten. Het duidelijkst hoor je dat in track vier, ‘Waiting on a War’: aan die hink-stap-springende intro, aan de manier waarop het refrein aanzwelt en uitbarst, en aan Dave Grohl die ‘Since I was young / Since I was a little boy with a toy gun’ zingt en dus – tenzij ik er weer niets van heb begrepen – expliciet naar de hoes van hun debuutplaat verwijst.
Omdat ‘Medicine’ werd aangekondigd als een dansplaat, als something completely different, hebben sommige fans de hakken prematuur in het zand gezet. Maar hoewel er geen song op ‘Medicine’ staat die niet instant-meezingbaar is, is het wel degelijk een soortement Foo Fighters-plaat geworden. Een versie van de Foo Fighters die weinig uitstaans heeft met die van het veel grilliger en hardere ‘Concrete and Gold’, maar toch.
‘Making a Fire’ heeft veel meer vrouwenkoortjes en ‘Nah nah na-na-na-na nah / Nah nah na-na-na-na nah’s dan welvoeglijk is, maar compenseert dat met tonnen goede luim. De titeltrack heeft een wijdbenige solo waarmee straks, zodra het weer kan, gegarandeerd alle Foo Fighters-concerten geopend worden. De riff van het sterke ‘No Son of Mine’ is weliswaar duidelijk Metallica light, maar de song heeft gelukkig ook een eigen rotsmoel.
‘The road to hell is paved with broken parts / Bleeding hearts, like mine’: aanstekers in de lucht tijdens het übermelige (en tegelijk nét melig genoeg zijnde) ‘Chasing Birds’. Want sinds Tame Impala definitief uit de kast is gekomen als de Supertramp van de 21ste eeuw, houdt Grohl zich ook niet meer in.
Met zijn 35 minuten speeltijd is dit de kortste Foo Fighters ooit, en dat is geen toeval: good, clean fun heeft geen aanlooptijd nodig. Dit is een plaat die zijn doel nooit uit het oog verliest – shownummers die vooral live tot aanbeveling strekken – en zich voor de rest geen andere pretentie aanmeet. Zoek zoveel u wilt, op ‘Medicine at Midnight’ – een plaat die Grohl duidelijk uit zijn systeem moest krijgen – staat geen enkele stinker. Wel: negen songs zo subtiel als Bockie De Repper, maar gemaakt met liefde voor de kunst (én de portefeuille).