CD★★★☆☆
‘One Wayne G’ van Mac DeMarco is allesbehalve een onmisbare plaat, maar we zijn er toch heel blij mee
Goed zot is ook niet mis. Vorige week bracht Mac DeMarco maar liefst 199 nieuwe songs tegelijk uit: een royale bloemlezing uit wat nog op zijn harde schijf stond. Soms veredeld geluidsbehang, vrij vaak de kopie van de kopie van de kopie (‘20210601’ of ‘20220223') – maar dat kun je over zijn hele oeuvre zeggen. Maar slecht of lullig of uitverkoop? Hand op het rotte hart, na driemaal 199 luisterbeurten: nooit.
De titel verwijst naar hockeylegende Wayne Gretzky, die succes had bij de Edmonton Oilers, in het stadje waar DeMarco later zou opgroeien. Sommige nieuwe tracks hebben titels (‘Cowboy Shit’, ‘She Want the Sandwich’, ‘China’), de meeste zijn genoemd naar de datum waarop ze geschreven zijn (‘20181108', ‘20210306', enzovoort).
Wie is Mac? DeMarco (32) was ooit Vernor Winfield MacBriare Smith IV, zijn opa was minister van Spoorwegen en Telefonie in Alberta, Canada. DeMarco is zotskap en kenner van veruit de meeste geneugten des levens. Hij heeft ook en vooral een Eigen Geluid. Door zijn chronisch scheefgestemde gitaar en dromerige lijzigheid is hij in vrijwel al zijn songs vanaf de eerste aanslag te herkennen: faut le toch maar faire.
‘2’ en vooral ‘Salad Days’ waren fantastische platen, die een paar van onze lentes (2012 tot 2016) bont kleurden en bovengemiddeld laidback maakten. En hij had een spanbetonnen livereputatie: als het goed was, was het geweldig. Als het slecht was, eindigde hij het concert wel met andermans onderbroek op zijn hoofd en had je toch weer goed gelachen. Zo rond 2017 leek de definitieve doorbraak voor het grijpen. Hij greep er opzettelijk naast, lijkt het. Want sindsdien krijgen we vooral losse en andere flodders, en veel spielerei. Jammer en bewonderenswaardig in gelijke mate.
Het is te makkelijk om ‘One Wayne G’ af te doen als opgewarmde kost, restjes die niet goed genoeg waren voor een echte plaat, kwantiteit boven kwaliteit. Want de funk is soms bijzonder vers (zoals in ‘20190724 2’), de ontroering even onverwacht als tastbaar (‘Stratocaster’), de sfeer aanhoudend aanstekelijk (‘20191202’) en het geheel (samen 9,5 uur lang) al bij al geen slechte soundtrack voor uw eerstvolgende zomer. Na een tijd krijg je de indruk dat DeMarco de vrijblijvendheid tot kunst verheft. Minstens tot een kunstje. Het getoonzette dagboek: Knausgård in hawaïhemd. Dit is allesbehalve een onmisbare plaat, maar we zijn er toch heel blij mee.
Voor wie dit 199-gangenmenu niettemin liever aan de eerstaanwezende Fikkie geeft: op 5 mei verschijnt de nieuwe van LA Priest. Sam Eastgate (zie Late of the Pier, en voor wie LA Priest niet kent: luister eerst naar het oude, geniale ‘Oino’) is een geestverwant van DeMarco, en op zijn comebackplaat ‘Fase Luna’ toont hij zich 9 tracks lang de meester in de beperking.
Minder én meer in dezelfde week: sommige mensen hebben alles. Gelukzak!