Gedaan met optreden
Onze man zwaait Will Tura uit: ‘Hij wilde geen achtergrondmuziek zijn, hij wilde dat de mensen echt naar hem keken’
Will Tura, intussen 82, stopt met optreden. Hij begon zijn carrière op de planken meer dan 60 jaar geleden, toen dat nog verre van evident was, vertelt onze muziekjournalist Jasper Van Loy. ‘Hoe je een carrière van zovele jaren kunt uitbouwen in een zeer klein taalgebied, dat is ongelooflijk straf.’
- Will Tura is intussen al 82. Is deze aankondiging dan toch nog verrassend?
JASPER VAN LOY «In het algemeen lag de frequentie van zijn optredens de laatste jaren al veel lager. Om de aantal jaren deed hij een grote tour langs bepaalde zalen en er waren nog optredens op de Grote Markt voor zaken als de Vlaamse feestdag. Persoonlijk vind ik het dus niet zo heel verrassend.
»Ik heb hem één keer zelf gezien, twee jaar geleden in de Stadsschouwburg van Antwerpen. Dat was echt heel goed. Natuurlijk, zijn stem is niet meer perfect. Als tachtiger klinkt hij hoogstens wat fragieler, maar hij kan nog steeds uithalen op de juiste manier, in ‘Hoop doet leven’ bijvoorbeeld. Ook al heeft hij die liedjes al duizenden keer gezongen, hij doet dat nog steeds met passie en gevoel. Wat je inlevert aan vocale acrobatie, krijg je terug in de vorm van patina en doorleefdheid in zijn stem.»
Lees ook:
Humo sprak met Will Tura: ‘Ik ben niet bang voor het zwarte gat, want daarvoor is mijn carrière te bevredigend geweest’
- Wat maakt Will Tura als artiest zo uniek?
VAN LOY «Je hebt in de eerste plaats zijn intrinsieke talent als componist. Zoals hij op jonge leeftijd ‘Eenzaam zonder jou’ schreef, dat is pure Frank Sinatra. Hoeveel van zijn liedjes zitten niet voor altijd in ons collectieve geheugen? Volgens mij is hij ook de enige die heeft gezongen op twee begrafenissen van onze gekroonde hoofden.
»Daarnaast is er de context waarin hij groot geworden is. Debuteren in de jaren zestig als artiest was helemaal anders. Er waren geen cultuurhuizen overal zoals nu, dat was de tijd van de boerenbals overal ten lande waar hij in een busje naartoe reed samen met zijn muzikanten. Mensen kwamen naar die boerenbals om zo’n drie uur te dansen, maar Will Tura wilde geen achtergrondmuziek zijn, hij wilde dat de mensen echt naar hem keken. Hij heeft in die tijd zelf een kader moeten scheppen voor een artiest in Vlaanderen. In de jaren zeventig was hij de eerste Vlaamse artiest op het podium in Vorst Nationaal. Hij liet de zaal verduisteren en introduceerde een volgspot. Zo wilde hij echt zeggen: nu ga je kijken naar naar mij.»
- Was hij zijn tijd dan ver vooruit?
VAN LOY «Op muzikaal vlak was hij niet zozeer een innovator, maar hij paste zich als componist wel aan aan de tijd. Hij was snel mee met nieuwe dingen en innoveerde met genres. Hij bracht synths in Vlaamse muziek, wat niet evident was. Hij maakte jazz maar ook rocknummers en zelfs reggae met ‘In mijn caravan’. Met ‘Mo vent toch’ maakte hij een rapnummer en je kunt daar nu mee lachen, maar hoeveel rapnummers waren er toen? Hij wist waar de klepel hing, hij liet zich goed omringen en wist zo de juiste keuzes te maken.”
»Will Tura heeft er altijd gestaan. Hij heeft veranderingen zoals vinyl, cassettes en cd’s meegemaakt, was erbij met de heropleving van de Nederlandse muziek en Tien om te Zien. Je kunt je dat moeilijker voorstellen bij artiesten als Niels Destadsbader vandaag. Hij komt natuurlijk ook uit de tijd dat er maar één zender was, popcultuur was toen nog veel coherenter.»
Heeft hij altijd erkenning gekregen?
VAN LOY «Zeker niet. Als 25-jarige dacht hij ook niet in termen van legacy, hij maakte veel platen en muziek, maar dat werd zeker niet beschouwd als ‘hoge’ cultuur of als deel van ons patrimonium. Bovendien was er lang een periode dat het Nederlandstalige lied werd verguisd en Will Tura werd beschouwd als een halve schlagerzanger.
»De kentering kwam er pas in de jaren negentig. Noordkaap won toen Humo’s Rock Rally met een cover van ‘Arme Joe’, wat Humo heeft doen besluiten om onder de noemer Turalura rockzangers te vragen een lied van Will Tura te coveren. Grote namen als Jo Lemaire, The Scabs en Raymond van het Groenewoud hebben daar toen graag aan bijgedragen.
»Frappant vond ik een tv-optreden voor de Vlaamse feestdag op zijn 80ste. Terwijl hij optreedt zie je oprechte bewondering bij de muzikanten van nu, zoals The Starlings, Jonas Van Geel en #LikeMe. Bij zijn laatste uithaal zie je ze echt denken: hier kunnen wij gewoon niet meer over.»
- Hij gaat niet meer optreden, maar wil wel nog rustig muziek maken en componeren. Wat mogen we nog verwachten?
VAN LOY «Concrete projecten zijn er naar mijn weten momenteel nog niet. De laatste jaren was hij wel veel met jazz bezig, dus ik zie hem wel de studio intrekken met zo’n grote big band. Opnieuw een musical componeren is ook een optie als het verhaal hem aanspreekt. Hij is natuurlijk ook een grote naam om op de affiche te zetten. Volgens mij zal hij blijven componeren totdat het fysiek onmogelijk wordt.»
- Wat maakt dat jij zelf zo’n fan bent?
VAN LOY «Als muziekjournalist ben ik vooral bezig met wat nu gebeurt en met trends. Maar hoe meer ik daarmee bezig ben, hoe meer ik ook kijk naar wat die trends kan doorstaan. Ik ben ook een grote fan van de Belpopshows van Jan Delvaux en dan hoor je al die verhalen van vroeger. Hoe je een carrière van zovele jaren kunt uitbouwen in een zeer klein taalgebied, dat is ongelooflijk straf. Als ik op straat aan 20 mensen naar een liedje van hem vraag, zullen de meesten spontaan beginnen mee te zingen. Die nummers zijn niet meer van Will Tura, maar van de mensen. Sommige liedjes behoren echt tot onze Vlaamse canon en dat maakt hem voor mij een van de meest tijdloze Nederlandstalige artiesten van ons land.
»Mijn lievelingsnummer is ‘Hoop doet leven’. Dat heeft hij geschreven voor zijn overleden broer, naast technicus ook drummer. Het moest dus een rocknummer met een drumpartij zijn. Als drummer en rockliefhebber blijft dat nummer me telkens weer naar de keel grijpen.»