CD★★★½☆
Op ‘Safe’ toont Bert Dockx zich een even begenadigd liefhebber als muzikant
Traag maar rusteloos schikt Bert Dockx zijn schaduwen op ‘Safe’. De tweede soloplaat van de Antwerpse jazzgitarist bevat zeven stemmige nummers, waarvan twee covers. Opener ‘Pit’ is aardedonker en intens, meer Leonard Cohen dan Bob Dylan. Een sobere gitaarmelodie, spaarzaam gekraald met de falsetten van Loesje en Martha Maieu (Flying Horseman), maakt van ‘Palmares’ een krachtig understatement. Dockx neemt zijn tijd voor deze nummers, laat ze minutenlang aanhaken bij enkele akkoorden of ontsporen door een bluesy gitaarlijn. In zijn herinterpretatie van ‘Lonely Woman’ (Ornette Coleman) haalt hij de stilte tevoorschijn die in het origineel besloten ligt. Gitaar, blazer en toetsen druppelen als inktvlekken op een canvas van ambient. Een hoogtepunt op een verder deugdelijke plaat, waarin Dockx zich een even begenadigd liefhebber als muzikant toont.