CD★★½☆☆
Op ‘Saturday Night, Sunday Morning’ van Jake Bugg is Dylans invloed helemaal weg
Het is niet makkelijk om Jake Bugg te zijn, denk ik na zijn vijfde langspeler. Bugg (net 27) heeft er al een tienjarige carrière op zitten. Met véél hoogtepunten, zoals zijn debuut ‘Jake Bugg’, de wereldhit ‘Lightnin’ Bolt’, optredens op de beste festivals en tv-verschijningen in primetime. Bugg mocht dan een gewone jongen met gitaar zijn, een beetje showbizz lag hem wel en dankzij de vele roebels die zijn planetaire roem opleverde, had Jake Edwin Charles Kennedy – zo heet hij echt – zo rond zijn twintigste zijn schaapjes op het droge. Good for him.
Nu is er nummer vijf, met een mooie titel die me doet denken aan een rauwe, realistische Engelse kitchen sink-film die ik lang geleden zag en koesterde. De plaat speelt zich ook in dát soort Engeland af, een landstreek die we bij ons eerder Seraing zouden noemen. De nieuwe Bugg klinkt soms verdacht veel als de ouwe Bugg. Maar er wordt ook gedanst, geboenkt en geblazen. Dan dreigt Jake te verdrinken in de vermaledijde driehoek die tussen rock, pop en folk gaapt. Dylans invloed is helemaal weg, maar ik hoor nog de iets wildere Donovan (periode ‘Hey Gyp’ of ‘Barabajagal’) en dat is goed. Beste tracks: ‘Rabbit Hole’, ‘About Last Night’, ‘Scene’. Jake is geslaagd maar krijgt helaas geen onderscheiding.