CD★★★½☆
Op ‘The Gods We Can Touch' van Aurora staat een betere Bond-song dan de meeste echte Bond-songs
Als het weer eens wintert tussen mijn oren, zet ik de laatste tijd opvallend vaak iets luchtigs van Aurora op. Wie of wat is Aurora Aksnes? De meeste van haar 25 lentes bracht ze door in de Zuid-Noorse dorpjes Høle en Os. Zes jaar geleden brak ze in het Verenigd Koninkrijk half en half door met een kerstreclamespot voor warenhuis John Lewis – het was een cover van Oasis’ ‘Half the World Away’ die opviel. Misschien ook omdat het zinnetje ‘My body feels young, but my mind is very old’ in die song haar op het lijf geschreven staat.
Met The Chemical Brothers (quote: ‘Ik was al fan toen ik nog een zaadcelletje was’) nam ze ook drie songs op, maar meestal maakt ze sprookjesbosfolkpop. Niet zelden zelfs redelijk knappe sprookjesbosfolkpop. Op z’n minst een deel van haar hardcoreste fans noemen zichzelf Warriors & Weirdos – tegen hen zegt ze: ‘Bedankt dat jullie mijn muziek uitnodigen in jullie hart.’ Björk werd in de jaren negentig voor minder ‘malle elf’ genoemd.
Op de vraag wanneer haar nieuwe plaat eraan komt, antwoordde ze begin 2021 met drie emoji’s tegelijk: een zon, een paar longen en een verwelkte roos. Welk boek zou ze meenemen naar een onbewoond eiland? ‘‘De angst van de wijze’ van Patrick Rothfuss! Of de ‘In de ban van de ring’-trilogie. Nee, ‘De alchemist’. ‘De oceaan aan het einde van het pad’. ‘Anne van het groene huis’. Alle boeken van de hele wereld!’
De woordspeling in de plaattitel – vrij vertaald: onze goden zijn niet untouchable; ze zijn te corrumperen, heel menselijk – sijpelt hier door de kieren van vrijwel elke song. Van ‘The Forbidden Fruits of Eden’ tot ‘A Little Place Called the Moon’: vijftien tracks over schaamte, verboden verlangen en gespleten moraliteit, in een raamvertelling rond de Griekse mythologie. Aurora: ‘De Grieken hadden vroeger overal goden voor. Voor angsten, voor wijn, voor seks... Niet alles was vroeger beter, maar op zijn minst de goden waren veel interessanter.’
Real wild child of de perfecte Songfestival-kandidate? Aurora is van redelijk veel lakens een pak en blijft zich verder ontpoppen. Op ‘The Gods We Can Touch’ komt ze soms uit bij folk met powerakkoorden, Laïs op een bedje van London Grammar. In ‘Everything Matters’ klinkt haar Frans bedwelmend. ‘You Keep Me Crawling’ is een betere Bond-song dan de meeste échte Bond-songs van de 21ste eeuw. Van ‘Artemis’ blijven de ‘Amélie Poulain’-vibes nog lang hangen. In het krachtige ‘Giving in to the Love’ worden de vensters ineens helemaal opengegooid, en in single ‘Cure for Me’ toont Aurora zich een geschikt alternatief voor wie niet nóg eens acht jaar wil wachten op de nieuwe Robyn. Moet allemaal maar kunnen.