cd★★★☆☆
‘Outsider’ van Roger Taylor is op geen enkel moment zo onweerstaanbaar als het werk van Queen
Noem mij uit de geschiedenis van de popmuziek (u mag teruggaan tot de builenpestfolk in de vroege renaissance) één lid van een supergroep wiens solo-cd beter was dan het beste werk van die groep, of zelfs maar even goed. Soloplaten zijn in de eerste plaats een statement: ‘Ik heb die anderen niet nodig, ik kan het ook zelf.’ Waarop meestal blijkt dat het groepslid in kwestie het níét zelf kan.
‘Outsider’ is geen uitzondering. De hoesnota’s gewagen van een ‘enorme golf van creativiteit’ die Roger Taylor overspoelde toen covid de zoveelste tournee zonder de voornaamste bestaansreden van Queen onmogelijk maakte. Natuurlijk is Freddie Mercury onvervangbaar en zijn campy vervanger Adam Lambert slechts een handige kruk om de kassa eindeloos te laten rinkelen. Geen van deze songs is echt slecht, maar ze kabbelen voorbij, in het beste geval tamelijk sfeervol en vaagweg melodieus. Maar een onverbiddellijke hook, een meesterlijke riff, een onweerstaanbaar concept, charisma, flamboyantie, iets wat bij mistig weer lijkt op een meezinger, kortom al die dingen waarin Freddie en Brian May ooit uitblonken? Ik heb ze op ‘Outsider’ niet gehoord.