In memoriamPhil Spector
Phil Spector: geniaal producer, wapengek, onmens, veroordeeld moordenaar
Phil Spector is dood. Eén van de invloedrijkste producers uit de geschiedenis van de popmuziek stierf aan de gevolgen van een coronabesmetting, in een ziekenhuisgevangenis in Stockton, Californië. Hij was 81 jaar. En dat is dik veertig jaar ouder dan Lana Clarkson mocht worden in dit leven, omdat zij door Spector vermoord werd in zijn huis, in 2003. Het klinkt misschien cru omdat hier zo plompverloren neer te schrijven, maar wie eerst het werk en dan het leven van Phil Spector overziet, die kan niet om het feit heen dat we hier met een muzikaal wonderkind én een misdadiger te maken hebben.
De vraag is dan: moeten we die mens fêteren door in zijn in memoriam nog wat veren in zijn reet te steken? Er zijn recentelijk artiesten voor veel en veel minder geslachtofferd, nietwaar? Anderzijds proberen wij hier echt volgens de doctrine van Bruce Springsteen te leven. The Boss, een integer mens, stelde niet voor niks: ‘Trust the art, not the artist.’ Laten we daar dan maar eens een poging toe wagen.
Spector werd geboren in 1939 als Harvey Phillip Spector, in The Bronx te New York. Zijn grootouders waren immigranten uit Oekraïne. Toen Phil 10 jaar oud was, pleegde zijn vader zelfmoord. Veel biografen hebben er later op gewezen dat dit het startpunt moet zijn geweest voor een schizofreen leven, dat werd getekend door wat we met een modern begrip anno nu mental health issues noemen. Je kunt ook zeggen: het was het zetje in de rug waardoor Phil knettergek werd. Op de grafsteen van zijn vader stond: ‘To know him is to love him’ – nu een gevierd regeltje in de pophistorie, en dat is uiteraard aan Phil te danken. Hij scoorde er een nummer-één-hit mee, met zijn groepje The Teddy Bears, in 1958. Dat was de sleutel voor Spectors glorieuze carriere in de sixties, waarin hij de koers van de moderne muziek verlegde en zelfs bepaalde.
Natuurlijk gaat het daarbij over zijn befaamde Wall of Sound – een productietechniek waarmee hij het geluid van de pop en rock-’n-roll van de jaren 50 ombouwde tot een multigelaagde sensatie. Het was alsof werkelijk elke molecuul die was opgenomen in de studio via Spectors methode begon te tintelen op plaat. Wie de vele, vele (letterlijk hónderden) topsongs met de Spector-handtekening van die tijd herbeluistert, kan niet anders dan met open mond van verbazing denken ‘dit is magie’. Van The Ronettes tot Ike & Tina en van The Crystals (‘And then he kissed me’) tot The Righteous Brothers’ Unchained Melody – het is louter goud wat blinkt.
En dat was nog niet alles – Spector was een mentor voor talloze jonge muzikanten en producers die later zelf iconen werden. We noemen er slechts vier: Carol King, Sonny Bono, Leon Russell en Jack Nitzsche. Tegen het eind van de jaren 60 nam Spector voor het eerst ‘afscheid’ van de industrie; hij had het wel gezien. Groot was ieders verbazing toen hij vrijwel direct terugkeerde en de zwanenzang van The Beatles begeleidde. ‘Produced by Phil Spector’ staat er op ‘Let It Be’. Ook werkte hij daarna samen met zowel John Lennon (aan onder andere ‘Imagine’) en leverde hij werk voor George Harrisons ‘All Things Must Pass’. Later in de seventies produceerde hij nog de ‘Ramones’.
Maar toen begon het schoentje wel al te wringen. Nitzsche deed als eerste uit de doeken dat Spector in de studio doorgaans een geladen revolver op de mengtafel had liggen. Dee Dee Ramone vertelde dat hij de Ramones (toch niet bepaald mietjes) met een pistool dwong om hun rookpauze later te nemen. Ook raakte Spector verzeild in een ernstig auto-ongeval, in 1974. Zijn gezicht raakte beschadigd, en vanaf dan was hij te zien met de ene idiote Sideshow Bob-pruik na de andere. Vanaf de vroege jaren 80 werd hij echt kluizenaar, met de daarbij behorende indianenverhalen die bijvoorbeeld ook over de beruchte Howard Hughes werden verteld.
En als het verhaal hier was gestopt, dan hadden we misschien nog kunnen zeggen: Phil Spector was een stripgfiguur, een moeilijk mens. Maar: het verhaal stopt daar niet. Al in 1990 deed zijn ex-vrouw Veronica Bennett (lang bekend als Ronnie Spector) een boekje open in haar autobiografie. Ze vertelde daarin dat Phil haar gedurende het hele huwelijk soms dagenlang opsloot in hun eigen huis en dat hij haar voortdurend geestelijk mishandelde. Ook hier zijn er weer talloze verhalen over schieten met pistolen. Ook zou hij gedreigd hebben haar te vermoorden als ze niet de voogdij van hun kinderen zou afstaan, alsmede alle royalties op haar muziek. Nog naarder werd het toen diezelfde kinderen als volwassenen lieten weten dat Spector ze opsloot in een kamer, en ze dan gesimuleerde seksuele handelingen liet verrichten met een van de vele ‘vriendinnen’ die hij het huis binnenbracht.
En dit was allemaal nog voor hij Lana Clarkson in 2003 vermoordde in zijn woning in Californië. Spector verdedigde zich jarenlang met het ene rare verhaal na het andere – zo zou het een uit de hand gelopen Wilhelm Tell-stunt zijn geweest. In 2009 gaf een rechter Spector dan eindelijk waar hij al die jaren naar solliciteerde: een lange gevangenisstraf wegens doodslag. En in gevangenschap is hij dus overleden.
Dus hoe nu naar Spector te kijken? Vertrouwen we puur op de kunst, dan zeg ik: een genie, one of a kind. Het probleem is dat Spector dusdanig veel verwerpelijke dingen op zijn conto heeft staan, dat het lastig, zo niet onmogelijk is om dat niet mee te nemen in de overwegingen. En dan zeg ik: een psychopaat. Eigenlijk een in memoriam misschien niet eens waard. Wat wijsheid is, weet ik niet, en pretendeer ik ook niet te hebben. Maar als ik aan Phil Spector denk, dan denk ik toch eerst ‘onmens’ en dan na vele seconden stilte ergens een keer ‘Wall of Sound’.