columnspinal serge
Serge Simonart: ‘Sinatra vond rock-’n-roll ‘lawaai voor randdebielen’’
Elke week buigt Serge Simonart, Humo’s eminentste popkenner ten westen van Clement Peerens, zich over muziek van vroeger en nu.
In ‘The Graham Norton Show’ op de BBC vertelde Bono vorig najaar een anekdote over hoe hij Frank Sinatra had ontmoet en hoe The Edge en hij een song voor de crooner schreven, een bastaardkind van standards en rock-’n-roll: ‘Two Shots of Happy, One Shot of Sad’. En over hoe Sinatra helaas stierf voor hij die song kon opnemen.
Wat Bono bij Graham Norton níét vertelde, en in zijn excellente boek ‘Surrender’ maar half, is wat er gebeurde toen hij begin jaren 90 een nacht in het zomerhuis van Sinatra mocht logeren. Dat werd me verteld door weer een andere rockster, een intieme vriend van Bono.
Bono arriveerde in Palm Springs op een belangrijk moment in Sinatra’s leven. De legendarische crooner, vrouwengek en nachtbraker was de zanger-performer die de muziek van de 20ste eeuw belichaamde. Hij was een levende legende en gedroeg zich ook zo. ‘Wij ademen in de backstage omdat Frank ons dat toestaat,’ zei Sammy Davis Jr. ooit. Maar begin jaren 90 stond Ol’ Blue Eyes op het punt rechtsaf te slaan, de doodlopende Alzheimerstraat in.
Bij alzheimer denkt iedereen aan geheugenverlies, maar de ziekte maakt je vaak ook onberekenbaar en agressief.
Bono en Sinatra hadden eerder zogezegd samen ‘I’ve Got You Under My Skin’ gezongen op Sinatra’s ‘Duets’ uit 1993. Maar, en dit is een publiek geheim: Sinatra had de popzangers met wie hij voor die plaat duetteerde niet ontmoet. Hij wilde zijn werkmethode niet prijsgeven aan zijn jonge concurrenten, dus nam hij zijn partij apart op.
Sinatra, dat wist zijn hele entourage, had ook een bloedhekel aan popmuziek, enkele songs van The Beatles daargelaten. Hij vond met name rock-’n-roll ‘lawaai voor randdebielen’. Maar voor Bono maakte hij dus een uitzondering.
Er werd die avond gloedvol verbroederd. Ze luisterden samen naar jazz en de U2-zanger kreeg een schilderij van de crooner. (Het was een werk van eigen hand: Sinatra schilderde om de stress tegen te gaan, ‘om geen heroïne te hoeven nemen en niemand te vermoorden’.)
De volgende ochtend slofte Sinatra langs de gastenkamer, zag daar iets in het bed liggen en schoot uit: ‘Wie is die fucking zwerver?! Get the fuck outta my house!’ Meneer Alzheimer was met het verkeerde been uit bed gestapt.
Halfnaakt vluchtte Bono richting oprijlaan.