ColumnSpinal Serge
Serge Simonart: ‘Toevallig klikte het goed tussen mij en Prince en David Bowie en Lou Reed en nog een dozijn anderen, maar soms klikt het van geen kanten’
Ontmoet nooit je helden, wil het - ongetwijfeld door een verbitterde cynicus gelanceerde - cliché. Ik ben het daar niet mee eens. Vaak bevestigt een ontmoeting met een muzikale held alleen maar de indruk die zijn muziek al op je ziel maakte. Toevallig klikte het goed tussen mij en Prince en David Bowie en Lou Reed en Michael Hutchence en Jim Kerr en nog een dozijn anderen.
Maar soms klikt het van geen kanten. Soms besef ik meteen: dit is niet mijn soort mens. Omdat de artiest vol tattoos staat en ik niet. Of hij me een joint aanbiedt. Eén keer zei een sceptische Jon Bon Jovi al na twee seconden: ‘Jij bent geen fan, want je draagt geen jeans’. Eén keer had een bijgelovige zangeres de tarot gelegd: ‘De kaarten hebben me verteld dat jij gevaarlijk bent.’
Ooit moest ik een zangeres interviewen die bekendstond als lastig en onhandelbaar. Blijf open-minded en oordeel zelf: dat cliché onderschrijf ik wél. Maar zij bleek daadwerkelijk arrogant, kortaf, kil en moedwillig antagonistisch – het volstond dat ik ‘Wit' zei om haar te doen briesen: ‘Zwart!’ Ze verhief haar afwijkingen tot norm – sinds wanneer is géén drugs nemen verdacht? Na drie kwartier interview hadden we elkaar à la Tinder van de planeet willen swipen.
Nu heeft iedereen het recht om iemand anders onuitstaanbaar te vinden. Maar als die iemand anders een ster is, heb je de perceptie tegen, want een ster heeft altijd gelijk. Bovendien was deze ster een vrouw. Van kleur. Het lag drie keer gevoelig.
Nog vier keer werd me een interview met haar aangeboden. ‘Ze heeft speciaal naar jou gevraagd.’ Echt? Uit sadisme of masochisme?
Heel wat artiesten hebben een zwarte lijst met persmuskieten. Eén superster zei in mijn bijzijn tegen zijn assistente over een Engelse muziekjournalist: ‘Hou die fucker bij me weg.’
Is mijn ‘gesprek’ met die zangeres ooit gepubliceerd? Ik weet het niet meer zeker. Wellicht heb ik het verdrongen. En ik voel een te grote weerzin om het op te zoeken. Tot op de dag van vandaag is zij de enige die, zodra ik haar naam hoor vallen of haar muziek opvang, mijn stemming kan verpesten.