60 jaar Sheryl Crow
Sheryl Crow: ‘Na achttien maanden touren met Michael Jackson kende hij m’n naam nog steeds niet’
Geen vrouw met een rijker gevuld adresboekje dan Sheryl Crow. Ze werkte samen met onder meer Stevie Nicks, Keith Richards, Willie Nelson en wijlen Johnny Cash. ‘Als Prince nog had geleefd, had ik hem er zeker bij gevraagd.’ Vandaag wordt ze 60. Drie jaar geleden sprak ze met Serge Simonart: ‘Mijn idolen zingen nu mee op mijn plaat. Beter wordt het niet’
Ik zit naast een vrouw die samen is geweest met Eric Clapton, Owen Wilson en Lance Armstrong – ‘My Favorite Mistake’ gaat over één van die minnaars, al wil ze jaren later nog steeds niet kwijt welke. Ik zit ook naast een vrouw die een hersentumor, depressies en borstkanker heeft overleefd. Een vrouw die, omdat ze niet langer wilde wachten op de perfecte vader, twee kinderen adopteerde en hen opvoedt als alleenstaande moeder. En ik zit naast een vrouw met een indrukwekkende carrière die bijna géén carrière had gehad, aangezien haar debuutplaat niet eens werd uitgebracht. Zoiets zou de meeste mensen ontmoedigen, maar niet Sheryl Crow. Die verhuisde naar Los Angeles, maakte daar spelenderwijs een níéuwe debuutplaat, ‘Tuesday Night Music Club’ uit 1993, en scoorde even spelenderwijs met het onverwoestbare ‘All I Wanna Do (Is Have Some Fun)’.
Nu populair:
Radja Nainggolan: ‘Ik mag me morgen lazarus zuipen: overmorgen sta ik er weer. Mijn lichaam is gemaakt voor deze levensstijl’
Stefaan Degand over zijn verloren vrouw en kind: ‘Ik draag mijn trouwring nog altijd. Ik doe hem enkel uit om te spelen’
We bevinden ons niet op Santa Monica Boulevard, dat ze vereeuwigde in ‘All I Wanna Do’, maar in het Nederlandse Tilburg, waar ze straks optreedt. Ik ontmoette haar voor het eerst 25 jaar geleden en ze lijkt onveranderd: ze is nog steeds klein, mager, bohemien-slonzig, spontaan en joviaal – zeldzaam dat iemand na 50 miljoen verkochte platen en negen Grammy’s niet blasé of pompeus is geworden.
HUMO Een jaar of vijf geleden hoorde ik je op de radio zeggen dat je ‘All I Wanna Do’ ‘a throwaway track’ vond, een wegwerpsong om de cd vol te krijgen. De song waaraan je je hele carrière hebt te danken!
SHERYL CROW (grinnikt) «Naar mijn gevoel heb ik er het begín van mijn carrière aan te danken. Ik zou hier niet zitten als mijn tien volgende platen waardeloos waren geweest. Maar het is de waarheid: toen we de tracklist van ‘Tuesday Night Music Club’ opstelden, leek ‘All I Wanna Do’ ons een gezellig deuntje. Meer niet. Daarom is het ook track negen en niet de opener of afsluiter van de plaat. Maar een jaar later bleek dat ook de rest van de wereld het een héél gezellig deuntje vond. Goes to show, huh.»
HUMO Oké, een paar vragen over je nieuwe cd ‘Threads’. Aan het eind van ‘Prove You Wrong’ horen we applaus. Wie klapt voor wie?
CROW «Mavis Staples, Bonnie Raitt en gitarist Waddy Wachtel applaudisseren voor Stevie Nicks. Het bijverschijnsel van succes dat ik het meest koester is nog steeds mijn innige vriendschap met Stevie, ooit mijn rolmodel, nu mijn hartsvriendin. Beter wordt het niet.»
HUMO Met Bonnie Raitt en Mavis Staples nam je ‘Live Wire’ op. Jullie hebben alle drie bittere echtscheidingen achter de rug. Zijn foute mannen dan vaak het gespreksonderwerp?
CROW «Niet vaker dan anders (lacht). Ik heb ook ooit met Madonna een lang gesprek gehad over mijn toenmalige ex, die me net had bedrogen. ‘Live Wire’ heb ik specifiek met Mavis in m’n achterhoofd geschreven, en Bonnie zie ik als een soort petekind van Mavis. We hebben inderdaad alle drie het één en ander meegemaakt, maar we zijn sterke vrouwen, we zijn overlevers.
»Onlangs kwam een vrouw me bedanken omdat mijn muziek haar zo had geholpen tijdens haar echtscheiding. Minstens een dozijn vrouwen hebben me dat al gezegd, terwijl ik geen idee heb welk aspect van mijn songs ze zo geschikt maakt als soundtrack bij een relatiebreuk. Ik hoop dat ze hun kracht gaven.»
HUMO Heb je nog songs die onverwacht therapeutisch zijn voor je fans?
CROW «Vorige week nog zei een man me dat ‘Soak Up the Sun’ het favoriete nummer van zijn overleden vijfjarige zoontje was. De jongen had nog meegezongen twee dagen voor hij stierf. Zijn vader had het gefilmd en speelde dat filmpje dagelijks af.»
HUMO In de bio bij deze plaat schrijf je onder meer dat je opgroeide in een huis vol muziek. Wat hield dat in?
CROW «Mijn ouders speelden constant muziek: rock en pop, maar ook soul, jazz, bigband en crooners. Ze speelden ook in een swingband, als hobby, en traden af en toe op in kleine zaaltjes in Missouri. Mijn zussen en ik kregen pianoles – mij moeder gáf pianoles. Ze stond erop dat ik klassieke muziek studeerde en een diploma haalde. Later plunderde ik de platenkast van mijn oudste zus. Toen zong ik mee met Fleetwood Mac en deed ik alsof ik Stevie Nicks was. Little did I know…
»Mijn vader was advocaat en verdedigde gediscrimineerde zwarten. Hij heeft ooit een proces tegen de Ku Klux Klan ingespannen. Toen kreeg hij maandenlang doodsbedreigingen en sliep hij met een revolver onder z’n kussen. Ik was helaas al oud genoeg om ten volle te beseffen hoe angstaanjagend dat was. Dat was mijn kindertijd in Kennett, Missouri: pendelend tussen zorgeloos rolschaatsen en doodsbedreigingen.»
Plankenkoorts
HUMO Op je cover van ‘The Worst’, bekend van The Rolling Stones, is Keith Richards te horen. Heb je hem aanwijzingen gegeven en vooral: aanvaardde hij die?
CROW «Nee. En nogmaals: nee (lacht). Ik ken Keith al lang, sinds 1996 geloof ik, dus ik zou het wel aangedurfd hebben om hem richtlijnen te geven mocht dat nodig zijn geweest. Maar het is zijn eigen song, dus ik heb enkel gezegd dat hij mocht experimenteren zoveel hij wilde, want het had weinig zin het origineel slaafs te kopiëren.
»Wat me altijd bij Keith verbaast, ook al omdat hij een wild leven heeft geleid en zoveel smeerlapperij door z’n aderen heeft gejaagd, is dat hij zo’n goed geheugen heeft. De laatste keer dat ik hem sprak, vertelde hij honderduit over Howlin’ Wolf en Muddy Waters. Ik heb hem toen uitgevraagd over ‘Hail! Hail! Rock ’n’ Roll’ (een concertfilm met Chuck Berry, waarin ook Richards optrad, red.). De opnames van dat concert heb ik indertijd bijgewoond: ik was toen een onbekende schooljuf uit Missouri en kon niet vermoeden dat ik die levende legenden op dat podium ooit persoonlijk zou kennen.
»Ik herinner me dat optreden zo goed omdat er elektriciteit in de lucht hing: de wrijvingen tussen Chuck Berry en Keith waren voelbaar voor het publiek, ook al omdat het concert een paar keer werd stilgelegd om camera’s te verplaatsen. Chuck Berry téérde op wrijving, zijn tactiek was: verdeeldheid zaaien en zijn medespelers kleineren. Chuck walked in, he called the shots, and then he left. Da’s ondertussen meer dan dertig jaar geleden, maar Keith heeft dat nog steeds niet verteerd.»
HUMO Ik heb die oude rockers allemaal ontmoet en hoezeer ik hen ook respecteer, ik vond geen van hen sympathiek. Jerry Lee Lewis boezemde me zelfs angst in. Ik dacht toen: als ik één verkeerd woord zeg, maakt hij me af. Jij hebt met hem gewerkt.
CROW «Nee, toch niet. Zijn management stuurde me ‘You Are My Sunshine’ en daarop heb ik een zangpartij ingezongen. Maar we hebben niet samen in de opnamestudio gestaan, sterker nog: ik heb hem nog steeds niet ontmoet, en nu is het wellicht te laat. He’s a wild card, allright: één verkeerd woord and he’ll knife ya (lacht). Ik kan het me perfect voorstellen, met die ijskoude varkensoogjes van hem.»
HUMO Ik hoorde je ooit zeggen dat je, toen The Rolling Stones je hadden gevraagd om live een nummer mee te zingen, de hele dag hebt overgegeven van de zenuwen. Letterlijk of bij wijze van spreken?
CROW «Letterlijk (lacht). Die eerste keer was in Florida, op Thanksgiving Day, voor een vol stadion. In die context zingen met The Rolling Stones, naast the one and only Mick Jagger… Ik kan me geen grotere druk inbeelden. Dus ja, toen heb ik urenlang mijn zenuwen uitgekotst. Tot saxofonist Bobby Keys me een shot tequila gaf om ‘wat los te komen’. Ik zong ‘Live with Me’ met Mick, en later ‘Honky Tonk Women’ en ‘All Down the Line’. Dat ging al een stuk beter, toen was ik ontspannen genoeg om ervan te genieten. Al dacht één deel van m’n brein nog steeds: ‘Ik heb niet het recht om hier te staan.’»
HUMO Het hielp niet dat je al een stadiontoernee als backingzangeres van Michael Jackson achter de rug had?
CROW «They’re totally different animals. Ik duetteerde met Michael op ‘I Just Can’t Stop Loving You’, maar voor de rest droeg hij de show en stond ik achteraan. In de roddelpers verschenen in die periode verhalen over hoe Michael en ik een affaire hadden en dat ik draagmoeder van zijn baby zou worden. Please! In werkelijkheid sprak hij op die hele wereldtoernee amper met mij, en achttien maanden later kende hij m’n naam nog steeds niet. Maar toch: dat te doen, met de man die zong op het eerste plaatje dat ik ooit kreeg, ‘ABC’ van The Jackson Five… En voor je het vraagt: ik heb die recente documentaire over Michaels kindermisbruik niet gezien, en ik heb daar indertijd niets van gemerkt.
»(Lacht plots hard) Nu schiet me iets te binnen dat nog erger was. Toen ik de eerste keer in het voorprogramma van Bob Dylan speelde, waren er heel wat mensen in het publiek die tijdens mijn set ostentatief de krant of een boek lazen – en niet twee of drie, hónderden (lacht). En één man bleef maar roepen: ‘Take your top off!’ Ik heb het toen gered omdat de elektriciteit uitviel. Terwijl iedereen verwachtte dat ik beschaamd zou afdruipen, ging ik aan de rand van het podium staan en zong ik zonder versterking verder. That kinda won ’em over. Van dan af werd ik aanvaard. Nu, ik snap dat wel: ik ben zelf een gigantische Dylanfan, en als ik naar hem ga kijken wil ik ook enkel Bob zien. Bob is heel competitief, hoor, vergis je niet. Toen ik hem vroeg wat hij van mijn versie van ‘Mississippi’ vond, was zijn reactie: ‘Wat vind je van de mijne?’ (lacht) Heb je die recente documentaire gezien over de Rolling Thunder Revue (concerttoernee van Dylan in 1975, met tal van bekende artiesten; de docu staat op Netflix, red.)? Fascinerend, hè? God, dáár had ik deel van willen uitmaken!»
Basketten met Prince
HUMO Op ‘Threads’ zingen 17 sterren mee. Wellicht zou ook Prince een bijdrage hebben geleverd, als hij niet vlak voor de opnames was overleden.
CROW «Ik zou het hem zeker gevraagd hebben. Maar eerlijk gezegd weet ik niet of hij zou hebben toegezegd, ook al kende ik hem vrij goed. He could be tough. Ik vroeg hem indertijd om mee te zingen tijdens mijn Sheryl Crow & Friends-concert in Central Park, maar hij wilde niet omdat hij niet zelf over de opnames zou beschikken. Hij vond het ondraaglijk dat iemand zijn artistieke vrijheid inperkte en dat platenfirma’s erop stonden dat hij rechten overdroeg.
»Ik ben een keer of vijf in Paisley Park geweest om met hem te jammen. Hij liet me mondharmonica spelen op een track, ik weet niet eens welke. Dat gebeurde vaak: je speelde of zong iets, en een paar jaar later dook daar een flard van op in één of andere track. Na afloop gingen we vaak naar First Avenue, waar hij het niet kon laten om nog wat te spelen, en soms zelfs jamde met het groepje dat daar die avond optrad – die onbekende muzikanten konden hun geluk dan niet op. We hebben ook vaak basketbal gespeeld: funny choice, considering… (Crow is net als Prince 1,65 meter klein, red.).
»Ik heb ondertussen met alle groten samengewerkt, maar Prince was… uniquely gifted. En helemaal niet de kluizenaar die de media van hem maakten, hij was integendeel very articulate, very funny. Maar het mooiste compliment vond ik dat hij mijn song ‘Every Day Is a Winding Road’ coverde, ook al omdat hij zo kieskeurig was, hij heeft op veertig jaar tijd slechts een handvol covers opgenomen. Hij heeft wel de tekst aangepast: hij verving ‘nicotine’ door ‘herbal tea’.»
HUMO De eerste single van je plaat is ‘Redemption Day’, een virtueel duet met wijlen Johnny Cash, die de song ooit coverde voor het postuum verschenen American Recordings VI. In de bio vermeld je dat Cash jou ‘uithoorde’ over ‘Redemption Day’. Wat wou hij weten?
CROW «Niemand heeft me ooit meer vragen gesteld over een songtekst dan Johnny. Eerst wilde hij weten wat voor leven ik had geleid, en hoe die song daaruit was voortgekomen. Ik schreef die tekst in 1995 (‘Redemption Day’ stond op Crows tweede plaat uit 1996, red.), toen ik pas terug was uit Bosnië, waar ik een paar keer had gezongen voor de Amerikaanse troepen. Ik verzeker je, dat was nog een stuk choquerender dan op televisie beelden van de burgeroorlog te zien. Maar toen we terug thuis waren, werd het nieuws volledig beheerst door de slachting in Rwanda. Zodat ik me afvroeg: waarom zijn wij Amerikanen wel tussenbeide gekomen in Bosnië maar niet in Rwanda, terwijl we daar wellicht honderdduizend mensenlevens hadden kunnen redden?
»Ik ben een democraat en heb fel tegen de politiek van figuren als George Bush geprotesteerd, en Johnny, die een stuk conservatiever was, had daarover gehoord. Hij wilde dus weten of ik een patriot was. Natuurlijk hou ik van mijn land, maar ik vind niet dat je een opportunistische inmenging in nationale conflicten, om bijvoorbeeld olie te verkrijgen, mag verdoezelen met een pseudo-humanitair sausje. Johnny was later zelf ook activist, hij kwam op voor de rechten van de Indianen en protesteerde tegen de oorlog in Irak.
»Johnny was gecharmeerd door de talking blues-sfeer van de song, en door de bijbelse beelden die ik gebruikte: ‘There is a train that’s heading straight to heaven’s gate’, enzovoort. Hij wilde daarom ook weten of ik gelovig ben. Ik ben niet kerkelijk, maar ik huldig de christelijke waarden wel, er is niets mis met de tien geboden. Johnny zond me zijn opname via Fedex, want e-mail bestond toen nog niet. Wat later belde hij me op om me te vragen wat ik ervan vond. En een paar weken later was hij dood. En omdat ik vond dat zijn stem niet mocht ontbreken op deze plaat heb ik zijn zanglijn gemixt met mijn eigen versie.»
HUMO Heeft ooit iemand geweigerd om met jou te duetteren? Het lijkt alsof je probleemloos bevriend raakt met supersterren die bekendstaan om hun terughoudendheid: Bob Dylan, Eric Clapton, Johnny Cash, Mick Jagger, Neil Young, Don Henley, Luciano Pavarotti, Bonnie Raitt, Emmylou Harris, Sting… Ook al zing je ‘hanging with these hipsters is a lot of hard work’.
CROW «Wel, ik heb ooit lang met Van Morrison gepraat over een mogelijke samenwerking. Hij is één van mijn helden en heeft een grote invloed op mijn werk, zelfs op songs die totaal niet zoals de zijne klinken. Maar hij zag een duet niet zitten. Hij vond dat we te weinig gemeen hadden. Meer wil ik daar uit tact niet over zeggen.»
HUMO Er is me vooraf gezegd dat je het niet over je privéleven wilt hebben, maar ik wilde iets vragen over je song ‘Strangers Again’: de tekst doet vermoeden dat je over minstens één van je exen zingt.
CROW «Ik zing over ál mijn exen, en al jouw exen en die van iedereen. Want het is toch bizar en onthutsend: je bent lang samen met een ander en tijdens die periode staat niemand dichter bij jou, maar dan volgt een al dan niet bittere scheiding, al dan niet uitgevochten voor de rechtbank… En dan wil je elkaar niet meer zien en ben je opnieuw vreemden voor elkaar.
»Met sommige exen ben ik nog bevriend, met andere was het een radicale clean break. Met Lance heb ik bijvoorbeeld nog amper contact, dus was het vreemd en irritant dat mensen me bleven vragen naar zijn dopingaffaire, terwijl ík niet de wielrenner in die relatie was.»
HUMO Tot slot: je bent, voor zover ik weet, de eerste grote rockartiest die heeft aangekondigd dat dit je laatste full cd is, omdat het naar jouw gevoel ‘zinloos’ is om in de huidige tijdgeest nog volwaardige platen te maken. Meen je dat echt?
CROW «De tijdgeest dicteert wat er wordt gemaakt. En wat jonge mensen nu doen, is cherrypicking: ze kiezen één song uit, en die beluisteren ze in een reeks losse nummers van verschillende artiesten. Door het downloaden en streamen, maar ook omdat de tijdgeest zo jachtig is en we allemaal steeds minder uren in onze dag lijken te hebben.
»Daardoor is het idee dat je naar tien of twaalf songs van dezelfde artiest luistert, die daarmee een mooi afgerond statement heeft afgeleverd, grotendeels verdwenen. Maar als dit mijn laatste cd is, heb ik er vrede mee. Ik heb het gevoel dat ik heb gezegd wat ik wilde zeggen.»