CONCERT★★★½☆
Sioen vulde de grote Ghelamco Arena met kleine liedjes
‘We mogen een Bono’tje doen,’ zei Frederik Sioen smalend vanop het podium in de Ghelamco Arena. Artiesten moeten gewoonlijk een reeks wereldhits scoren om tot een stadionniveau te komen. Maar Sioen trad eigenlijk slechts voor 200 man op in een arena met 20.000 stoeltjes. Corona, corona, wat ben jij toch een mallerd.
Sioen stapte het podium, dat zweefde tussen de tribune en het voetbalveld, op terwijl Paul Simon door de boxen galmde. Geheel in het zwart gehuld, uitgezonderd felgroene sneakers en een KAA Gent-sjaal rond de nek. Sioen speelde een thuismatch in de Ghelamco Arena. In het Gentse voetbalwereldje staat de singer-songwriter bekend als Tsjoen, trouwe fan en occasionele stadion-dj. ‘Sven Kums doet de groeten,’ deelde Sioen mee, ‘Hij stuurde een foto vanuit zijn bad. Hij had alles zorgvuldig bedekt hoor.’ Ik had geen flauw idee wie Sven Kums was. Ik kwam voor de muziek.
En muziek kregen we. Eerst twijfelachtig. Sioen zette met z’n groepje ‘Johnny, Mary, Tommy & The Sun’ in en had moeite om het zonnige gitaarliedje te temmen. Tijdens ‘Marry Me’ begaf zijn stem het meermaals terwijl hij reikte naar de hoogste noten, en niet op een innemende amai-die-heeft-karakter-manier. De band had enkele nummers nodig om de roest van hun vingers en stembanden te spelen. Logisch, na een maandenlange concertloze lockdown.
Sioen kwam ongeveer ter hoogte van ‘Running From The Cops’, niet eens een van mijn favorieten, op dreef. Een dalend zanglijntje, tegendraadse gitaren, een refrein dat live meer ska had dan het origineel. Straffe voorzet, en met ‘No Conspiracy At All’ kopte Sioen de bal er dan maar meteen in. ‘Een lied over je dromen waarmaken,’ zei de lieverd terwijl hij voor de eerste keer in de avond achter zijn piano ging zitten. ‘Muzikant worden, bijvoorbeeld. Of behanger.’ Een klein liedje vulde een groot stadion.
De set zakte niet meer in. ‘Wild Wild West’ had bruuske start-stops en een futuristische westerngitaar récht uit ‘Knights Of Cydonia’. ‘Cruisin’ is altijd mooi. Nieuwtje ‘Testify’ deed denken aan Flaming Lips, en dat is altijd plezant. ‘Little Girl’, misschien wel het beste nummer dat Sioen de afgelopen vijf jaar heeft geschreven, verraste. En met het voortstuwende ‘Hope For This Land’ sloot de groep stomend af.
Grappig: na ‘Hope For This Land’ betrad de band de backstage in afwachting van een bisronde, maar er waren geen coulissen. Je kon Sioen dus gewoon een minuutje met z’n vingers zien draaien vanuit de tribune. Hij keek eens naar zijn horloge en je hoorde hem denken: ‘Hebben we al lang genoeg gewacht?’
Hij kwam uiteindelijk voor een laatste lied terug het podium op. Het werd ‘Another Ballad’. Nog een ballade, maar het mocht, want het was een mooie. Sioen ging tijdens het refrein op zijn tenen staan. ‘We weten eigenlijk niet meer hoe we dit nummer moeten afsluiten,’ bekende hij terwijl hij met z’n bandleden genoot van een weldoend stukje samenspel. Waarna de outro vervelde tot het supporterslied van de Buffalo’s. Sioen, Sioen, wat ben jij toch een mallerd.
Ook Bent Van Looy en Lady Linn spelen nog Arena Zomerconcerten. Ontdek hier het programma.