CONCERT★★★★☆
‘Song Machine Live’ van Gorillaz was een verrassend en fantasierijk spektakel
De wereldwijde livestream van Gorillaz begon zondagavond met een afschrikwekkend beeld: een vogelverschrikker met haar van dun stro, een versleten frak en uitgelopen eyeliner. Géén cartoonfiguur van huistekenaar Jamie Hewlett, zo bleek toen het licht aanging, maar Robert Smith. ‘Strange time to be alive,’ zong de zanger van The Cure. Tja, daar zegt-ie wat.
Gorillaz is als geen ander gewapend om deze vreemde tijden te trotseren. De band rond Blur-frontman Damon Albarn en tekenaar Jamie Hewlett gaf vroeger legendarische shows vanachter een doek waarop de cartoonfiguren 2D, Noodle, Russel en Murdoc werden geprojecteerd. Als het toen niet essentieel was om die mannen in levenden lijve aan het werk te zien, waarom dan nu wel?
De band maakte van de livestream, hun eerste optreden sinds 2018, een verrassend en fantasierijk spektakel. Damon Albarn verzamelde een schare muzikanten die op de jongste plaat ‘Song Machine, Season 1’ hebben gespeeld in de kelder van zijn Kong Studios in Londen: van ouwe rotten Robert Smith en Peter Hook (Joy Division, New Order) over opkomend talent 6LACK en Slowthai tot een klein gospelkoor. Het concert werd vakkundig gekruid met computeranimatie. Wie niet kon opdagen, verscheen als hologram. Murdoc en z’n cartoonmakkers werden ingezet om de doodse momenten tussen twee nummers op te vullen. Het zijn skills die Gorillaz al lang onder de knie heeft, alsof de band zich de afgelopen twintig jaar op dit precíéze moment heeft voorbereid.
De nieuwe songs kwamen live beter uit de verf. Het poplied ‘The Valley Of The Pagans’ benadrukte de fun in funky: Damon Albarn bepotelde gretig een keytar, terwijl Beck als hologram de heupen schudde. ‘The Pink Phantom’ onthulde zich als een uiterst innemende ballad waarin Elton John en de jonge rapper 6LACK elkaar moeiteloos vonden. ‘Aries’ bracht het ware hoogtepunt: straffe new wave die al even modern als tijdloos klonk. Peter Hook baste alsof hij weer 25 was, genietend van de hoogdagen van New Order, terwijl de alternatieve popster Georgia haar elektronische pads praktisch aan flarden sloeg.
De livestream bereikte zijn kookpunt toen de Britse rapper Slowthai, gekleed in een zwarte hoodie met hoorns, het podium bestormde. Slowthai spuwde een stortvloed aan onverstaanbare woorden tijdens de geestige punksong ‘Momentary Bliss’. Damon Albarn probeerde zo nu en dan met hem mee te rappen, met een kamerbrede glimlach op zijn gezicht. ‘Auwvwa!’ riep Slowthai op het einde, waarna hij zijn microfoon wegsmeet en de coulissen indook. Dat moest, als we moeten gokken, au revoir zijn.
Damon trok zich daarna terug voor een intieme set met een handvol oude nummers. Het epische duo ‘Don’t Get Lost In Heaven’ en ‘Demon Days’, twee van de meest geliefde tracks in de discografie van Gorillaz, werden geheel uitgekleed. Bleven over: een simpele baslijn, een speelgoedorgel en enkele engelenstemmen. Je kon Damon horen giechelen en met de voeten stampen.
‘Kijk, dit is een omnichord,’ zei Albarn met het instrument in de hand, ‘Ik kocht dit speeltuig vele, vele jaren geleden. Ik duwde op dit knopje hier, een magisch knopje. En dan gebeurde dit…’ De iconische beginnoten van ‘Clint Eastwood’ weerklonken, waarop Albarn een van de meest melancholische feelgoodrefreinen uit de muziekgeschiedenis inzette: ‘I ain’t happy, I’m feeling glad/ I got sunshine in a bag.’ De opperaap vuurde zijn troepen vervolgens aan: de track versnelde en alle gasten kwamen nog een laatste keer het podium op. De livestream eindigde met de 52-jarige Damon Albarn die feestelijk in het rond sprong met artiesten die half zo oud zijn als hij. Strange time to be alive, gelukkig hebben we nog Gorillaz.