Uit de platenkast van Mauro
Sorry, maar wie ‘Planet X’ van Helios Creed niet kan smaken, is een idioot
Om de zoveel trends wordt het einde van de elektrische gitaar aangekondigd. Het ding zou dan nog alleen maar dienen om oude clichés in stand te houden voor een nostalgisch publiek. Maar helaas voor de oververfijnden onder ons ontpoppen zich altijd weer nieuwe talenten die het instrument naar sublieme laagtes van verderf brengen. Een ondergewaardeerd exemplaar is Helios Creed, een veteraan in het genre die al sinds de jaren 70 ondergronds furore maakt met zijn fantastische, totaal unieke band Chrome. Te klasseren onder sf-motorbenderock met de korrel van een versleten Betamax-cassette. Zijn plaattitels alleen al evoceren een lowbudgetdystopie waar het verder best cool vertoeven is: ‘Half Machine Lip Moves’, ‘Red Exposure’, ‘Blood on the Moon’, ‘Chromagnum Man’, ‘Busting Through the Van Allan Belt’, ‘Superior Catholic Finger’. Als ik baas van de NASA was, zou ik de astronauten een radiokanaal aanbieden dat de klok rond Chrome en Helios Creed speelt. En veel drugs meegeven.
‘Planet X’ is een plaat uit 1994. Het jaar van ‘Definitely Maybe’, ‘Mellow Gold’, ‘Vitalogy’, ‘Dookie’ en niet te vergeten ‘Cracked Rear View’ van Hootie & the Blowfish. Voor Helios Creed kon het toen voor zijn part 2.500 vóór Christus geweest zijn, maar ook evengoed 2.681 na. De hoes van ‘Planet X’ presenteert ons een scampi met een cowboyhoed op. En twee pistolen waarmee hij naar mensachtige silhouetten schiet. Ergens in de kosmos. Sorry, maar wie dat niet kan smaken, is een idioot.