Uit de platenkast van Mauro
‘‘The Sound of Armenian Diaspora, 1969-79’. Onthoud die naam.’
In de zomer stopt Mauro elke week één plaat in zijn reiskoffer.Deze week: ‘Salam Alay: The Sound of Armenian Diaspora, 1969-79’ (2013)
Er huist geen grote estheet in mij. Het is een kwestie van prioriteiten. Waarmee ik niet wil suggereren dat estheten hun tijd verdoen met hun sentimentele liefde voor mooie dingen. Oei nee, zover zou ik niet gaan. Leven en laten leven, nietwaar? Estheten zijn trouwens ook maar mensen. En omdat ik opgevoed ben volgens de leer van Onze Heiland Jezus Christus, zeg ik: laat ze gewoon doen, wat maakt het in godsnaam uit? Amen. Maar tijdens het luisteren naar de compilatie ‘Salam Alay: The Sound of Armenian Diaspora’ beving mij opeens een vreemde sensatie. Eerst dacht ik plots te lijden aan ordinaire zomerkriebels, maar wat bleek? Het was de schoonheid van bepaalde woorden rond de Armeense cultuur die me plotsklaps enorm behaagde. Nagorno-Karabach. Hajkakan spjurk. Duduk en darbuka (Armeense muziekinstrumenten). Zelfs hun woord voor ‘toilet’ klinkt als iets mythisch dat spookachtig heerst over een groot stuk land: zugaran. Het opzwepende en feestelijke openingsnummer van ‘Salam Alay’ kan ook al tellen qua bijzondere titel, en ja hoor, de track klinkt navenant en stelt niet teleur: The House of the Seven Uncles met ‘Theme of the House of the Seven Uncles’. Dat wil je toch absoluut horen aankondigen op de radio terwijl je in de file staat op een druilerige dinsdag. Kant B van deze vinyl only-release begint dan nog met een ‘Heavy Style’-versie van de Seven Uncles. Geen idee wat het betekent, maar het krijgt alvast twee duimen omhoog. ‘The Sound of Armenian Diaspora, 1969-79’. Onthoud die naam.