CD★★★☆☆
‘Toy’ van David Bowie is slechts een speeltje voor de rabiate verzamelaars
Dat de tijd als een razende raket voortraast: David Bowie is dit jaar zes jaar dood, net zoals Prince, Toots Thielemans, Leonard Cohen en George Michael. 2016 was een onbarmhartig jaar voor de pop.
Vlak voor Bowies 75ste geboortedag verschijnt ‘Toy’, een plaat die hij in 2000 opnam maar die nooit het licht zag. Na zijn concert op Glastonbury, die zomer, was hij met zijn band de studio in getrokken om songs uit de periode 1964-1971 nieuw leven te geven. ‘Ik hou ervan om in een claustrofobische omgeving te zitten met zeven andere gekken, and to sing till my tits drop off,’ zoals de welbespraakte zanger later verklaarde.
De release van ‘Toy’ – in een box met behalve de plaat zelf twee schijven met outtakes, probeersels en alternatieve mixen – zal de zon niet uit haar baan halen. Daarvoor zijn de songs te doorsnee en vaak gewoon niet sterk genoeg. Een speeltje voor de rabiate verzamelaars, vrees ik.