Platen van de week
Voer voor de wormen en Bob Dylan in het Frans: de platen die deze week uw aandacht verdienen
Er komt elke week meer goeie muziek uit dan er tijd is om die te beluisteren. Voor wie graag recht op zijn doel af gaat, selecteerde Humo’s muziekredactie vier platen die dringend te degusteren dan wel te negeren zijn.
Shame - ‘Food for Worms’
Shame is erin geslaagd om op zijn derde langspeler het gevoel op te roepen van de eerste van The Strokes of recenter die van Parquet Courts - in Londen nemen ze een langere aanloop dan in New York en wordt er later gepiekt.
‘Food for Worms’ is onder auspiciën van producer Flood (U2, PJ Harvey, Nick Cave, Nine Inch Nails) een plaat geworden waarop de brute kracht van debuut ‘Songs of Praise’ plaatsmaakt voor meer uitgewerkte, slimmere, efficiënte en op een breder palet van emoties mikkende arrangementen, nog altijd met de ziel van de punker die van een vuistslag of kniestoot poëzie maakt.
De vooruitgeschoven single ‘Fingers of Steel’ verklapte veel maar niet alles: gitaren helpen al hortend en stotend de zaak vooruit, piano’s blijven op de achtergrond, synths komen voorzichtig uit hun hol gekropen maar schieten al snel weer schichtig weg, achtergrondkoortjes gaan unisono, en Charlie Steen zingt van ‘Ik heb alles, maar I can’t get no satisfaction’.
Shame heeft in Steen de perfecte frontman. Een hooligankop waarachter een gevoelsmens schuilgaat. Een zanger met een beperkt bereik maar een delivery en een frasering die naar elk woord doen luisteren. Humor en cynisme aan zijn zijde.
Als ik zeg dat ‘Food for Worms’ aan de eerste van The Strokes doet denken, heb ik het over kant 1 (dé versie is de vinylversie, desgewenst verkrijgbaar in het paars). Die begint met ‘Fingers of Steel’, laat daar meteen tweede single ‘Six-Pack’ op volgen en gooit ons dan ‘Yankees’ voor de voeten: de meest melodieuze song op de plaat, waarin Steen - dat punkhart! - van de weeromstuit een beetje vals gaat zingen. ‘Alibis’ is de meest woeste song: gitaren vliegen in de rondte als door een wesp gestoken, en Steen vertrouwt ons toe dat ‘Jack says that he loves me / Jack says that he needs me / Jack wants to fuck me’. Geen idee hoe dat is afgelopen.
Het gaat op kant 1 wat energie betreft crescendo tot het op is. ‘Adderall’, in het Verenigd Koninkrijk een populair medicijn ter behandeling van ADHD, rondt de zaak af en is de perfecte inleiding voor kant 2, waar ‘Food for Worms’ een compleet ander beestje wordt. Trager, slepender, introspectiever. Geen singles meer, alle wapens neer. De gitaar in ‘Orchid’ doet denken aan ‘Grace’ van Jeff Buckley, afsluiter ‘All the People’ aan het gitzwarte ‘Into My Arms’ van Nick Cave, maar dan zonder refrein. Kant 2 is donker, de depressie tastbaar, maar Shame verkeert in blakende gezondheid.
‘Deze plaat gaat niet over ons maar over onze vrienden,’ aldus Steen. ‘Je kunt niet eeuwig in je eigen hoofd blijven rondlopen’. Syd Barrett dacht daar vast anders over, maar dat maakt van ‘Food for Worms’ geen minder grote tour de force. (jub)
Shame zag er op Pukkelpop uit als een saaie versie van Fontaines D.C., maar live stijgen ze compleet boven zichzelf uit ★★★★☆
Salvatore Adamo - ‘In French Please!’
Wie zich ooit afvroeg hoe Dylan in het Frans zou klinken, kon zich de afgelopen decennia al verblijden met Hugues Aufrays klassiek geworden coverplaat ‘Aufray chante Dylan’ of met de bijna per ongeluk ontstane radiohit ‘Si tu dois partir’ van Fairport Convention. Allemaal onderhoudend, lichtjes nostalgisch vakwerk, maar begin dit jaar heeft de Belgisch-Italiaanse meester van het Franse chanson genaamd Salvatore Adamo zich met subtiele hedendaagse handschoenen gewaagd aan een meticuleuze vertaling van één van Dylans mooiste songs: ‘I Want You’. Op Adamo’s nieuwste plaat ‘In French Please!’, minstens zijn dertigste al, heet het lied gewoon ‘Je te veux’, en het geeft blijk van de stijl en delicatesse die Salvatore’s werk al sedert zijn debuut kenmerken, net als een ander sleutelwoord: respect.
Adamo is, samen met Brel en tegenwoordig Stromae, de enige échte wereldster die ons land ooit heeft voortgebracht. Toen ik nog vaak de hort op ging, testte ik die status weleens door te checken of in de platenwinkels van Londen, Barcelona, Chicago, Stockholm of Seoul iets onder de letter A te vinden was, en jawel: behalve van Abba stond daar altijd wel iets van Adamo, wat me steeds een beetje trots maakte.
‘In French Please’ bevat nog een aantal verrassende vertaalkeuzes, zoals Robert Palmers ‘Johnny and Mary’, Neil Youngs ‘Harvest Moon’ en een fraai duet met Jane Birkin, dansend op de noten en woorden van 10cc’s ‘I’m Not In Love’. Er staat hier en daar ook een minder nummer op en de productie kon soberder, maar toch is deze ‘In French Please!’ een meer dan verdienstelijke aanwinst in Salvatore Adamo’s al zestig jaar aangroeiende discografie. (md)
P!nk - ‘Trustfall’
‘Which one’s Pink?’ is een vraag die voor Pink Floyd ooit enige relevantie had, want die waren met z’n vieren, maar deze P!nk met het uitroepteken kan alleen Alecia Beth Moore Hart zijn. Een artieste die groot werd toen je zo iemand nog een spring-in-’t-veld mocht noemen zonder keihard uitgelachen te worden.
Pop die sprankelt als een koolzuurhoudende frisdrank: even is de dorst gelest, maar lang duurt het effect niet. Op haar negende plaat doet P!nk al de moeite van de wereld om te bewijzen dat ze, ondanks veel meer kilometers op de teller, nog meekan met de huidige heilige drievuldigheid van de pop - Taylor, Miley en Rihanna - en dat lukt haar nog ook. Zij het niet altijd.
Ze omringt zich met plastieken poptalent uit het Hoge Noorden en vrienden (First Aid Kit, The Lumineers en Chris Stapleton zingen mee), maakt slimme video’s en heeft iets te vertellen, maar ze verlaat jammer genoeg nooit het veilige midden van de weg. Het hoogtepunt van ‘Trustfall’ is zonder moeite ‘When I Get There’, een ballade opgedragen aan haar in 2021 overleden vader: een harteloze die het er droog bij houdt. (mc)
Algiers - ‘Shook’
Op hun vierde plaat zijn deze mannen uit Atlanta plots een crew met guests. Met een tweede drummer erbij openden ze vorige week in de Botanique met het nieuwe ‘Irreversible Damage’ (de strofe van Zack de la Rocha van Rage Against the Machine stond op tape) en sloten ze de set af met ‘Bite Back’ (gastrapper Billy Woods kon er evenmin bij zijn). In ‘Out of Style Tragedy’ brabbelt frontman Franklin James Fisher boven Sun Ra’s ‘Nuclear War’. ‘73%’ klinkt alsof er prikkeldraad op de postpunkgitaar is gespannen. ‘A Good Man’ gaat nog harder. ‘I Can’t Stand It’ is gospel met een goeie sample. Het jazzy ‘Green Iris’ schopte het in Brussel terecht tot bisnummer. Het bezwerende ‘Cold World’ en ‘Something Wrong’, waarin dub in vinnige rock verandert, maken ‘Shook’ af. Straf! (gvn)
Lees ook
Damon Albarn: ‘Ik maak nu al dertig jaar muziek en blijkbaar vind ik toch nog altijd iets om over te lullen’
De troeven van Lizzo: ‘Jullie hebben mij aanvaard. Aanvaard nu ook iedereen die eruitziet als ik’
Voor toeristen, creeps en rare vissen: Humo kiest de 30 beste songs uit 30 jaar Radiohead