CD★★☆☆☆
Voor ‘The Other Side of Make-Believe’ van Interpol had iemand de gitaar uit het raam moeten gooien
Als wij de wet van de afnemende meeropbrengsten moeten uitleggen, aan u bijvoorbeeld, dan verwijzen wij graag naar ‘Scenes from the Class Struggle in Springfield’, een aflevering van ‘The Simpsons’. Daarin naait Marge Simpson van één Chanel-mantelpakje telkens weer een andere classy outfit, tot de stof finaal in haar handen uiteenvalt. Een muzikale exponent van die wet is de carrière van Interpol. Ook ‘The Other Side of Make-Believe’, de zevende plaat van de New Yorkers, is grotendeels de herhaling van een reprise van een doublure van ‘Turn on the Bright Lights’, het lichtende debuut dat nu al twintig jaar als een steen om hun hals hangt. Met de hulp van producers Flood en Alan Moulder (jajaja, we weten het: bekend van Depeche Mode! En van Nine Inch Nails!) klinkt af en toe een geluid dat nog niet rotvertrouwd is, maar die twee hadden natuurlijk gewoon de gitaar van Daniel Kessler uit het raam moeten gooien. Het duurt nooit lang of dat priegelende ding dringt zich – ‘PLING! PLING! PLING! PLING!’ – alweer naar voren zoals Donald Trump op die NAVO-top in Brussel. En waarom vergeet Kessler in ‘Mr. Credit’ dat hij eigenlijk ‘Rest My Chemistry’ uit 2007 staat te spelen? In ‘Toni’ en ‘Something Changed’ vat hij post achter de piano en hoor je hoe de groep haar eigen schaduw wél langer dan enkele maten verlaat: een ster voor elk van beide singles.
Het is, beste Interpol, zoals de lay-outer zei tegen de recensent toen de kolom niet netjes vol bleek te lopen: ‘Plus est en vous.’